Wie naar Macbeth gaat, Verdi’s negende opera, ziet misschien wel zijn zwartste opera. Die gaat over moord, macht, angst, vergelding en wroeging. Er vloeit onmetelijk veel bloed, bloed en nog eens bloed. Macbeth laat zich door zijn vrouw verleiden om koning Duncan te vermoorden waardoor hij voortijdig aan de macht komt. Daarmee is het hek is van de dam. Het vermoorden van een koning is een grote moord, een ware moord waarmee de geschiedenis begint. De andere moorden volgen vanzelf, noodgedwongen en gaan voort totdat degene die doodde zelf wordt gedood. In de wereld van Macbeth, de meest waanzinnige van alle werelden die Shakespeare schiep, is alles doordrongen van moord, van gedachten aan moord en angst voor moord. Zo zet de angst om het koningsschap te verliezen aan tot moord op Banquo en op de Schotse edelman en koningsgezinde Macduff en zijn vrouw en kinderen. Macduff overleeft en doodt in de finale van de opera Macbeth en zet zich in om de zoon van koning Duncan, Malcolm op de troon te krijgen. De tragedie is groot. Ook voor het echtpaar Macbeth. Het is kinderloos gebleven. Dat drukt zwaar op hen. Ze weten dat ze geen directe opvolgers zullen krijgen terwijl de heksen voorspelden dat de nakomelingen van generaal Banquo de wettige troonopvolgers zullen worden. Een ondraaglijke gedachte die de labiele Macbeth niet kan verwerken. Hij is bovendien een angstige man wiens geweten wel opspeelt maar toch is hij niet in staat om zijn moordpartijen te stoppen. Bariton Tommi Hakala wist dat karakter muzikaal goed uit te beelden. Vooral de verschillende visioenscènes zong hij met verve. Zijn klankkleur deed me naarmate de opera vorderde steeds meer aan Renate Bruson denken. Lady Macbeth heeft niet zoveel moeite met het uit de weg ruimen van tegenstanders. Zij is een boosaardige vrouw die uit is op macht en haar man aanzet tot moord op koning Duncan die in hun huis logeert. Lady Macbeth heeft weinig respect voor hem. Zij vindt hem laf vanwege zijn angsten en gewetenswroeging die tot slapeloosheid leidt. Zij wijst hem erop dat het bloed dat aan zijn handen kleeft met water kan worden afgewassen. Verdi vond dat iedere noot en ieder woord van deze verschrikkelijke Lady moest doordringen tot het publiek. Haar zang mocht van hem niet mooi klinken. Een wat metalig geluid paste volgens Verdi beter bij het karakter van deze venijnige vrouw. De sopraan Gun-Brit Barkmin zong te mooi om de wens van Verdi waar te maken. Maar ook de componist is daar zelf schuldig aan want de melodieën die hij voor Lady Macbeth schreef zijn zo mooi dat je haast vergeet dat je luistert naar een criminele vrouw. Dat werd nog eens benadrukt in de waanzinscène waarin alle herinneringen aan bod kwamen rond de moord op koning Duncan en waarna de Lady sterft. Het klinkt tegenstrijdig maar het was een van de weinige minpuntjes van een prachtige uitvoering. Het orkest had ook een groot aandeel in de geweldige performance want het zorgde voor een echte Verdisfeer. Daardoor konden de bas- bariton Liang Li als Banquo en de heldentenor Alexey Sayapin als Macduff volkomen tot hun recht komen. De toeschouwers kregen de heksen, die door hun voorspellingen toch grote invloed hadden op de loop van de gebeurtenissen niet te zien. Ze waren er wel, hun driestemmige zang sprak zeker tot de verbeelding.
De toeschouwers kregen een volwaardige Verdi opera te horen niet in het minst door de indrukwekkende koren zoals bijvoorbeeld aan het einde van de eerste acte toen de moord op koning Ducan net was ontdekt. Maar ook tijdens een banket waarbij Macbeth plotseling de gestalte van de gedode Banquo ontwaart en tenslotte in de finale waarin een koor van soldaten en vrouwen de overwinning op het kwaad (Macbeth) viert. De decors van David Hermann waren functioneel en donker belicht en droegen bij aan de sombere sfeer die bij een dergelijk werk past.
Samengevat: Het Aalto theater liet zich weer van haar beste kant zien al begon de uitvoering 15 minuten te laat door een demonstratie van de musici die protesteerden wegens achterstallige indexering van hun salaris. Moet kunnen.
Geef een reactie