Voor zover ik me herinner zag ik in de jaren zeventig voor het laatst de opera Faust van Charles Gounod (1818-1893) live. Ik vond er niet veel aan. Ik was in die tijd betoverd door de Italiaanse opera en had weinig waardering voor Franse componisten. U weet wel, het was niet genoeg belcanto. In 1991 kreeg ik toch interesse in het werk door een cd recensie in het blad Luister. De redactie waardeerde deze opname met een tien. Ik kocht de cd set onmiddellijk. De opname betrof een meesterlijke uitvoering met de solisten Richard Leech, Cheryl Studer, José van Dam en Thomas Hampson. De ouverture was zo melodieus, dat ik me niet langer kon voorstellen dat ik het werk had veronachtzaamd. Later zag ik een uitstekende dvd opname met Angela Gheorghiu, BrynTerfel en Roberto Alagna in de hoofdrol. Zondag deed zich een nieuwe mogelijkheid voor om het werk beter te leren kennen. In 1969 was Gounod’ s Grand Opéra voor het laatst door de Nederlandse Opera geprogrammeerd. Nu was er een nieuwe productie van Alex Ollé.
Visioen
Faust werd drie jaar na de première in1859 in Parijs razend populair. Er waren in Parijs zes ensceneringen en er werden maar liefst 3000 voorstellingen gegeven. Het werk ging de hele wereld over. De tekst was van Jules Barbier en Michel Carré naar het gelijknamige drama van Wolfgang von Goethe. Tijdens de vijf bedrijven, in Amsterdam verdeeld in twee, ziet de toeschouwer allereerst een gefrustreerde wetenschapper die twijfelt aan de zin van zijn bestaan. Hij vindt dat hij te weinig heeft genoten van het leven en verlangt naar afwisseling en het ervaren van de liefde met jonge vrouwen. Hij wil ook verder kijken dan wat de kerk hem leert. Méphistophélès, komt hem te hulp. Faust sluit een pact met de duivel waarbij hij zijn ziel inruilt voor een eeuwige jeugd en de liefde van Marguerite. Zeg maar seks, want Faust heeft Margerithe nog maar nauwelijks in een visioen dat de duivel hem voorschotelt gezien, of hij wil haar in zijn armen houden. Een andere drijfveer om haar lief te hebben is er niet. Hij laat haar na de liefdesbeleving ook vallen als een baksteen. De duivel houdt zijn belofte. Valentin, de broer van Margerithe, vindt na zijn terugkeer uit de oorlog zijn zus onteerd terug. Hij houdt Faust daarvoor verantwoordelijk en gaat met hem een duel aan. Het kost hem zijn leven want Mephisto helpt Faust een handje. Margerithe wordt ter dood veroordeeld wegens moord op haar inmiddels geboren baby. Zij gaat de gevangenis in. Faust wil haar toch nog bevrijden maar Margerithe sterft nadat zij God om vergeving heeft gevraagd. Ze wordt in de hemel opgenomen terwijl Faust wordt meegesleept naar de hel. Dat laatste was tijdens de uitvoering van De Nationale Opera niet zo duidelijk. Open einde?
Regie
Regisseur Alex Ollé en decorontwerper Alfons Flores maakten veel werk van deze uitvoering. Zij moesten het uiteindelijk doen met een uitgekleed verhaal van Johan Wolfgang von Goethe. De tekst van de libretto schrijvers Jules Barber en Michel Carré bood geen aanknopingspunten voor enige diepgang van de drie belangrijkste protagonisten: Faust, Margerithe en Méphistofélès. Of het moest zijn de scène waarin duidelijk wordt gemaakt dat Faust een wetenschapper is door het tonen van beelden die passen bij een laboratorium waar een kweekmensje wordt gecreëerd. Een beeld dat mensen wellicht aanzet te denken over de ethische grenzen van de wetenschap. Goede vondst van Ollé!
Volks karakter
Dat het verlangen naar het beoefenen van wetenschap en naar zinnelijke liefde niet altijd samen gaat, laat deze opera wel zien. Want zodra Faust de wetenschap vaarwel zegt, slaat zijn hormonenhuishouding toe en wil hij toegeven aan zijn zinnelijke begeerte. Een verbinding tussen de wereld van de ratio en die van de zinnelijkheid komt niet aan de orde. Over bleef dus een dokters romannetje met aantrekkelijke opera muziek en aansprekende massa scènes die bij een Franse Grand Opéra horen. De koren zongen met grote beleving. De vrouwen waren voornamelijk gehuld in omhulsels van kunststof als “baby” poppen en super prostituees om hun erotische uitstraling te beklemtonen in het rijk van de duivel (o.a. tijdens de Walpurgisnacht). Wiegend en dansend op de wals ‘Ainsi que la brise legère’, en stoer- maar ook met gevoel zingend het beroemde soldaten koor ‘Deposons les armes’, verschaften ze de opera een zeer levendige indruk en boden de toeschouwers voldoende afwisseling voor sommige langdradige passages. De opera kreeg in ieder geval een volks karakter. Van een te verwachten erotisch ballet in klassieke zin was in de Walpurgisnacht geen sprake. Van moderne dans trouwens ook niet. Ik zag uitsluitend chaotische beelden van personages die worstelden en copuleerden, kennelijk door Méphistophélès gearrangeerd om Faust te plezieren. Het was niet mijn smaak, wel die van de duivel. Mijn waardering voor deze Faust liep bovendien tegen het einde wat schade op door de merkbare affiniteit van Gounod voor kerkmuziek, die vooral te horen is in de laatste scène. De muziek waarbij een beroep wordt gedaan op de Heer ervaar ik als te sentimenteel.
Muziek
Allereerst is een compliment op zijn plaats voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van Marc Minkowski. Hij liet het orkest gloedvol spelen en bood zijn musici zo nu en dan de kans solistisch uit te blinken. Toch heb ik zondagmiddag geen kippenvel gekregen. De personages op het podium bleken niet in staat om de karakters goed over te brengen zodat je je ermee kon identificeren. Er werd beslist goed gezongen. De Faustrol was voor rekening van Michael Fabiano. De 30-jarige Amerikaanse tenor heeft een heldere volumineuze stem maar het overbrengen van emoties is een kunst apart. Daarin schoot hij m.i. nog te kort. Fabiano is de veroorzaker van het kwaad in deze opera omdat hij een pact sluit met de duivel. Dat liet hij wel heel weinig zien. Met zijn aria: ’Salut, demeure chaste et pure’ die culmineert in een hoge C oogstte de zanger applaus. Margerithe werd vertolkt door de Russin Irina Lungu (34). Haar stemvoering was niet direct die van een onschuldig jong meisje dat zich gemakkelijk laat verleiden maar van een vrouw met wat meer levenservaring. Een sopraan met een wat lichtere klankkleur die ook een thriller kan zingen was beter op zijn plaats geweest. Daardoor kreeg vooral de expressie van de juwelenaria van Margerithe niet precies de lichtheid die ik graag had willen horen. Een mens kan natuurlijk ook te veel eisen! De bas Mikhail Petrenko was een sterke Méphistophélès. De Rus acteerde prima, zijn bereik was groot, zijn klankkleuren zette hij goed in tijdens zijn aria’s. Mijn sympathie in deze opera gaat uit naar de bescheiden broekenrol van Siebel die oprecht van Margerithe houdt en haar in moeilijke omstandigheden niet in de steek wil laten. Mezzo-sopraan Marianne Crebasse vertolkte daarmee de rol van een protagonist die in deze opera de tegenpool is van Méphistophélès en in zekere zin ook van Faust die door het ondertekenen van het pact met Méphisto de oorzaak is van het kwaad.
Kort samengevat: van mijn bezoek aan het Muziektheater heb ik beslist geen spijt. Faust bleek voor mij een opera met veel mooie melodieuze muziek met een zwak libretto waardoor de spanning gedurende de lange duur onvoldoende kan worden vast gehouden. De verrassing van de voorstelling was de regie: Grote decorstukken, veel rood en veel kunstmatig vergrote borsten en billen, kortom een echt spektakelstuk.