Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for juni, 2014

deelnemer voorronden concours IVC

deelnemer voorronden concours IVC

Vrijdag 27 juni stapte ik om 11.00 uur het Theater aan de Parade in Den Bosch binnen vol verwachting wat ik die dag zou meemaken. Ik was daar om te kijken en luisteren naar zangers en zangeressen die een plaatsje wilden veroveren op het 50e Internationale Vocalisten Concours dat in Den Bosch wordt gehouden van 4 tot en met 14 september 2014. Er zouden drie sessies zijn: om 11.00 uur, 14.00 uur en 19.00 uur. Maar er hadden zoveel deelnemers ingeschreven dat de organisatie besloot om 10.00 uur al te starten. Er was slechts ruimte voor twee pauzes van circa één uur. Het gevolg was dat toen ik ’s avonds om half elf het theater verliet, ik maar liefst 50 zangers hun lied, oratorium- of opera-aria had horen zingen. IJverig hield ik een lijstje bij van de zangers die ik nog eens hoopte te horen in september. Het waren er meer dan ik van te voren had vermoed, want naarmate de dag vorderde bleek dat het aantal talentvolle zangers groot was. Chauvinistisch als ik ben: er waren ook veelbelovende Nederlanders bij. De meeste deelnemers waren geboren in de periode 1980-1985 en beschikten al over de nodige podiumervaring.

Jury

Met de zevenkoppige juryleden had ik medelijden. Ze kregen wel steeds op tijd hun kopje thee of koffie maar het selecteren van de deelnemers aan het concours in september lijkt me geen sinecure. Tot mijn verbazing was er weinig publiek. Wegblijvers weten niet wat ze hebben gemist. Maar wat niet weet wat niet deert. Het aantal toeschouwers bedroeg gedurende de gehele dag slechts 20 tot 40 mensen. Dat verraste me. De jury bestond uit klinkende namen zoals Roberta Alexander, Jard van Nes, Hans Eijsackers, Meinard Kraak, Hans Nieuwenhuis, Alexander Olivier en de directeur van het IVC, zangeres en juryvoorzitter Annett Andriesen. Naar 50 zangers luisteren betekende ook luisteren naar tenminste 100 liederen of aria’s. Mozart, Händel en Rossini bleken goed in de markt te liggen. Een aantal jaren geleden bestond er nog bij meerdere zangers een sterke voorkeur om vooral dezelfde populaire Italiaanse aria’s ten gehore te brengen. Bemoedigend vond ik dat de huidige zangers, afkomstig uit Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Zwitserland, Roemenië, België, USA, Israël, Nederland en IJsland niet schroomden om o.a. werk van Ravel, Strawinsky, Sibelius, Debussy, Dvorak, Rachmaninov en Berg te zingen.

De diversiteit van het aanbod was dus groot. Een dag later terwijl ik deze impressie schrijf, overzie ik het programma van vandaag, zaterdag 28 juni. Arme jury. Om 10.00 uur weer aan de slag. Rond 23.00 uur pas klaar. Vandaag staan weer 60 zangers voor u. U moet een oordeel vellen over 60 kandidaten die mee willen doen aan de eindronden in september. Ik wens u veel wijsheid toe en vooral een weekend waarin u eens heerlijk kunt uitrusten van het muzikale geweld.

Advertentie

Read Full Post »

Hilarische triomfmars Aïda in Bonn

Scène uit  Aida

Scène uit Aida

Zelden zal de veel gespeelde opera Aïda zo veel stof hebben doen oplaaien als de voorstelling die ik 31 mei jl. zag in Bonn. Ik herinner me dat in juli 2011in de Vlaamse opera van Antwerpen veel toeschouwers niet tevreden waren met de regie van Peter Konwitschny. Voor veel opera liefhebbers is de triomfmars immers de kers op het taartje en die speelde zich toen af achter de coulissen. De regisseur wilde namelijk aan het publiek duidelijk maken dat Aïda in feite een heel intiem stuk is waarbij de winnaars in een oorlog ook verliezers zijn.

Cynische aanklacht

In Bonn was dit ook het uitgangspunt van regisseur Dietrich Hildorf. Hij koos echter voor een andere weg om aan te tonen dat oorlog feestende winnaars kan opleveren die uit zijn op wraak. Zijn feest van de Egyptenaren vanwege de overwinning op de vijand Ethiopië werd een cynische aanklacht tegen een uit de hand gelopen, hilarische overwinningsroes. De koning van de Egyptenaren, zittend op een balkon in de zaal, moest allerlei eerbewijzen ondergaan vanwege de overwinning. Zelfs de toeschouwers waren via de geluidsinstallatie en een pamflet opgeroepen het feest bij te wonen. Zo verschenen voor de koning: paraderende militairen, handelaren in tweedehands boeken met olifantenkoppen, oorlogsveteranen en nog oudere veteranen met krukken van een oorlog die nog langer geleden werd gevoerd, weduwen en zonen en dochters van gevallenen, krijgsgevangenen, teenagers uit Memphis die spelletjes speelden, moeders met in hun armen baby’ s, aangekondigd als toekomstig kannonnenvoer en een paar huppeltrutjes die doorgaans meelopen in een harmonie. Muziek moest er bij een dergelijk groot feest natuurlijk ook zijn. Wel, men had het hele orkest in de pauze verplaatst naar de grote ruimte op het toneel. Er was door de regisseur met opzet geen ruimte gelaten voor de gedachte dat een dergelijk feest ten koste ging van het leven van anderen. Omdat een aantal protagonisten ook in de zaal langs de toeschouwers paradeerden werden zij direct deel van de euforie. Onmiddellijk na het feest werd een aanslag gepleegd op de koning die met een paar schoten om het leven werd gebracht door een Egyptenaar die het niet kon verkroppen dat het staatshoofd gratie verleende aan Ethiopiërs. In het libretto is geen sprake van een koningsmoord maar ik vond het toch een mooie vondst van Hilsdorf een politieke moord deel in te voeren in het totale drama. Oorlog en politiek kwamen daardoor in een breder kader te staan dan alleen een plaatselijk conflict. Peter Konwitschny en Dietrich Hilsdorf bereikten beiden hetzelfde: de visie op krijgsoverwinningen wordt door het publiek met cynisme ervaren.

Speelruimte

Tot zover de rol van de staat in deze opera. Voor het zover was verraste de regisseur het publiek al met de uitbreiding van de speelruimte voor de  protagonisten. In al zijn wijsheid had hij besloten de gehele zaal te gebruiken als podium. Voor de toeschouwers allesbehalve een lolletje want de zij beschikten niet over draaistoelen zodat zij zich dikwijls krampachtig moesten omdraaien om te zien wat er gebeurde. Daar kwam nog bij dat vooral in het eerste bedrijf Amneris en Aïda op posities ver van elkaar verwijderd acteerden. Het publiek kon dus nauwelijks de emotionele reacties van deze twee protagonisten op elkaar zien. Bovendien stonden de twee vrouwelijke rivalen op een te grote afstand van de dirigent en het orkest gepositioneerd. Dat gold ook voor de koren. Tijdens de samenzang ontstonden daardoor problemen want ik had sterk de indruk dat de klankbeelden niet overeen kwamen met wat ik gewend was. Omdat werkelijk uit alle hoeken van de zaal zangers of orkestleden plotseling te voorschijn kwamen werd de voorstelling toch een rommelig geheel. Tijdens de grote scène waarin Amneris definitief ontdekt dat Aïda Radames liefheeft, werd de prachtige muziek overschreeuwd door een klein koor dat plotseling uit een zijwand van de zaal kwam. Zo iets valt niet te accepteren.

Viel er veel te genieten? Zeker wel! De Nijlscène die aan de triomfmars vooraf gaat was werkelijk een hoogtepunt en beslissend voor de afloop van het drama dat zou leiden tot het doodvonnis van Radames wegens landverraad. Deze scène toont aan dat het haast onmogelijk is om liefdesrelaties te onderhouden in oorlogssituaties wanneer de partners behoren tot een vijandige staat. Het gewetensconflict van Aïda is daarom immens wanneer ze moet kiezen tussen de trouw aan haar vader, de koning van Ethiopië, en de liefde voor haar vaderland en Radames, de Egyptische veldheer waarop zij verliefd is. Er werd op die cruciale momenten groots geacteerd en gemusiceerd door vocalisten en orkest.

De slotscène, te beginnen vanaf de berechting van Radames was eveneens om van te smullen. Orkest, het koor van de wraakzuchtige priesters, Amneris en Radames voerden de spanning op tot het uiterste. De heldentenor George Oniant als Radames zong in zijn eerste romantische aria ‘Celeste Aïda’ nog met te weinig legato en warmte maar hij was een waardige partij voor de fantastische sopraan Yannick-Muriel Noah. Wat een schoonheid van een stem, wat een legato en parelende hoge tonen. Zij  deed de muziek van Verdi alle eer aan. Er was liefde voor Radames maar zeker heel veel voor Verdi. Haar rivaal Amneris vertolkt door Tuija Knihtia deed nauwelijks voor haar onder. Deze mezzo-sopraan had het volume om haar haatdragende gevoelens tot expressie te brengen en haar dramatische inzetten met onfeilbare donkere tonen te kleuren. Er waren nog meer uitblinkers. De rol van de Ethiopische Koning Amonasro, werd dramatisch prachtig vertolkt door de bas Daniel Moon. Dat gold ook voor Rolf Broman die een uitstekende hogepriester Ramfis neerzette. Evenals de hogepriester Ramfis en de Egyptische koning bleek hun stemmenmateriaal van grote klasse. Zoals hiervoor al vermeld, hadden de verschillende koren last van hun posities in de zaal maar wanneer unosono werd gezongen bleek dat zij krachtig maar ook subtiel een prachtig en soms sonoor geluid voort konden brengen. Het Beethovenorkest van Bonn onder leiding van Johannes Bell speelde sterk gemotiveerd. Opvallend subtiel was het spel van de violen tijdens de ouverture.

De lezer zal ongetwijfeld opgemerkt hebben dat de regie van Dietrich Hilsdorf door zijn experimentele plaatsing van de scènes in de zaal negatief van invloed is geweest op het totale klankbeeld, maar dat hij tevens in staat was een cynische visie te geven op een overwinningsroes van een staat. Dat laatste was natuurlijk prima. Over de solisten en orkest alle lof. Ik was blij dat ik er was.

Read Full Post »

Scène in Der Traum ein Leben

Scène in Der Traum ein Leben

Onbekend maakt onbemind?

Vrijdag 30 mei zag ik in het operatheater van Bonn de opera ” Der Traum ein Leben.” Het werd een merkwaardige avond om meerdere redenen. Wat mij tot dan toe nog nooit is overkomen was dat ik twintig minuten te laat in het operahuis arriveerde. Een leeg lopende batterij van mijn horloge was de oorzaak. Maar ook zeer ongebruikelijk was dat ik vrijwel onvoorbereid in de theaterzaal zat. Slechts met een uiterst summiere synopsis moest ik het doen. Geen bestudering van het libretto of ervaring met de muziek van de mij onbekende componist Walter Braunfels (1882-1954) was aan deze voorstelling voorafgegaan. Een analyse van de uitvoering zal ik dan ook achterwege laten. Natuurlijk heb ik wel een totaal indruk van het werk dat in 1937 in première ging van deze door de nazi’s verwenste half Joodse componist. Bij mijn late binnenkomst in de zaal zag ik een kleurrijk tafereel. Er werd een bed in de lucht gehesen waarop zich een man, genaamd Rustan, bevond die juist begon aan een droom waarin zich allerlei spannende avonturen zouden afspelen waarnaar hij in het reële leven had verlangd. Wat meer macht, een vrouw van wat meer aanzien dan zijn huidige jeugdvriendin Mirza en een heldenbestaan. Omdat in zijn droom zijn slaaf Zanga hem helaas aanzette tot leugens en moord verliep zijn droom uiteindelijk niet naar wens. Hij greep naar de dolk en gifbeker en vermoordde een getuige van de moord en later ook koning Samarkand. Omdat niet iedereen genoegen nam met de dood van de getuige werd waarheidsvinding bijna een centraal thema van het werk.

Het einde van de opera bracht Rustan weer terug in de realiteit. Hij ontwaakte, trof naast zijn bed Mirza aan, in plaats van de koningsdochter uit zijn droom, en begreep dat meer bescheidenheid, in plaats van groter aanzien vanwege gewenste heldendaden, hem het ware geluk zou brengen. Eind goed al goed.

Muziek

De muziek van Braunfels is me goed bevallen. Echte aria’s waren er niet, wel veel Sprechgesang, maar zeker ook interessant orkestspel, met opvallend weinig slagwerk van het Bonner Beethovenorkest onder leiding van Will Humburg. In de tweede acte was het klankbeeld van de muziek van Braunfels, die nog acht andere opera’s componeerde, nogal agressief. Van de cast kende ik behalve Graham Clarke geen enkele zanger. Deze 73 jarige Engelse tenor stond in de bijrol van de oude Kaleb zijn mannetje. De hoofdrol was weggelegd voor de helden tenor Endrik Wottrich. Een tenor met een baritonaal geluid. De hoog dramatische sopraan Manuela Uhl speelde de dubbelrol als Gulnäre, de dochter van de koning, en van Mirza. Dat ging haar goed af. Wanneer zij zong hoorde je de verwantschap met de muziek van Richard Straus (1864-1949). Ik had de indruk dat ieder zijn rol ruim voldoende invulde.

De regie was in handen van Jürgen R. Weber. Hij zorgde voor kleurrijke toneelbeelden dankzij fantasierijke kleding van Kristopher Kempf en goed uitgewerkte decors. Ik was na afloop blij weer eens uitvoering te hebben meegemaakt waar ik weinig of niets van afwist. Het bracht me meer begrip bij voor de moeilijkheden van iemand die voor het eerst naar een opera uitvoering gaat zonder daarop te zijn voorbereid. Je komt ogen en oren te kort. Het bijna gelijktijdig goed luisteren naar de muziek, het volgen van de toneelbeelden en de boventiteling is lastig. Oefening baart kunst. Zo is het mij in de loop van de tijd gelukkig vergaan. Het publiek reageerde positief. Na afloop hoorde ik wel een toeschouwer zeggen: ‘De muziek was minder negatief dan ik had verwacht.’ Jammer, dat ik niet te horen kreeg wat hij dan wel had verwacht. Zijn leeftijd deed mij denken dat hij vermoedelijk niet was opgevoed met muziek uit de 20e eeuw. Dat blijft toch een probleem in operaland! Onbekend maakt onbemind?

Indien u inmiddels toch nieuwsgierig bent geworden hoe ‘ Der Traum ein Leben’ klinkt, zet dan de radio aan op 22 juni, WDR 3 Būhne om 20.05 uur. Nog een mogelijkheid is er op 13 juli op SWR. Tijdstip s.v.p. even nakijken want dat is nog onbekend. Veel succes.

 

Read Full Post »

In memoriam Jan Jansen

Jan Jansen

Jan Jansen

Op zaterdag 24 mei 2014 is Jan Jansen overleden. Een man aan wie het muziekleven in Tilburg heel veel te danken heeft. Jan is 90 jaar geworden. Vijfenzestig jaar geleden leerde ik hem kennen. Ik was misdienaar in de inmiddels afgebroken Heilig Hartkerk aan de huidige Noordhoekring en Jan was de oprichter en dirigent van het kerkkoor. Nog zie ik hem staan op het priesterkoor in een zwarte toog met een witte superplie en met zijn stemvork aan zijn oor de toon aangevend aan de koorleden. Ik was meteen onder de indruk van de wijze waarop hij dirigeerde en zijn fiere houding. Pas veel later zou ik hem treffen in de concertzaal waar hij opera ’s dirigeerde. Ik was ondertussen een echte operaliefhebber geworden. Toen hij zeventig was kreeg ik pas intensiever contact met hem. Ik was bezig een operacursus voor beginners in Terra Nova in Tilburg te starten. Vooral door zelfstudie en veelvuldig bezoek aan opera’s in binnen en buitenland bouwde ik mijn kennis op. Ik besefte ook dat er nog veel te leren was. Toen heb ik Jan gevraagd repetities bij te mogen wonen van de opera’s die hij met enkele Tilburgse koren instudeerde. Hij was meteen akkoord. Ik zag onmiddellijk dat hij met grote kennis van zaken en met een ongelofelijk enthousiasme de koorleden instrueerde. Hij was volgens mij ook verknocht aan zijn koren. Het operakoor Bel Canto leidde hij 50 jaar en het koor van de Souvenir des Montagnards 36. Ik merkte dat zijn enthousiasme oversloeg op de koorleden en wanneer de discipline van de amateurs zo nu en dan wegzakte, kon hij wel eens ontploffen, maar een paar minuten later was alles weer vergeten en vergeven en iedereen was weer bij de les. Tijdens de repetities begeleidde hij de zangers aan de piano. Dat is lang niet alle dirigenten gegeven. Ik bewonderde hem ook om zijn gave om tijdens een uitvoering een koor weer op het goede spoor te zetten wanneer er even iets mis ging. Hij sleepte de mensen er door heen.

Door mijn aanwezigheid bij de repetities profiteerde ik van de mogelijkheid om tevens het werk van de regisseurs te bestuderen. Ik zag nu in de praktijk hoe moeilijk het is een opera in al zijn facetten goed op het podium te brengen en hoe structureel de repetities moesten worden gepland om een uitvoering naar een gewenst niveau te tillen.

Wanneer ik Jan ontmoette vertelde hij ook over bijzondere uitvoeringen die hij dirigeerde en zijn muziekreizen naar Polen. Dat waren indrukwekkende verhalen waaruit vooral zijn liefde voor  de vocale muziek naar voren kwam. Ik begreep wel dat hij niet gesteld was op al te moderne regisseurs. Bij hem moest muziek en libretto een eenheid zijn die niet mocht worden aangetast door een moderne interpretatie van de tekst. Ik vermoed dat hij niet veel van dergelijke opera’s heeft gedirigeerd. Aan de groots opgezette uitvoering in 1971 van de opera Aïda in de Sporthal in Tilburg waarvoor hij solisten van de Scala van Milaan had aangetrokken werd hij graag herinnerd. Jammer dat ik die uitvoering niet heb gezien. Gelukkig wel veel andere voorstellingen waarbij ik  zag hoeveel tijd en inspanning hij daarin investeerde.

Veel mensen hebben van zijn kennis geprofiteerd. Hij was niet alleen een bekende dirigent maar ook docent. Hij bracht daarbij de liefde voor muziek aan heel veel mensen over. Muziekminnend Tilburg heeft veel aan hem te danken. Dat geldt ook voor mij persoonlijk. Bedankt Jan.

Peter Année

Read Full Post »