Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for oktober, 2010

Castraten Triomf en Tragiek

castraat

Op donderdag 25 november houdt Ben Verschuuren  een voordracht over het verschijnsel castraten. In de operawereld van de 17e, 18e en soms nog in de 19e eeuw speelden zij een belangrijke rol. Namen als Farinelli, Senesino, Bernacchi en Carestini zijn operakenners niet onbekend. Het waren beroemde castraten waarvan de rollen inmiddels voor een deel zijn overgenomen door countertenoren. Het onderwerp ‘castraten’ zal bij de operaliefhebber beslist aanslaan. Geïnteresseerden in dit onderwerp kunnen tegen een toegangsprijs van € 5,- terecht bij Muziekhandel Spronk., Wilhelminastraat 24 in Breda. Aanvang van de lezing 20.00 uur. Aanmelding vooraf is noodzakelijk via e-mailadres Spronk.breda@gmail.com of telefonisch 076-5215213,
Advertentie

Read Full Post »

 Uw favoriete opera op zaterdag gemist? U kunt dan elke maandag na de live vertoning om 14 uur in alle Kinepolis bioscopen, o.a. Metropolis in Antwerpen, terecht voor een herhaling tegen de vaste prijs van €12. Tickets zijn nu al verkrijgbaar.

Kalender reprises 
– Maandag 11 november: Don Pasquale (Donizetti)
– Maandag 13 december: Don Carlo (Verdi)
– Maandag 10 januari: La Fanciulla del West (Puccini)
– Maandag 14 februari: Nixon in China (Adams)
– Maandag 28 februari: Iphigénie en Tauride (Gluck)
– Maandag 21 maart: Lucia di Lammermoor (Donizetti)
– Maandag 11 april: Le Comte Ory (Rossini)
– Maandag 25 april: Capriccio (Strauss)
– Maandag 2 mei: Il Trovatore (Verdi)
– Maandag 16 mei: Die Walküre (Wagner)

Read Full Post »

Sprankelende, exotische opera in Antwerpen

Componist Mozart

De eerste complete opera op twee lp’s die ik in 1954 kocht was Die Entführung aus dem Serail. De aankoop van fl 75.- was destijds een aanslag op mijn portemonnee. Toch heb ik er nooit spijt van gehad. Ik bewaar er uitstekende herinneringen aan. 40 jaar later bracht DGG diezelfde uitvoering nogmaals uit voor een spotprijs. Nu op cd. Die kocht ik meteen want de lp’s waren natuurlijk al lang versleten. Nog altijd is deze opera van Mozart een van mijn lievelingswerken en ik luister nog steeds gefascineerd naar Ernst Hafliger als Belmonte, de onvolprezen Maria Stader als Konstanze, de pittig zingende sopraan Rita Streich als Blonde en de inktzwarte bas van Josef Grindl als Osmin.

26 oktober jl zag ik in de Vlaamse opera Die Entführung aus dem Serail. Deze populaire Mozart-opera ging in 1782 in première en gaat over een Spaanse en Engelse vrouw die geschaakt zijn en vastgehouden worden in een harem in Turkije. Hun mannen doen er ondertussen van alles aan om hen te bevrijden. Het werk laat een krachtige erotische uitstraling zien van de mannelijke personages die duidelijk contrasteert met de preutsheid van de westerling. Blonde (soubrette) is een Engelse en Belmonte, Pedrillo en Konstanze zijn Spanjaarden. Osmin de harembewaker, voor 100% een Arabisch personage, is de meest opgeblazen figuur van het wereldtoneel sinds Shakespeares Fallstaff. Bassa Selim speelt een zeer ambivalente rol. Enerzijds is hij met zijn handlangers de koper van onschuldige vrouwen en anderzijds blijkt hij tot grootmoedigheid in staat. Onmiddellijk werd ik bij het horen van de eerste tonen weer gepakt door de in Turkse stijl gecomponeerde ouverture met zijn sprookjesachtige sfeer, de janitsarenmuziek en de doorklinkende oriëntaalse muziek. De partituur van Die Entführng aus dem Serail schrijft een volle orkestbezetting voor aangevuld met piccolo, triangel, bekkens en grote trom.

Op het podium was ditmaal geen harembehuizing te zien. Alle scènes speelden zich af op een vaste plaats in de woestijn. De twee gegijzelde vrouwen werden daar bewaakt en een enkele keer het mes op de keel gezet door van vuurwapens voorziene soldaten. Het 18eeeuwse libretto was in een modern verhaal omgetoverd waarin de dialogen niet in het Duits werden uitgesproken maar in de taal van iedere protagonist. Hiermee accentueerde men het thema ‘De Orient’ waarop de Vlaamse opera dit seizoen haar programma heeft afgestemd. Van het Arabisch verstonden de toeschouwers geen woord, het was een Babylonische spraakverwarring. Hierdoor werd men wel geconfronteerd met de moeilijkheid om in het buitenland en zeker in gevangenschap, te communiceren. Wanneer het paneel van de boventiteling was gebruikt dan had men het verhaal beter kunnen volgen.

Dit Singspiel kent vele spectaculaire aria’s en ensembles. Het werk doet denken aan een mix van opera seria en opera buffa. Mozart componeerde de Entführung nadat hij was verhuisd naar Wenen en ervoer daar een sfeer die verwees naar oorlogen tussen Turkije en Oostenrijk. In deze opera wilde hij laten zien dat communicatie tussen twee verschillende culturen en religies tot problemen kan leiden. Bovendien komt de vraag aan de orde of er waarden zijn die alle mensen gemeen hebben,

Mozart schreef twee rollen voor sopraan. Konstanze (Iride Martinez) is gekoppeld aan Belmonte ( de Rus Maxim Mironov). Zij krijgen het als verliefd koppel zwaar te verduren. Beiden zingen emotionele aria’s over hun twijfels en standvastigheid van de liefde. Pedrillo (bariton Eduardo Santamarina) en Blonde (sopraan Julianne Gearhart) zijn volkse tegenvoeters van het andere paar en zingen volkse ballades. Uitblinker? De sopraan Iride Matinez uit Costa Rica! Zij was een droom-Konstanze. In dramatisch opzicht goed op dreef en goed gebruik makend van haar prachtige coloraturen oogstte zij het meeste applaus. Vooral na haar lastige aria ‘Martern aller Arten.’ Osmin (bas Günes Gürle) kreeg alle gelegenheid om via zijn solo-aria’s zijn buffo-rol tot vermaak van het publiek waar te maken. Zijn duet met Pedrillo ‘Vivat Bachus’ werd door Mozart als een drinklied bestempeld. Deze uitvoering is mij goed bevallen. Een aanrader dus! De Vlaamse Opera voert dit werk uit tot 7 november in Antwerpen en tot 23 november in Gent. 

Read Full Post »

Indrukwekkende René Pape in Boris Godoenov

In meer dan 140 landen zond the Metropolitan van New York op 23 oktober jl. live de spektakel opera Boris Godoenov uit naar talrijke bioscopen. Productieleider Stephen Wadsworth heeft alles uit de kast gehaald om een klassieke uitvoering van dit enorme werk van meer dan vier uur tot een succes te maken.

Componist Modest Moessorgsky (1839-1881) schreef behalve de muziek ook de tekst. Dat deed hij tussen 1868 en 1869. De opera gaat enerzijds over het lijden van het Russische volk onder de Tsaar en anderzijds over de gewetenswroeging van tsaar Boris Godoenov (1551-1605) die troonopvolger Dimitri vermoordde. Uiteindelijk leidt dit reeds door Poesjkin (1551-1605) geschreven drama, tot de waanzin en dood van Boris.

Het was 36 jaar geleden dat een productie van dit werk in de Met het levenslicht zag. Men keek dus halsreikend uit naar deze nieuwe uitgave, die achteraf als prima geslaagd mag worden beschouwd. Men heeft daarvoor enkele grote namen gecast. Op de bok stond de ook in ons land beroemde dirigent Valery Gergiev. Hij zorgde voor een vitale uitvoering van dit dramatische werk. De hoofdrol was weggelegd voor de Duitse bas René Pape. Die liet een wat rauwe Boris horen maar met zijn krachtige sonore stem en zijn acteertalent vertolkte hij deze rol op adembenemende wijze. Indrukwekkend! De tenor Aleksandrs Antonenko had een lastige rol. In de muzikale rol, waarmee hij Dimitri tot leven brengt, komen relatief grote intervallen voor. Het ging hem uiteindelijk goed af. Een belangrijke tegenspeler van Dimitri is Maria gespeeld door Ekaterina Semenchuk. Zij schuwde het niet om er een indrukwekkend psychologisch spel van te maken tijdens haar dialogen met Dimitri. Haar acteertalent kwam sterker naar voren dan haar vocale mogelijkheden. Mikhail Petrenko als Pimen, Evgeny Nikitin als Rangoni en Oleg Balashov als de sluwe Shuisky deden wat van hen werd verwacht. Goed zingen en acteren! Een belangrijke rol was weggelegd voor het koor. 140 koorleden zongen op indrukwekkende wijze hun Russische teksten hetgeen mij een lastig karwei lijkt. Dit koor beeldde prachtig het lijden uit van het Russische volk. De toneelbeelden zagen er prima uit. Niet alleen de decors maar ook de scènes waarin het koor figureerde. Het is moeilijk om zoveel koorleden min of meer gelijktijdig op een podium in beweging te zetten. Het leverde gelukkig geen statische beelden op. Men hield het hoofd vooral koel in de laatste scène, waarin er onder het volk een ware opstand uitbreekt die met moord en doodslag gepaard gaat.

Deze uitvoering zag ik in het Pathé theater in Breda. Tot mijn stomme verbazing waren er slechts 20 mensen of afgekomen. Zijn regen en stevige wind spelbreker geweest? Diegenen die thuis bleven hebben ongelijk gehad. Het was die zaterdagavond meer dan de moeite waard om je in een van de grootste operahuizen van de wereld te wanen. Bovendien stonden maar liefst drie obers klaar om de bezoekers te fêteren op drankjes en kleine hapjes. Kan het nog mooier?

Read Full Post »

Succesvolle Nabucco in Essen

Scène uit Nabucco

Sinds jaar en dag vind ik Giuseppe Verdi de meest succesvolle componist in de operageschiedenis. Met zijn omvangrijke oeuvre verovert hij niet alleen mijn hart maar geheel Europa. Zijn wereldfaam is vooral gestoeld op zijn gave om onvergetelijke melodieën te paren aan dramatisch opwindende scènes. Enkele van zijn werken, zoals Nabucco en I Lombardi, worden beschouwd als allegorieën voor de Italiaanse vrijheidsstrijd in de 19e eeuw. Wanneer ik naar de muziek van Verdi luister ben ik in muzikaal opzicht terug bij mijn wortels. In mijn jeugdjaren was ik al een Verdi-fan. Toch had ik me op zeker moment voorgenomen om niet meer naar Nabucco in het theater te gaan. Ik had al zoveel Nabucco’s gezien. Toch bezwijk ik steeds nog voor de verleiding als er een kans is om dit populaire werk te zien. Ik heb dan telkens weer het gevoel thuis te komen. Dat was afgelopen week ook zo. Vrienden nodigden mij plotseling uit om met hen mee naar Nabucco in het Aalto-theater in Essen te gaan. Ik heb er geen spijt van want de uitvoering was in alle opzichten voortreffelijk.

Wat Nabucco voor mij zo aantrekkelijk maakt zijn behalve de koren vooral de rollen van Nabucco en zijn dochter Abigaille. Zij zingen samen heel spannende duetten. Nabucco werd in Essen uitstekend vertolkt door de Russische bariton Boris Statsenko. Een naam om te onthouden. Hij was in Rusland al in 1990 bekend door zijn engagement bij het Bolshoi theater. Hij beschikt over een volumineuze brede Verdi-bariton en acteert als de beste. Hij heeft alle grote baritonrollen van Verdi gezongen en sinds enige tijd is Parsifal van Wagner aan zijn repertoire toegevoegd. Nabucco’s tegenspeelster Abigaille werd vertolkt door de Roemeense dramatische sopraan Sorina Munteanu. Zij is een veel gevraagde zangeres in Midden Europa. Haar optreden is zelfverzekerd en ze gedraagt zich met gevoel voor eigenwaarde als een echte operadiva. Haar bereik is groot en ze heeft geen enkele moeite om de lage tonen met evenveel expressie te zingen als de hoge. Een opvallend goede tenor was Thomas Piffka die de rol van Ismaele vertolkte. Hij heeft een zeer heldere aangename stem en vervulde in de ensemblepartijen een belangrijke rol. De andere rollen werden goed ingevuld met uitzondering van die van Zacharias (Marcel Rosca) die als hogepriester van de Hebreeuwen geen enkele autoriteit uitstraalde. Bovendien was zijn stem aangetast door een stevige verkoudheid. Nimmer bereikte hij het volume dat bij deze rol past.

Dirigent Guillermo Garcia Calvo leidde met succes de protagonisten en de Essener Philharmoniker en niet te vergeten het uitstekende koor van het Aalto theater. Een heel groot compliment verdienen de ontwerpers van de mise-en scène. Op een draaiend podium was een multifunctioneel decor geplaatst dat over diverse doorkijkjes beschikte waardoor de scènewisselingen snel en zonder problemen verliepen. De enscenering was in goede handen van Andreas Baesier.

De uitvoering in Essen was van een dusdanige kwaliteit dat ik een volgende gelegenheid om Nabucco te zien niet aan mij voorbij zal laten gaan.

Read Full Post »

In memoriam: Dame Joan Sutherland, La Stupenda

Joan Sutherland

Wanneer een grote zanger of zangeres overkomt wat onvermijdelijk is: de dood, gaat er een lichte schok door mij heen. Dat was ook zo bij prima donna Joan Sutherland. Zij overleed op 11 oktober 2010 op 83 jarige leeftijd in Geneve. Mijn herinneringen aan haar zijn talrijk. Die beginnen in 1962 met het bijwonen van haar operaconcert in Amsterdam. De in Sydney geboren zangeres was aan een been of voet geblesseerd maar bleek bereid om met behulp van een stok het podium op te klimmen. Het werd een waar zangfestijn. De sopraan trakteerde het publiek op hoge zuivere noten, rolladen, thrillers en coloraturen. Aan ovaties geen gebrek. Nadien trad ze in Amsterdam nog vier maal op. In de opera’s Rodalinde (1973)), Maria Stuarda (1977), Norma (1978) en Lucia di Lammermoor (1982). Die laatste uitvoering was zeer bijzonder omdat het op dat moment meer dan twintig jaar geleden was dat zij haar belangrijke debuut maakte in Covent Garden met Lucia di Lammermoor in 1959. Het leidde toen meteen tot haar grote doorbraak in Europa. Nadien heb ik veel opnamen van haar gehoord en tevens een video opname van Lucia di Lammermoor gezien. Ik genoot steeds van haar zang al slaagde zij er niet in de acteerprestaties van mijn idool Maria Callas te evenaren.

Al in 1947 maakte zij in Sydney haar debuut in de opera Dido en Aeneas. Sutherland was getrouwd met de pianist en latere dirigent Richard Bonynge. Hij had een grote invloed op haar repertoire. Hij ontraadde haar om Wagner te zingen en zij deed dat ook zelden. In Siegfried zong ze de bijrol van de Waldvogel en in de Meistersinger de rol van Eva. Haar echtgenoot adviseerde haar vooral in te zetten op het Italiaanse belcanto. Dat deed ze met groot succes. Ze glorieerde met haar perfecte zangtechniek in veertig verschillende opera’s. Ze nam o.a. Händel, Bellini, Rossini, Mozart en Franse opera’s op haar repertoire. Ze zorgde met Maria Callas en Marilyn Horne voor de heropleving van het belcanto. In Italië was men zo enthousiast over haar zangkunst dat men haar La Stupendia noemde (de overweldigende). Voor haar enorme plaatproductie ontving zij in 1992 een oeuvre-Edison. In 1979 werd Sutherland door koningin Elisabeth tot de adelstand verheven. Zij werd benoemd tot Dame Commander of the British Empire.

Na haar afscheid in 1990 in de opera van Sydney, trad zij nog één keer als gast op in Covent Garden in die Fledermaus tijdens een oudejaarsavond. Luciano Pavarotti en Marilyn Horne droegen toen een steentje bij om Sutherland een onvergetelijk afscheid te bezorgen. Ik herinner me die televisie-uitzending nog als die van gisteren. De emoties gierden door de zaal en het applaus van haar fans was misschien wel het meest ovationele ooit. Moge zij rusten in vrede.

Read Full Post »

Teleurstellende ‘Das Rheingold’ in de Met

Das Rheingold

Wie in de Pathé bioscopen Das Rheingold van Richard Wagner zag is vermoedelijk met gemengde gevoelens naar huis gegaan. Liefhebbers van acrobatiek zijn zeker aan hun trekken gekomen maar de aanbidders van de muziek van Duitslands grootste componist zullen hun wenkbrauwen hebben opgetrokken door het tekort aan expressie tijdens een opera die gaat over de liefdeloosheid. Het werk bevat zoveel momenten waarop dat waar gemaakt kan worden, maar de toegepaste high tech in de vorm van een 45 ton wegend apparaat dat onder meer bestond uit 24 beweegbare aluminium planken voorzien van fiberglas, verhinderde dat men het drama echt meebeleefde. De aandacht ging te dikwijls naar de verrichtingen van protagonisten die, soms aan touwen vastgebonden, helse toeren moesten verrichten om op een verticaal vlak hun rol in te vullen. Regisseur Robert le Plage had, om ongelukken te voorkomen, niet voor niets stand-ins ingezet om Wotan en Loge te laten afdalen naar het laag gelegen Nibbelheim. De verticale wand bleek geen gelukkige greep en was de oorzaak van een te ondiep podium. De zangers beschikten daardoor over een gebrek aan ruimte om met dramatische gebaren en loopacties de onenigheden tussen de goden te benadrukken.

De bedoeling was, dat deze productie, waar 17 miljoen dollar mee was gemoeid, een feest voor het oog zou zijn. In vergelijking met de Amsterdamse Ring in 1999 en 2005 schoot deze productie van Das Rheingold haar doel voorbij. Natuurlijk had Le Plage enkele aardige vondsten in huis door Alberich te transformeren in een enorme draak en even later in een pad zonder dat de protagonist Alberich gelijktijdig op het podium stond. Maar was er ook plaats voor ontroerende momenten? Ja, één viel echt op. Een van de twee reuzen, Fasolt, liet door zang en gebaar zien dat hij het spijtig vond dat Freia ingeruild moest worden voor goud. Dat hij de helft van de buit opeiste en die niet kreeg kostte hem ook nog de kop. Maar waar bleven de emoties van Wotan en Loge toen zij de gevangen genomen Alberich een vloek hoorde uitspreken die zowel de bezitters als de nietbezitters van de ring pijn zou bezorgen. Ze stonden er bij en keken er naar! Alberich deed zijn best en bleek met zijn krachtige stem vocaal goed op dreef. Dat kon je van Wotan ( Bryn Terfel) en Loge (Richard Croft) al helemaal niet zeggen. Terfel was soms erg timide al heb ik begrip voor de problemen die zijn vastberadenheid op de proef stelde. John Bröcheler kwam destijds in Amsterdam als oppergod heel wat overtuigender over. Ook vocaal! En Loge? Deze aalgladde, slimme oplichter, in Amsterdam vertolkt door Chris Merrit, kon door Richard Croft in de verste verte niet worden geëvenaard. Dat is wel naar voor de Ringliefhebbers want zowel Wotan als Loge zijn samen de spil in Das Rheingold. De overige rollen werden naar tevredenheid ingevuld waarbij de twee reuzen wel wat sterker voor de dag kwamen dan hun collegae. En wat te zeggen over het orkest onder leiding van maestro James Levine? Het is moeilijk daarover een oordeel te geven. Mijn inziens was de geluidsregistratie in de bioscoop niet geheel in orde. Ik had de idee dat de hoge tonen slecht doorkwamen. Dat idee werd onderstreept door een donker gebrom dat optimaal genot van het orkest in de weg stond.

Samenvattend kan ik niet anders dan constateren dat de uitvoering van “Das Rheingold” teleurstellend was. Na het weer bekijken van de Amsterdamse Ring uit 1999 verlang ik al naar de reprise in 2013.

Read Full Post »