Stel je voor dat je een dikbuikige niet onbemiddelde zeventiger bent, met een pruik en een versleten colbertje om je lijf. Je wilt trouwen al was het alleen maar om een neef die bij je inwoont je huis uit te krijgen. Je wensen worden in ijltempo vervuld en dan lijkt een waar paradijs op je af te komen. Dat overkwam de lichtgelovige, gierige en koppige Don Pasquale. En wat zag zijn bruid er prachtig uit. Jong, fraai gekleed èn ook nog een sexy uiterlijk waar mannen alleen maar van kunnen dromen. Don Pasquale waande zich weer jong en vitaal en vader van een dozijn kinderen. De hemel op aarde? Nee, want de handtekeningen bij de notaris waren nog niet gezet of die mooie meid, een jonge weduwe, ontpopte zich als een helleveeg die Don Pasquale de helft van zijn vermogen kostte, geen enkel fysiek contact toestond en geen tegenspraak duldde. Je kunt het je misschien wel voorstellen maar beter niet aan den lijve ondervinden. Helder is ook dat een ‘drammi per Musica’ dat komisch is een drama blijft.
Ongetwijfeld hebben de kijkers in de Pathé theaters van deze opera buffa gesmuld. Componist Donizetti (1797-1842) zou zich geen betere cast hebben kunnen wensen toen zijn opera in 1843 in première ging in Parijs. De rol van de weduwe Norina werd gespeeld door de wat molliger geworden Anna Netrebko. De diva heeft gelukkig niets verloren van haar spontaniteit en uithoudingsvermogen. Terwijl zij haar melodieën schitterend zong belemmerde dat haar niet in haar fysieke capriolen zonder het ritme van de muziek in de weg te staan. Hoe dwaas het stuk ook is, zij bracht haar rol geloofwaardig. Dat gold ook voor John del Carlo. Deze bas zette een Don Pasquale neer die bijna ten onder ging aan kommer en kwel. Maar zijn gang over het podium en zijn mimiek maakten dat de toeschouwers soms toch hardop moesten lachen. Zijn aria’s mochten er ook zijn. De ‘rap’ aria’s, de snelle parlando stukken, zong hij met verve en dat laatste gold ook voor Dr.Maletesta (Marius Kwiecien). De rol van de neef van Don Pasquale, Ernesto werd vertolkt door Mathew Polenzani. Het was een genot om naar deze lyrische tenor te luisteren. Zijn duet in de finale gezongen met Anna Netrebko was een muzikaal hoogtepunt. Over de productie van Otto Schenk niets dan lof. De decors oogden prachtig en de ruimte op het podium was zodanig dat de acteurs zich goed konden bewegen, James Levine dirigeerde, ondanks, zijn lichamelijke handicap, Don Pasquale voor het eerst in zijn carrière. Het orkest speelde zoals meestal prachtig. O ja, hoe liep het af met Don Pasquale? Goed! Hij aanvaardde de situatie toen het hem duidelijk werd dat Norina geen bitch was maar via een intrige er op uit was geweest om Ernesto tot de hare te maken. Eind goed, al goed.
Geef een reactie