Werther
Om met Werther te beginnen, hierbij poneer ik de stelling dat er nauwelijks een operaliefhebber is of was bij wie dit werk geen gevoelige snaar raakt. Dit drama gaat over een onbeantwoorde liefde met een tragische afloop waarbij de man Werther zelfmoord pleegt met de pistolen die zijn geliefde Charlotte hem aanreikt. Kan iemand nog iets wat erger is overkomen? Deze opera laat ook zien waartoe het extreme plichtsgevoel van Charlotte leidt. In plaats van te huwen met Werther die zij liefheeft, trouwt ze omwille van een belofte aan haar moeder met een zekere Albert.
De productie op Arte was afkomstig uit Londen (2004) en werd in de opera |Bastille in Parijs gespeeld op 22 januari van dit jaar. De hoofdrollen werden op bewonderenswaardige wijze vertolkt door de steeds meer furore makende Jonas Kaufmann als Werther en de bijna gelijkwaardige Sophie Koch als Charlotte. Net als in 2004 toen in het Théatre de Chatelet in Parijs een concertante Werther werd opgevoerd met het duo Thomas Hampson en Susan Graham, stond de dirigent Michel Plasson op de bok. Als geen ander kent hij het werk van de Franse componist. Met oog voor detail sleept hij de kijkers mee in de stroom van gevoelens. Interessant is dat Hampsom de bariton-versie van deze opera zingt en Kaufmann de tenor versie. Beiden doen dat op indrukwekkende wijze. Susan Graham speelde en zong de Charlotte rol semi-scenisch verrukkelijk. Van dit concert bestaat een dvd opname op het label Vergin Classics. Op een dvd van de jongste versie zullen we nog wel even moeten wachten. Jammer, want beide uitvoeringen lenen zich, afgezien van de toneelbeelden, voor vergelijking.
Medea
De opera Medea van de in 1760 in Florence geboren componist Cherubini zag ik op dvd. Ik was blij dat ik ermee kennis maakte omdat het een zelden uitgevoerd werk is dat toch echt de moeite waard is. Kennelijk was dat niet het geval met de 28 andere opera’s van zijn hand want die worden nooit uitgevoerd. Maria Callas bracht Medea weer tot leven in de Scala van Milaan in 1953. Al was de uitvoering een groot succes, toch kreeg deze opera in de 20e eeuw geen vaste plaats in het opera repertoire. De kwaliteit van de uitvoering valt en staat mijn inziens met de prestatie van de hoofdfiguur Medea. De protagonist die deze rol invult staat bijna twee uur op het podium en dient behalve over een grote dramatische stem ook over voldoende uithoudingsvermogen te beschikken. De Medea die ik zag, Denia Mazzola Gavazzeni, had die eigenschappen. In haar rol zaten geen versieringen. Bij de andere solisten natuurlijk ook niet want deze de opera staat immers ver af van het belcantogenre. Gavazzeni beeldde de rol van Medea uit in de vele verschillende emotionele stadia die dit werk kent. Ze moest noodgedwongen Jason haar echtgenoot verlaten voor haar rivale Glauce die zij wat later vermoordt. En om haar haatgevoelens jegens haar ex-echtgenoot Jason tot uitdrukking te brengen, vermoordt zij haar twee kinderen, daarmee voorkomend dat Jason nog van hen kan genieten. Aan emoties geen gebrek. Helaas weinig momenten van liefde en veel haatgevoelens. Een voor mij opvallende rol speelde Elisabette Scano de slavin van Medea genaamd Neris. Scano is een prachtig zingende mezzosopraan die getuigt trouw te willen blijven aan de kwaadaardige Medea. Eric Hull leidde de voorstelling in goede banen. Wanneer u de kans krijgt om Medea te zien grijp hem dan tenzij u zich niet opgewassen voelt tegen zoveel dramatiek.
I Capuleti e i Montecchi.
Zondag 28 januari. Met de Stichting Operaclub Nederland vertrokken mijn vrouw en ik om 12.00 uur naar Luik voor het bijwonen van I Capuleti e i Montecchi. Een besneeuwd landschap en vriendelijke mensen in de bus zorgden voor een aangename sfeer. Omdat in Luik het operagebouw werd verbouwd was een grote tent opgesteld om het operabedrijf toch de kans te geven om haar programma ten uitvoer te brengen. Dat lukte wonderwel al moet ik toegeven dat de vermenging van het geluid van de stemmen met dat van de verwarminginstallatie mij verhinderde optimaal te kunnen genieten van deze belcanto-opera. Na de pauze zat ik op een andere stoel waar die luisterhandicap was gereduceerd tot bijna nul. In muzikaal opzicht bracht het Italiaanse operagezelschap wat men van haar mocht verwachten. De stemmen waren uitstekend. De beroemde sopraan Patrizia Ciofo was de favoriet van de toeschouwers. Zij oogstte terecht het meeste applaus als Juliette en haar vertolking met de vele versieringen deed denken aan Joan Sutherland. De Romeo rol, een broekenrol, nam de mezzosopraan Laura Polverelli met grote overtuigingskracht voor haar rekening. Ook Aldo Caputo als, Tebaldo, Lucianano Montanaro als Frate |Lorenzo en Maurizio Lo Piccolo als Capellio kweten zich goed van hun taak. De stemmen klonken goed in de tent. Het orkest van Opera Royal de Wallonie speelde aanvankelijk wat aan de harde kant maar nam terecht daarna wat gas terug. Een compliment dient uit te gaan naar de beeldregie. Speelden de protagonisten nogal statisch hun rol, het toneelbeeld zag er toch zeer wisselend uit. Het werd voortdurend aangepast aan de verschillende situaties met behulp van videobeelden geprojecteerd op doorzichtige gordijnen. Men ziet dat licht en video regie in steeds meer theaters met succes wordt toegepast. En dan te bedenken dat in de tijd van Verdi en Wagner podium en zaalverlichting bestond uit kaarsen of een gaslantaarn. De eerste experimenten met licht op het podium zijn afkomstig van Wieland Wagner, de kleinzoon van Richard Wagner. Dan spreken we wel over de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het operafestijn in Luik werd afgesloten in een gezellig Italiaans restaurant. Rond het middernachtelijke uur waren we weer thuis. Prima dag. P.A.
Geef een reactie