Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for december, 2011

In 1825 ging de opera ‘Il Viaggio a Reims’ van Rossini in première in het Parijse Theatre Italien ter gelegenheid van de kroning van Charles X. Voor het werk heb je tenminste tien uitstekende solozangers nodig namelijk: drie primadonna- sopranen, één alt, twee tenoren en vier basbaritons. Vanwege een gebrek aan langdurige beschikbaarheid van zoveel solisten werd de opera in 1825 slechts vier maal gespeeld. In 1985 kocht ik de cd’s van het in de jaren tachtig door dirigent Claudio Abbado herontdekte werk. Over de indrukwekkende prestaties van de zangers was ik enthousiast. Een ding ontbrak, de opera ontroerde me geen moment. Wellicht mag je dat niet verwachten van een buffa-opera maar deze teleurstelling ervoer ik nu opnieuw tijdens de uitvoering van ‘Il Viaggio a Reims’ in de Vlaamse opera op 23 december 2011. Hoe kan het anders. De opera gaat werkelijk nergens over. Het is een flinterdun verhaal waarin tijdens de slotfase de lof wordt gezongen over de in Reims gekroonde Charles X. De toeschouwer krijgt noch de koning noch de kroning te zien. Daarvoor was in het script en het libretto geen plaats ingeruimd. Dat kon ook niet anders want de reis naar Reims ging helemaal niet door. Het internationale gezelschap dat gezamenlijk naar het kroningsfeest in Reims wilde reizen strandde in een hotel in Plombières. Er waren geen paarden beschikbaar die het gezelschap naar Reims moesten brengen. Dus besloot men zelf een feest te vieren in de villa bij een van de gestrande reizigers in Parijs. Regisseuse Mariame Clément zag kennelijk niet veel in het bestaande verhaaltje en veranderde de locatie om er een visueel spektakel van te maken. In plaats van in het kuurhotel ‘De Gouden Lelie’ zette zij de reizigers vast in een in de lengte doorgesneden Boeiing met passagierzetels (de koorleden) netjes op een rij op het bovenste dek. Op het benedendek kregen de VIP gasten een voorkeursbehandeling van de oubollig bewegende stewardessen. De reizigers irriteerden elkaar en sloegen elkaar soms met tijdschriften om de oren. Bovendien werden zij onderworpen aan de stereotype veiligheidvoorschriften, moesten lang in de rij staan voor een toilet en er passeerden nog enkele hilariteit veroorzakende kleine incidenten. Deze vondsten verhoogden kennelijk wel de amusementswaarde van de voorstelling want het applaus was groot en de bravo’s veelvuldig. De grote winnaar was dirigent maestro Zedda. Hij toonde zich opnieuw een Rossini-specialist. De bijna 84 jarige dirigeerde het orkest met verve. Elke solist kreeg de orkestrale ondersteuning die nodig is om de soms acrobatische zang met coloraturen, trillers en topnoten tot een goed einde te brengen. Opvallend waren de vocale prestaties van Elena Gorshunova als Corinna de voordrachtskunstenares, de bas Carlo Lepore als Don Profundo de verzamellaar van antiek, Cozmin Sime als de baron Trombonok en Anna Goryachova als de markiezin Melibea. De sprankelende, muziek, de spectaculaire ensembles met zijn pregnante afwisselende ritmes zorgden voor een levendig geheel dat weliswaar niet ontroerde maar voldoende muzikaal genot bood om terug te kunnen zien op een geslaagde avond.

Advertentie

Read Full Post »

Charismatische Jonas Kaufmann, meesterlijke Faust

Jonas Kaufmann en Marina Poplavskaya

Zaterdag 10 december. Faust van de componist Charles Gounod (1818-1893) wordt gespeeld in de Metropolitan in New York en getoond op het witte doek in de Pathébioscoop. Ik heb deze keer geen tijd wegens familieverplichtingen. Een tweede kans is er: ik bezoek een herhaling in Kinepolis in Antwerpen op maandag 12 december. Het scheelde weinig of ik kon onverrichter zake naar huis. Ik had geen kaartje gereserveerd. Er was nog wel een plaatsje in een onverwacht bijna uitverkocht huis op rij drie. Faust moet net als in de voorgaande jaren ook nu weer een kassucces zijn want dezelfde avond was er nog een herhalingsvoorstelling terwijl op zaterdag de liefhebbers al voor drie volle zalen zorgden. Hun enthousiasme was terecht. De mensen genoten van een Grande Opéra uit de 19e eeuw waar alles in zit wat de klassieke operaliefhebber zich maar kan wensen. Mooie, spectaculaire theaterbeelden, uitstekend koorwerk, ballet en een cast van solisten waar je je vingers bij aflikt. Het werk is sinds de première op 19 maart 1859 in heel Europa erg geliefd. In Parijs waren er destijds zes verschillende ensceneringen met 3000 voorstellingen. De naam Faust roept heel wat op. Zijn naam wordt door velen gebruikt. Dat gaat van popgroepen tot blote damesexploitanten op de Wallen in Amsterdam en mensen die zich op internet Faust noemen. Hij is een legendarische figuur geboren in Duitsland in Knittingen. Zijn naam is eigenlijk Dr. Johannus Faust. Hij leefde rond 1500. Faustus betekent gelukkige. Of hij dat werkelijk was valt te betwijfelen. Hij was een zonderling die van stad tot stad trok om zijn kunsten als man van de wetenschap te verkopen. Hij trok horoscopen en onderwees studenten in de filosofie en had bovendien kennis van alchemie en zwarte magie die hem geen windeieren legde. 

Regisseur Des McAnuff had het vertrouwde aanvangsbeeld van een bibliotheek waarin de oude Faust zijn leven overpeinst ingewisseld voor een laboratorium waar men kennelijk bezig was met de ontwikkeling van de atoombom. De scènes met opkomende en vertrekkende soldaten verplaatste hij van de 16e eeuw naar de twee wereldoorlogen in de 20e eeuw. Je vraagt je af of dat zo zinvol was. Aardiger was geweest wanneer de regisseur zijn actualisering verder had doorgetrokken. Een proefstation gelokaliseerd in Zwitserland tijdens een wetenschappelijk onderzoek naar het bestaan van ‘Higgs’ had niet misstaan en de thuiskomst van de Amerikaanse soldaten uit Afghanistan zou zeer actueel zijn geweest. Veel doet het er niet toe. Het optreden van de solisten en het voortreffelijk spelende orkest onder leiding van de enthousiaste dirigent Yannick Nézet-Séguin deed alle bezwaren die aan deze voorstelling kleven verbleken. De rol van Faust werd vertolkt door de Duitse donker getimbreerde tenor Jonas Kaufmann. De rol is hem op het lijf geschreven. Hij speelt bij aanvang van het werk de wetenschapper die geen genoegen meer neemt met zijn onbevredigende leven. De duivel Mephistofeles komt hem tegemoet. Hij sluit een verbond met de geleerde waarbij deze zijn ziel inruilt voor een ‘eeuwige’ jeugd en de liefde van een mooie jonge vrouw Marguerite. We zijn dan wel drie uur verder, in die tijd gebeurt van alles. Kaufmann en de sopraan Marina Poplavskaya spelen een spannend spel van aantrekken en afstoten dat eindigt in een totale omarming met als gevolg een ongewilde zwangerschap. Een drama voltrekt zich wanneer Margerithe haar kind doodt en zij haar zondelast in de gevangenis nauwelijks kan dragen en Mephistofeles uiteindelijk de ziel opeist van Faust en met hem in de diepte afdaalt naar het hellevuur. Tussen al deze gebeurtenissen in genieten de toeschouwers van de prachtige liefdesduetten, de door Kaufmann gezongen aria “Salut demeure chaste et pure” en de door Marina Poplavkaya met veel schittering gezongen ballade ‘ Il était un Roi du Thulé’ gevolgd door de ‘Juwelenaria.’ Marina zette werkelijk een aangrijpend kwetsbare vrouw neer die het slachtoffer is van Fausts begeerten en het werk van de duivel. De charismatische Kaufmann zong zeer intens. Hij fraseerde prachtig en liet zien dat hij niet alleen hard kan zingen en één toon in een ademtocht lang kan vasthouden maar dat hij ook een prachtige pianissimo in huis heeft dat hij aanwendt voor de meest tedere en intieme momenten. Geweldig vond ik het optreden van Russel Braun als de woedende Valentin die het gedrag van zijn zus Marguerite op hardvochtige wijze veroordeelde. De bariton moest in een heroïsch gevecht met Faust het onderspit delven. Indrukwekkend zingend en acterend kwam hij aan zijn einde. De opera Faust had ook Mefistofeles als titel kunnen hebben. De duivel staat het langst op het podium en is de grote strateeg en regisseur van de handeling. René Pape vulde de boosaardige rol voortreffelijk in. Manipulerend met zijn stok was hij dominant aanwezig en drukte met zijn imponerende bas een belangrijke stempel op de kwaliteit van de uitvoering. Niet onvermeld mag blijven het uitstekend zingende koor dat gehuld in witte laboratoriumjassen en dan weer in een militaire uitrusting zich prima van haar taak kweet. Op het podium werd bijna permanent gebruik gemaakt van aan beide zijden van het toneel opgestelde metalen trappen die een uitkijkje boden voor vooral Mefistofeles en Faust om te zien wat op het podium gebeurde tijdens het optreden van de koren. 

Met de opera Faust sloot de Metropolitan het jaar 2011 succesvol af. Mijn conclusie is dat dit werk van Gounod voor de liefhebbers nog springlevend is.

Read Full Post »

Prachtige Katja Kabanova van Opera Zuid

scène uit Katja Kabanova

Op 6 december kon men in de Schouwburg van Tilburg genieten van de prachtig uitgevoerde opera Katja Kabanova van Janacek. De sensitieve muziek, het uistekend zingen en acteren, moeten de toeschouwers ongetwijfeld hebben ontroerd. Enkelen waren wellicht verrast dat de componist zich bediende van de zogenaamde spraakmelodieën. Zo’n melodie is te omschrijven als een poging om de protagonisten een natuurlijke conversatietaal te laten zingen en daardoor het realisme van de handeling sterker te benadrukken. De zangstijl is min of meer declamerend. Het ritme van de spreektaal, waar Janacek jarenlang onderzoek naar deed, wordt daardoor zeker hoorbaar in de muziek. Het rauwe realisme en het steeds dreigende onheil riepen een permanente spanning op die wel moest leiden tot een fatale afloop: de zelfdoding van Katja. Haar rol werd schitterend vertolkt door de sopraan Johanni van Oostrum. De getrouwde Katja heeft een buitenechtelijke verhouding. Al spoedig blijkt zij een speelbal te zijn van de omstandigheden zoals haar burgerlijke omgeving maar vooral ook van het gedrag van haar schoonmoeder Kabanicha die voortdurend een wig drijft tussen haar en haar echtgenoot Tichon. Van Oostrum wist Katja’s gevoelens van eenzaamheid, gewetensnood en de worsteling met haar eigen identiteit overtuigend over te brengen met haar pure, heldere en volle stemgeluid. Katja’s onzekerheid leidde tot twijfels die oneindig lang lijken te duren (de sleutelscène). Ze twijfelt opnieuw tijdens een afspraakje met haar geheime minnaar Boris of ze al dan niet op zijn avances zal ingaan. Aan het begin van het tweede bedrijf zingt ze: ‘Ik heb geen vrije wil.’ Dat bevestigt ze meerdere keren in haar tekst tegen anderen: ‘Ik wilde je wat anders zeggen’ en ‘ik was mezelf niet de baas.’ Ze verdrinkt zichzelf in de Wolga en het had er alle schijn van dat dat ook gebeurde onder druk van de dorpbewoners.‘ Het jongere schoonzusje van Katja, gespeeld door Karin Strobos, speelde vol overgave haar troostende rol ten opzichte van Katja die haar lief en leed tegen haar uitsprak. Haar zang en acteren waren van grote klasse. De mannenrollen werden allemaal prima ingevuld. Een compliment dient uit te gaan naar het uitstekend spelende Limburgs symfonieorkest dat de prachtige sensitieve orkestmuziek tot leven bracht. Dat de uitvoering van Opera Zuid op een hoog niveau stond was vooral ook te danken aan de artistiekleidster van het gezelschap Miranda van Kralingen. In 1998 zong ze zelf een indrukwekkende Katja bij de Reisopera en nu had ze zichzelf gecast als de onverbiddelijke, autoritaire schoonmoeder Kabanicha. Een grote verdienste van haar was dat zij kans zag om voor deze productie de beroemde 76 jarige regisseur Harry Kupfer aan te trekken. Conclusie: Een schitterende uitvoering.

Read Full Post »

Rodelinda met Flavia

De opkomst in de Pathébioscoop in Tilburg op zaterdag 3 december viel tegen. Was de oorzaak een vervroegde pakjesavond, de onbekendheid met het werk of houden operaliefhebbers niet zo van deze componist? Dat laatste zou me niet verwonderen. Zelfs in een oude uitgave (1959) van het ‘Grote Operaboek’ van Leo Riemens bespreekt de schrijver geen enkele opera van Händel terwijl deze componist er toch maar liefst 46 heeft geschreven. Ik ken ook maar weinig mensen die fan zijn van de opera’s van Händel. Meestal schreef hij een aantal rollen voor castraten die tegenwoordig worden gezongen door countertenoren. Veel mensen kunnen de klank van een countertenor niet waarderen. Vanwege de hoogte associëren zij die met een vrouwenstem.

Onbekend maakt onbemind. Die onbekendheid van Händelopera’s wordt vermoedelijk in de hand gewerkt door het zelden of nooit uitvoeren van een opera van deze componist in de provincie. De Pathébioscopen boden nu wel de gelegenheid om  kennis te maken met de door Händel in 1725 gepresenteerde opera Rodelinda. De sopraan Renée Flemming gaf tijdens een interview ongewild nog een suggestie van wat mensen er mogelijk van weerhoudt om naar een opera van Händel te gaan. Zij karakteriseerde Rodelinda als een opera die bestaat uit dertig aria’s zonder één ensemble. Haar uitspraak was niet geheel juist want ze zong met countertenor Andreas Scholl aan het einde van het tweede bedrijf een harmonieus en prachtig liefdesduet en de opera werd afgesloten met een feestelijk kwintet dat ‘eind goed al goed’ suggereerde. Er zijn mensen die beweren dat, wanneer je een half uur naar de muziek van Händels opera luistert, je de gehele opera hebt gehoord. U begrijpt het: Rodelinda is geen opera die je wakker houdt door een variatie aan aria’s, koren, ensembles en balletten. De aandachtige, geconcentreerde toeschouwer zal desondanks hebben genoten van de prachtige muziek, waarin de strijkinstrumenten en het klavecimbel een vooraanstaande rol speelden. De fraaie decors en kleding waren een lust voor het oog.

Dirigent Peter Mc Clintock bleek opnieuw een specialist in het begeleiden van barokopera’s. Onder zijn leiding stond een cast die er wezen mocht. Renée Flemming herhaalde haar prestaties uit 2004 en 2006 als Rodelinda, de koningin van Lombardije. Haar man, koning Bertarido (Andreas Scholl) was in de 7e eeuw uit Milaan verdreven door Grimoaldo die niet alleen uit was op de troon maar ook de koningin tegen haar wil wilde trouwen. Flemming vulde de rol in als een warme trouwe echtgenote die tijdens de noodgedwongen afwezigheid van haar man voor haar principes opkwam. Zo weigerde ze de vrouw te worden van een onrechtmatige heerser en gelijktijdig de moeder te zijn van een rechthebbende koning. Deze dramatische scène was voor mij het hoogtepunt van de opera waarin fantastisch werd geacteerd. Zelfs tijdens de vele tekstherhalingen bleven de protagonisten hun rol uitbouwen. Net als Flemming was ook in 2006 Stephanie Blythe van de partij. Zij zette opnieuw een zeer krachtige Eduige neer. De beide dames hadden genoeg power om de gehele opera te dragen. Maar dat was niet nodig want de twee alto-castratos Andreas Scholl en Iestyn Davies zijn zoals bekend zangers van hoog niveau. De tenor Joseph Kaiser hoorde ik voor het eerst. Hij zong de rol van de ‘would-be king’ Grimoaldo geweldig en zijn voordracht was een ‘dramma per musica’ waardig. Dat gold ook voor de imponerende stem van de bas-bariton Shenyang  die de rol van Garibaldo voor zijn rekening nam. Na afloop dacht ik: De afwezigen hebben toch iets moois gemist.

Read Full Post »

Angela Gheorghiu en Roberto Alagna

Enige jaren geleden scheidden zich de wegen van het echtpaar Alagna-Gheorghiu.

In een interview met de operadiva Angela Gheorghiu in het maandbad Luister vertelt de zangeres dat ze niet alleen weer samen is met Roberto Alagna maar ook dat zij weer met hem gaat optreden. Dat is goed nieuws.

Read Full Post »