Op zaterdag 19 november 2011 zag ik in de Pathé-bioscoop de uitvoering van de opera Satyagraha van de Amerikaanse componist Philip Glass (1937) en librettist Constance Delong. De uitvoering was vanuit de Metropolitan van New York doorgestraald naar Europa. De bewerkte teksten waren afkomstig uit het religieuze epos van India de Bhagavad Gita en werden gezongen in het Sanskriet.
Het was voor mij een heel bijzondere ervaring. Twintig jaar geleden maakte een cd-opname van het werk niet veel indruk op mij. Nu destemeer! Enige bestudering van de geschiedenis van het hoofdpersonage Mohandas K. Gandhi (1869-1948) droeg daar zeker aan bij. De opera Satyagraha handelt over de weerstand van Gandhi tegen tirannie. Het is ook een pleidooi voor totale geweldloosheid, tijdens een demonstratie, hongerstaking, opstand of revolutie. De opera speelt zich af in de periode 1893-1914 toen Gandhi in Zuid-Afrika vertoefde en ervoer wat discriminatie, onderdrukking en gevangenschap betekent. Iedere acte van Satayagraha geeft op indrukwekkende wijze een andere historische conflictueuze gebeurtenis weer.
Wie de teksten van deze opera nader bestudeert, doet heel wat wijsheid op en wordt aan het denken gezet. Bijvoorbeeld: wat vindt u van de opvatting dat de wereld kan voldoen aan de behoeften van alle mensen maar niet aan de hebzucht van iedereen? Gandhi leert dat je eerst een ander moet kleden en pas dan jezelf. Waar hoorde ik dat eerder? En hoe los je een conflict op? Volgens Gandhi probeer je dat door de tegenstellingen te elimineren zonder nadelige gevolgen voor de strijdende partijen en door jezelf te transformeren naar een hoger niveau. U begrijpt het, ik zag weer eens een opera die tot nadenken stemt en waarvan de schoonheid van de muziek door zijn herhalend karakter niet afleidt van de inhoud. Philip Glass slaagde er in met zijn minimal-muziek, die je in het klassieke repertoire zelden tegenkomt, de aandacht vast te houden. De opera geeft de indruk van klassieke muziek door de orkestrale bezetting en acteerwijze. De geconcentreerde luisteraar zal het opgevallen zijn dat er weinig solozang is, en dat er sprake is van veel nieuwe gemengde klanken. De muziek is gebaseerd op herhaling van korte melodische frasen die langzaam samen een muzikaal tapijt vormen. Aanvankelijk komt dat statisch over maar plotseling vindt transformatie plaats in tempo, toonaard of door toevoeging van een solo-instrument. De vocale trio’s, kwartetten of wat dies meer zij, zijn soms dominant ten opzichte van de instrumentale muziek. De muzikale verwantschap met andere opera’s is niet onmiddellijk hoorbaar. De klankpatronen en opbouw en beëindiging van klassieke aria’s moet je bij deze opera niet verwachten. Indrukwekkend was het optreden van de Britse tenor Richard Croft als Gandhi. Zijn zang was prachtig en zijn acteerprestatie getuigde van respect voor de man die hij op het podium vertolkte. De toneelbeelden waren imponerend. De protagonisten bewogen en handelden vrij traag waardoor het geheel ook een religieuze dimensie kreeg. Achteraf kwam de orkestratie magertjes over want toen ik twee dagen later de cd opname uit 1985 van de New City Opera beluisterde, hoorde ik veel meer prachtige instrumentale details dan tijdens de uitvoering in de bioscoop. Ik ben definitief gewonnen voor de opera Satyagraha.