Onverwacht zag ik gisteren bij de Nederlandse Opera Der Rosenkavalier. Ik heb er geen spijt van. Prachtige muziek, komische scènes en ook heel mooie, stille momenten die je laten nadenken over ons kortstondig bestaan.
Altijd al was ik gefascineerd door het onderwerp ‘tijd.’ Laat nu juist de prachtig zingende Anne Schwanewilms met haar slanke stem de rol spelen van Die Feldmarschalin. De operaliefhebbers kennen haar van een concertante uitvoering van Lohengrin. Zij speelt een getrouwde 35- jarige dame van adel die Octavian, een jongen van 17, bemint. Al in de eerste acte begrijpt zij dat de tijd vat op haar krijgt en dat zij hem eens kwijt zal raken aan een mooi jong meisje. De Marschallin bevestigt dat op een fraaie wijze tijdens de slotaria van het eerste bedrijf. Haar profetie gaat in vervulling, want voor het einde van de opera is Octavian verliefd geraakt op Sophie die zich met succes tegen een door haar vader gearrangeerd huwelijk met de onbehouwen baron Ochs verzette. De rol van Ochs is door veel beroemde zangers gezongen. Ditmaal stond de bas Kurt Rydl op de planken. Hij is niet meer de zanger die we kennen uit de Amsterdamse Ring, maar zijn acteerprestaties, om ook de lachers op zijn hand te krijgen, zijn niet gering. Meer dan 200 keer zong hij deze rol succesvol. De titelrol, Der Rosenkavalier, alias Octavian, was aanvankelijk weggelegd voor Magdalena Kozena maar zij werd wegens ziekte vervangen. De mezzosopraan Karin Strobos, behorend tot het huisensemble van Opera Zuid, greep haar kans en maakte een fraai debuut bij de Nederlandse Opera. Alleen tijdens de finale meende ik enige vermoeidheid waar te nemen. Hoe dan ook: ze kan op een zeer geslaagd debuut van haar broekenrol terugkijken. De Britse Saly Matthews zette een geloofwaardige, aanvankelijk onzekere maar in de slotfase een erg verliefde Sophie neer. Samen met Schwanewilms en Strobos bezorgden zij in de finale met hun trio dat overging in een duet het publiek de emotie en de rillingen die bij een dergelijk werk over de liefde passen. Een hoogtepunt!
Over de dolkomische acties van het personeel van de adellijke families ben ik niet zo enthousiast. Het zal wel aan mijn leeftijd liggen. Dat geren over het toneel leidt wel heel erg af van de prachtige muziek. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van de beroemde dirigent Sir Simon Rattle vertolkte de partituur voortreffelijk en was hoofdverantwoordelijke voor het slagen van de uitvoering. Het doorgecomponeerde werk kreeg van Richard Strauss in 1910 een schitterende partituur toebedeeld. Daarin speelt de Weense wals een centrale rol. De ene keer zeer dominant, de andere keer ook hoorbaar wanneer de zangers hun recitatiefachtige teksten zingen. Het geheel ademt daardoor de sfeer in van het Wenen van voor de eerste wereldoorlog.
Het decor bestond uit een zeer groot vertrek met hoge muren en deuren. Het geheel stond scheef ten teken van de vedorven Weense maatschappij waarin overspel en intriges aan de orde van de dag waren, zo heb ik me laten vertellen. Het ontwerp was van Willy Decker. De personenregie was in handen van de destijds bekende mezzosopraan Brigitte Fassbaender.