Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for maart, 2013

Parsifal: driemaal is scheepsrecht

regie:Joachim Schloemer

regie:Joachim Schloemer                       

Drie maal binnen één jaar Parsifal van Richard Wagner zien lijkt menigeen wel wat te veel van het goede. Niets is minder waar. Je leert het lastige werk steeds beter kennen en het vergelijken van uitvoeringen is behalve leerzaam ook zeer interessant. Zat ik in juni 2012 in het Muziektheater van Amsterdam bij Parsifal, op 2 maart 2013 keek ik in de Pathé- bioscoop naar de uitvoering van de Met. En de derde keer was op zondag 24 maart 2013 in het Aalto- Theater in Essen. Drie uitvoeringen met steeds een ander accent. In Amsterdam waren het de ervaren topzangers en de schitterende toneelbeelden die in mijn beleving domineerden. In de Metropolitan Opera imponeerde sterzanger Jonas Kaufmann als Parsifal en stal hij de show met zijn haast onovertrefbare presentatie.

In Essen werd ik vooral gegrepen door het prachtig spelende orkest van het operahuis onder leiding van dirigent Stefan Soltesz. Parsifal ontbrak in zijn eigen operahuis nog op zijn palmares. De klank van het rijk geïnstrumenteerde orkest is een lust voor het oor. Soltesz wisselt bovendien momenten van rust op een perfecte manier af met scènes die, zoals in het tweede bedrijf, om een grote spanningboog vragen. Bekend is dat er nogal wat discussie bestaat over het tempo waarop de ouverture en de graalvertelling door verschillende dirigenten wordt geïnterpreteerd. Sommigen presenteren de muziek in een zeer traag tempo, zoals de beroemde Met-dirigent James Levine en zijn vervanger de afgelopen maand Daniel Gatti. Soltesz echter vindt dat die scène niet contemplatief maar vertellend moet overkomen. Gurnemanz, uitstekend vertolkt door de Deense bas Magne Fremmerlid, vertelt de geschiedenis en de muziek volgt perfect zijn spraakritme. Jeffrey Dowd zong de rol van Parsifal. De tenor is sinds 1994 vast verbonden aan het Aalto-Theater waarin hij de grote partijen Lohengrin, Stolzing, Tannhäuser, Tristan en Siegmund voor zijn rekening nam. Dat doet hij meestal met succes. Zijn zang en voordracht tijdens deze Parsifal waren beslist voldoende, maar in de finale kwam hij vermoeid over en kon hij niet meer het volume laten horen dat hij als ‘verlosser’ nodig had. De Amerikaanse Jane Dutton zette een goede, gekwelde Kundry neer maar kon mij Petra Lang in Amsterdam niet doen vergeten. Heiko Trinsinger was een prima Amfortas. Of hij zich in deze regie van Joachim Schloemer altijd op zijn gemak zal hebben gevoeld waag ik te betwijfelen. En daarmee kom ik meteen op een heikel punt want deze regisseur is bekend van opera’s van Wagner en hem wordt verweten geen coherent verhaal te vertellen dat correspondeert met de authentieke regieaanwijzingen van Wagner. Amfortas bevindt zich tijdens deze voorstelling in het eerste bedrijf in een ziekenhuiskamer waar hij wordt behandeld wegens een wond die hem met de heilige speer is toegebracht door Klingsor. Hij valt een keer of vijf uit zijn bed en via een vast protocol wordt hij weer opgelapt door een groot gezelschap medici en verpleegkundigen. In plaats van met een gemeenschapshuis van graalridders, die er vaste rituelen op na houden, wordt het publiek dus geconfronteerd met de accommodatie van een ziekenhuis met haar eigen rituelen. Het is wel even wennen! Wanneer u bekend bent met de verhaallijn van deze opera dan weet u dat in het derde bedrijf Amfortas zich nog steeds gewond in het ridderverblijf bevindt. Omdat hij zijn ambt niet meer kan en wil uitoefenen wordt de graal niet meer aan de ridders getoond en leeft de broederschap sindsdien in grote nood en angst. De toeschouwers zien hier een volstrekte chaos op het podium waarbij allerlei afgedankte kledingstukken rondslingeren en een ziekenhuiskamer waarin de meubelstukken geen enkele functie meer lijken te hebben. In die chaos bevindt zich Amfortis die op een zeker moment de door Parsifal heroverde heilige speer in ontvangst neemt en zichzelf doodsteekt. De Parsifal muziek redt vermoedelijk voor velen deze scène. Slechts wanneer je de tekst tot in detail kent is wellicht nog enig christelijke symboliek te herkennen. Of dat een bezwaar is? Daarvoor geeft u zelf maar een antwoord. Misschien in de hemelvaart van Kundry, want die steeg letterlijk en figuurlijk loodrecht op naar de hemel haar verlossing tegemoet.

Het voorgaande tweede bedrijf stond in het teken van de ontmoeting tussen Parsifal en Kundry. Voorafgaand aan die scène besmeurden de bloemenmeisjes zich met een bloederig uitziende vloeistof. Ondanks dat die mooie, opzichtig geklede Parsifal hun minnaars heeft verslagen en gedood, verlangen zij naar een minnespel met hem. Ze verlangden zichtbaar onmiddellijk naar seks. Uiteindelijk dropen ze af en nam Kundry de gelegenheid te baat om Parsifal te verleiden. Regisseur Schloemer had voor Kundry een alter ego Kundry geënsceneerd. Die rol was weggelegd voor de danseres Yara Hassan. Het was een goede vondst want het gespleten karakter van Kundry werd hierdoor steeds zichtbaar gemaakt.

Het koor van het operahuis deed het weer uitstekend. De graalridders zongen niet op het podium, maar belangrijker is wat zij lieten horen en dat was indrukwekkend. Tenslotte gaat het grootste compliment naar Wagner. Ik heb drie uitvoeringen gezien en gehoord. Ze waren verschillend maar alle drie zeer de moeite waard.

Advertentie

Read Full Post »

Stefan Soltesz mijn sterdirigent

Dirigent Stefan Soltesz

Dirigent Stefan Soltesz

Sinds meer dan 20 jaar is de Hongaar Stefan Soltesz mijn sterdirigent. Waarom? Hij spreekt mij aan vanwege zijn passie en zijn onomstreden inzet om topproducties neer te zetten. In twee theaters volgde ik hem een lange tijd. Als abonnementhouder van de Vlaamse opera was ik al vanaf 1993 onder de indruk van zijn verschijning. In de orkestbak bespeurde ik een volledig geconcentreerde man, die met een ongelofelijke lichaamsinspanning zijn manschappen aanzette tot een maximale prestatie. Dat is zo gebleven. Je merkt dat dirigeren een lust is voor Soltesz. Wanneer zijn karwei geklaard is zie je meestal een glunderende dirigent die geniet van de jubel die hem ten deel valt. Hij is dan blij dat het publiek tevreden huiswaarts keert. 16 jaar geleden verliet hij de Vlaamse opera en werd benoemd tot chef dirigent en intendant van het Aalto-Musiktheater in Essen. Hij voerde de opera en het orkest naar de nationale top. Het kritische vaktijdschrift Opernwelt koos in 2008 Essen tot operahuis en orkest van het jaar. Dat is niet in geringe mate te danken aan Soltesz die tijdens zijn lange dienstverband ontelbare zangers aanstelde, regisseurs aantrok, gastdirigenten engageerde, het spelplan samenstelde en het orkest kneedde tot wat het nu is, een fantastisch orkest dat zowel het Italiaans als Duits repertoire beheerst. Soltesz lievelingscomponist is Richard Straus. Maar de maestro is er ook trots op, behalve de vroege werken, alle grote opera’ s van Richard Wagner te hebben gedirigeerd. Zelfs de zelden gespeelde Rienzi voerde hij concertante uit. Zijn laatste kunstje is nu Parsifal, want de 64 jarige gaat Essen in de zomer verlaten. Hij werkt nog steeds hard. Zo studeerde hij gelijktijdig Parsifal in voor zijn eigen theater en voor dat van Budapest. Tussen de generale en de première in Essen reisde hij nog anderhalve dag voor repetities naar Hongarije. Na de zomer staan opera’ s op het programma in Warschau, Gent, Japan en Budapest. Soltesz is nooit te beroerd geweest om traditionele uitvoeringen af te wisselen met moderne zodat iedere toeschouwer kreeg wat hij wenste. De Parsifal die in maart en April te zien is heeft in Duitsland tot nogal wat reuring geleid. Dat zal mijn inziens geen hinderpaal voor de stad zijn om tegen de zomer op een waardige wijze afscheid nemen van een dirigent die zijn hart en ziel verpand heeft aan het prachtige Aalto-theater en aan zijn vaste orkest en koor. Veel inmiddels erkende grote zangers, die onder zijn leiding de weg vonden naar operahuizen in wereldsteden, zullen hem ongetwijfeld dankbaar zijn voor de kansen die hij hen schonk.
Ik zal hem missen na zijn vertrek.

Read Full Post »

Eva Maria Westbroek

Eva Maria Westbroek

De componist Riccardo Zandonai (1883-1944) van Francesca di Rimini schreef circa tien opera’s waarvan eigenlijk alleen Francesca di Rimini nog zo nu en dan wordt uitgevoerd. Het werk was al meer dan een kwart eeuw niet meer in de Metropolitan van New York te zien. Ik herinner me nog vaag een uitvoering van de Met met Placido Domingo en Renate Scotto onder leiding van James Levine waarvan de dvd nog steeds verkrijgbaar is. De leiding van het operahuis besloot het werk in het operaseizoen 2012-2013 met dezelfde decors en kostuums als toen te laten herleven. Vermoedelijk loopt deze productie nu op haar laatste benen. De operaliefhebbers konden in de Pathé-bioscoop nog eens genieten van deze traditionele uitvoering waarbij ik tijdens een strijd van twee kampende legers dacht in een film van The Hobbits te zijn beland. U merkt het al dat ik niet zoveel affiniteit heb met deze uitvoering. Toch was ik blij dat ik de opera zag al was het alleen al om onze nationale ster Eva Maria Westbroek weer eens te zien schitteren. De nu 42 jarige dramatische sopraan maakte haar operadebuut in 1994 in de opera Les Dialogues des Carméllites van Poulenc. Sindsdien zong ze rollen van uiteenlopende aard en lijkt ze van alle markten thuis te zijn. De laatste keer dat ik haar live op het podium zag was in de befaamde uitvoering van Lady Macbeth of Minsk van Sjostakovitsj. Ze maakte toen een geweldige indruk op me. Ook de Metropolitan ging aan haar talent niet voorbij. Daar debuteerde ze op 22 april 2012 als een fraai zingende Sieglinde in Die Walküre van Richard Wagner. En afgelopen zaterdag stond ze opnieuw in de Met op de planken als de titelvertolkster van Francesca di Rimini. Haar stem bleek uitermate geschikt voor deze rol. Zandonai componeerde deze opera die doet denken aan de laatste dagen van het verisimo en met name vooral aan Puccini. Aanvankelijk dacht men dat de componist in de voetsporen van Puccini zou treden. Zo ver kwam het niet. Uiteindelijk is hij voor de meeste liefhebbers toch een componist van de tweede garnituur maar echt wel onvervalst Italiaans. Ontegenzeggelijk viel er van mooie muziek te genieten. Er waren mooie lange lijnen en welluidende aria’s waarin Westbroek een groot aandeel had. De enthousiaste dirigent Marco Armiliato inspireerde het orkest om de soms zeer volumineuze orkestmuziek met niet al te veel decibels te spelen waardoor de zangers de kans kregen om te schitteren.

Het melodrama van Zandonai is gebaseerd op een historische gebeurtenis uit de 13e eeuw. Het libretto van de opera, dat uit vier bedrijven bestaat, is afkomstig van Tito Ricordi naar het gelijknamige toneelstuk van Gabriele d’Annunzio. De première van de opera was in Turijn op 19 februari 1914. De plot is wel apart. De drie broers van de zoon van Malatesta van Verrucchio zien wel iets in de aantrekkelijke Francesca, de dochter van Guido Minore van Polenta. Nu is dat op zich niets bijzonders. Maar het gezelschap bestaat uit een heel lelijke man, genaamd Gianciotto, waarmee Francesco geacht wordt te trouwen, Malatestino een eenogige die wreedheid paart aan bedrog en Paolo il Bello, een knappe man waarop Francesca hevig verliefd wordt zonder ook maar eerst een woord met hem te wisselen. Jaloezie en agressie spelen in het ‘liefdesdrama’ een bepalende rol en je kunt op je klompen aanvoelen dat het met sommige protagonisten wel verkeerd moet aflopen. Dat doet het ook, want de beiden geliefden worden tijdens de laatste scène vermoord door Gianciotto mede dankzij een intrige van Malatestino. Twee van de drie broers waren schurken. Maar zingen konden ze. De bas-bariton Mark Dalavan zag er uit als een schurk en zong als een schurk. Als hij zijn mond open deed, deed je onwillekeurig een stap achteruit. Er ging steeds een dreigende houding van hem uit en hij drukte dat vocaal zeer krachtig uit. De tenor, Robert Brubaker, als Malatestino liet zich ook niet onbetuigd. Hij wilde Francesca met chantabel gedrag verleiden bij afwezigheid van haar wettige echtgenoot. Dat gebeurt niet. We zien dat Paolo in de slotscène de slaapkamer van Francesca binnensluipt en zijn geliefde innig omhelst. Ze zingen een langdurig liefdesduet waarin ze beiden op de toppen van hun kunnen hartstochtelijk zingen maar ze moeten hun liefde uiteindelijk bekopen met de dood want Gianciotto betrapt hen en zij worden door hem met het zwaard omgebracht. De rol van Paolo werd gezongen door de bekende lyrische tenor Marcello Giordani. Hij was de aardigste van de drie broers maar als zanger kon hij mij het minst bekoren door een wat ouderwetse manier van zingen. Bij grote intervallen transporteerde hij de onderste noot als het ware naar de bovenste waardoor het interval een slepende beweging kreeg. Dat deed me denken aan de zangwijze van Mario Lanza, een zanger die in mijn jeugdjaren furore maakte.

Behoudens de muziek beviel deze productie als geheel me niet zo. De regisseur had er wel voor gezorgd dat de acteerprestaties op een behoorlijk niveau bleven maar de totale uitstraling van deze opera kwam voor mij als te gedateerd over. Naar ik hoorde hebben de aanwezigen er toch wel van genoten en vooral van Eva Maria Westbroek, die vanavond beloond werd met een gul applaus.

Read Full Post »

parsifal_kaufmann_048_final

In juni 2012 zag ik tijdens het Holland Festival een prachtige Parsifal van Richard Wagner. Mijn waardering ging vooral uit naar de regie van Anish Kapoor en de schitterend zingende cast die al eerder furore maakte in Bayreuth. Was die opvoering nog te overtreffen, zo vroeg ik me af. Die vraag spoort aan om Parsifal meerdere keren te zien. Dus toog ik op 2 maart naar de bioscoop om me deze laatste opera van Wagner (1813) uitgezonden door de Met niet te laten ontglippen. Ik heb er geen moment spijt van want in mijn beleving evenaarde deze uitvoering die van De Nederlandse opera. Dat was voor een belangrijk deel te danken aan de uitstekende leiding van Daniele Gatti die het prachtige orkest liet excelleren en daarmee in de voetsporen trad van de legendarische dirigent James Levine. Hij hield net als zijn voorganger het tempo aan de lage kant zodat het vijf uur durende werk geen moment van zijn plechtstatigheid en verhevenheid werd ontdaan. Prachtig is de specifieke stijl van Parsifal met zijn veelal melodieloos zwevende akkoorden. De muziek lijkt niet ingewikkeld, er zijn weinig hevige uitbarstingen, er is geen opzwepende dynamiek, behalve in de Kundry scène in het tweede bedrijf. Het aantal motieven is kleiner dan in andere werken van Wagners rijpe periode. De protagonisten pasten zich fysiek aan en bewogen zich permanent traag over het podium. Voor mij verbeeldde dat de invloed van het Boeddhisme op Wagner.

De hoge kwaliteit van deze Parsifal was ook te danken aan regisseur François Girard en zijn vijf assistenten. Het podium, opgebouwd uit natuurlijke elementen, aangevuld met fraaie belichting en stemmige wisselende projectiebeelden, zorgde voor een feilloos overgaan van de ene fysieke ruimte naar de andere met een daarbij passende sfeer, die recht deed aan de symboliek van het gehele werk. De geweldige zangers cast maakte tenslotte deze uitvoering tot een onvergetelijke topproductie.

Deze opera vergt van de toeschouwer een stevige inspanning. Luisteraars die vertrouwd zijn met de Christelijke leer hebben een voorsprong maar ook zij ontkomen niet aan de noodzaak om de synopsis nauwkeurig door te lezen en nog liever kennis te nemen van het gehele libretto. In mijn beschouwing van juni 2012 (zie mijn weblog) legde ik de nadruk op Parsifal hoe die zich ontpopt van een reine dwaas tot een bewuste mens en verlosser. Van schuld, boete en berouw. De alleskunner, tenor Jonas Kaufmann, zong en speelde de rol van Parsifal voortreffelijk. Hij bewoog zich in het eerste bedrijf onverschillig tussen de graalridders en keek vol onbegrip naar hun rituelen en naar de van pijn krimpende Amfortis. In het derde bedrijf keerde hij terug als een gelouterd mens dankzij zijn ontmoeting en ervaring met de mystieke Kundry in het tweede bedrijf. Kundry en Parsifal zijn heel belangrijk voor elkaar.

De dramatische sopraan Katarina  Dalayman als Kundry, voegde zich goed bij de orkestklank die wat Italianita aandeed. Zij liet mede daardoor een verleidelijke Kundry zien. Een rol die psychologisch inzicht vereist vanwege haar gecompliceerde karakter. Deze vrouw leidt een rusteloos bestaan en een dubbel leven. Zij vertoeft zowel in de wereld van de Graalridders als in die van de vijandige Klingsor. Aan beide werelden biedt zij haar diensten aan. Voor de gewonde Amfortis, koning van de graalridders, zoekt zij kruiden voor de genezing van een open wond aangebracht door Klingsor. Maar ze staat gelijktijdig onder de sterke invloed van deze afvallige graalridder die de wereld van de graalridders wil vernietigen. Op zijn aandringen, verleidt zij ridders die een kuis leven behoren te leiden. Hun koning Amfortis valt voor haar en later doet zij een poging om Parsifal te verleiden waardoor zijn eerste seksuele gevoelens ontwaken. Terwijl beiden elkaar kussen, ervaart en begrijpt Parsifal plotseling de pijn die Amfortis in zijn greep heeft. Het maakt Parsifal bewust van het lijden in de wereld en wat het betekent medelevend, medelijdend te zijn. Hij voelt nu ook spijt en berouw om wat hij zijn moeder aandeed door haar te verlaten en niet bij te staan toen zij stierf. Ook Kundry wordt gekweld door schuldgevoelens over haar daden maar vooral omdat zij eens Christus aan het kruis uitlachte. Ze snakt naar verlossing.

Read Full Post »