Muzikaal zat het wel goed in de Met. James Levine, al 40 jaar de vaste dirigent, die al meer dan 60 voorstellingen van ‘Die Walküre’ dirigeerde, hield zoals gebruikelijk een rustig tempo aan. Het orkest speelde onder zijn bezielende leiding met doordringend koper en wervelende strijkers. Jonas Kaufmann zong met zijn donkere tenorstem de partij van Siegmund. Hij heeft een prachtig legato en zijn verschijning op het podium deed vermoedelijk bij de vrouwelijke fans de adem stokken. Kortom Westbroek en Kaufmann vormden een ideaal liefdespaar. Hans Peter-König stond als Hundung met het liefdespaar in het eerste bedrijf langdurig op het podium. Zijn basstem mag er zijn, maar zijn optreden kan mij toch niet Kurt Rydl doen vergeten. Die bracht bij de Nederlandse Opera een geloofwaardige onbehouwen Hundung op het podium. Deborah Voigt zong vooral in het derde bedrijf prachtig tijdens haar roldebuut als Brünnhilde. Dat zij gek was op haar vader Wotan bleek maar al te duidelijk toen ze bij haar eerste optreden puberale grapjes met hem probeerde uit te halen. Later ontstond dat vreselijke vader-dochterconflict waarbij de woede van de sterk zingende en spelende Bryn Terfel werd afgewisseld met een tederheid die past bij een vader die zijn dochter straft maar haar duidelijk liefheeft. Terfel was goed op dreef. Ik zag hem in dezelfde rol een aantal jaren geleden in een productie van Covent Garden. Hij zegt zelf duidelijk gegroeid te zijn in zijn Wotanrol. Volgens mij klopt dat. Stephanie Blythe was een echte Fricka. Haar uiterlijk van een forse matrone versterkte haar doortastende optreden toen ze Wotan de les las over zijn huwelijksopvattingen. Deze krachtige mezzo- sopraan stond haar mannetje letterlijk en figuurlijk. Wotan moest door het stof. De kwaliteit van de personenregie van Robert Lepage vond ik nogal magertjes. Vooral in het eerste bedrijf was er weinig ruimte voor de drie protagonisten om zich wat vrijer te bewegen. In het tweede en derde bedrijf gebeurde er op het podium vrijwel niets. De zangers bleven bijna roerloos minutenlang hun dialogen opvoeren. Ook hier denk ik terug aan de podiumopbouw van ‘De Ring’ van Amsterdam. Die bood de protagonisten meer mogelijkheden om hun expressie ook fysiek te uiten.
Het 16 miljoen dure decor van Carl Fillon bestond uit een 40-ton zware machine met 24 hydraulisch beweegbare metalen balken die men soms met behulp van video modelleerde tot bergen, bossen, rotsen en zelfs galopperende paarden. Ik zou het niet kunnen bedenken. Wel knap. Deze megaproductie kost naar verluidt 40 miljoen dollar. Daar mag je dan ook wel iets voor krijgen!
Toch was ik niet echt verbaasd dat Westbroek rust neemt. Ik heb haar al vele malen Sieglinde horen zingen en ze zit niet echt ideaal in haar vel momenteel. Dat kan ik toch wel horen en zien. Er zit haar iets dwars, sommigen speculeren zelfs over een zwangerschap… Al zou het wat oneerbiedig zijn om dit ‘iets wat haar dwars zit’ te noemen. Ik kan het niet echt benoemen wat het is. Meer vibrato dan normaal, moeilijkere ademhalingstechniek. Tekenend was ook dat ze “Oh hehrstes Wunder” qua adem niet in een keer kon volbrengen. Ze gaat gewoon niet echt voluit. Zelfs het acteren, normaal toch een heel sterk punt, ging wat minder natuurlijk dan normaal. Afwachten en het beste ervan hopen.