De laatste decennia wordt de wereld geconfronteerd met talrijke revoluties waar geen einde aan lijkt te komen. Of er ooit opera’s over worden gecomponeerd? Het is niet uitgesloten. De Italiaanse componist Umberto Giordano (1867-1948) aarzelde niet. Hij schreef een opera over de periode 1789-1794 tijdens de Franse revolutie getiteld: Andrea Chénier. Op 28 maart 1896 ging deze belangrijke veristische opera in de Scala van Milaan in première.
De verwantschap met het werk van Puccini komt bij het beluisteren duidelijk aan het licht. Ik maakte in 1977 kennis met deze opera via een cd box van het label RCA met in de hoofdrollen Placido Domingo als de gepassioneerde Adrea Chénier, Renata Scotto als Maddalena di Coigny en de onvergetelijke bariton Sherril Milnes als Gerard. Een topuitvoering! Ik was zo enthousiast dat ik me voornam deze opera nog eens te gaan zien als de gelegenheid zich zou voordoen. Dat gebeurde pas donderdag 27 januari jl. in de bioscoop van het Theater aan de Parade in Den Bosch dankzij een rechtstreekse verbinding met The Royal Opera House Covent Garden in Londen. Mijn nieuwsgierigheid naar deze nieuwe productie van regisseur David McVicar was aangewakkerd door de bezetting van de cast. Allereerst onze landgenote Eva Maria Westbroek die opnieuw haar talent voor grote dramatische rollen etaleerde. Ze was een verliefde vrouw met nobele gevoelens die bereid was zich te geven aan Gerard om haar minnaar Chénier te redden en later nam ze vrijwillig de plaats in van een medegevangene van Chénier om samen met hem te sterven. Met haar brede stem leek zij moeiteloos de grote emoties te verwerken. Op de planken werd ze geflankeerd door de Duitse tenor Jonas Kaufmann die met zijn donker getimbreerde stem het publiek vanaf zijn eerste grote aria op de hand had. Zijn vermogen om begintonen van een frase te laten aanzwellen en terugnemen is formidabel en draagt bij aan het verwerken van het sentiment in zijn rol. De derde hoofdrol was weggelegd voor de Servische bariton Zeko Lucik, die zang- en acteerkunst tot een hechte eenheid smeedde en van Gerard een mens van vlees en bloed maakte. Vanuit psychologisch oogpunt is hij een interessante protagonist. Als bediende werkt hij bij een aristocratisch gezin, komt in verweer tegen zijn werkgever, vertrekt uit dat milieu en ontwikkelt zich vervolgens tot een strijder van de revolutie. Hij dient om persoonlijke redenen een valse aanklacht in die Chénier op het schavot brengt en trekt die klacht wanneer zijn geweten opspeelt weer in, omdat hij ervaart hoe oprecht de liefde van Maddelena voor Chénier is. Voor de rechters en het volk maakt hij zich belachelijk. Wat kan een mens nog meer meemaken? Hij kan na zijn tegenstrijdig gedrag dan ook niet tot een andere conclusie komen dan dat de revolutie zijn eigen kinderen opeet.
Guillotine
Het libretto van Luigi Illica gaat over de historische dichter Andrea Chénier die in 1794 het slachtoffer werd van een intrige tijdens de Franse revolutie. Hij stond aanvankelijk aan de kant van de revolutionairen maar kwam na verloop van tijd toch in het kamp van de antirevolutionairen terecht hetgeen hem onder de guillotine bracht. De dichter Andrea Chénier wordt in dit werk geïntroduceerd tijdens een feest van een adellijke familie di Coigny. Er heerst een rustige sfeer. We horen aanvankelijk veel korte, snelle noten die melodieus overkomen. De gasten dansen vervolgens een gavotte. Van de dichter Chénier wordt door het aristocratisch gezelschap een voordracht verwacht. De inhoud van zijn poëtische boodschap wordt echter niet op prijs gesteld omdat hij het in dit milieu opneemt voor de armen en kritiek geeft op de samenleving. De bediende Gerard gaat daar wat verder in. Hij stelt een krachtige daad door oproerkraaiers toe te laten tijden het feest en doet vervolgens met een groots gebaar afstand van het werktenue dat bij zijn functie past. De muziek is nu weerbarstiger geworden maar na het incident keert de rust terug en men gaat weer over tot het dansen van de gavotte.
De tweede acte, die zich afspeelt in café Hottot in Parijs, toont een beeld waarin mensen de straat op gaan, stevig drinken en het niet zo nauw nemen met de burgerlijke moraal. Te pas en te onpas wil men er een vrij leventje op na houden. Maddelena di Coigny voelt zich daar niet veilig bij en zoekt steun bij Chénier. Beiden zijn verliefd op elkaar. Al spoedig blijkt dat ook Gerard al jarenlang verliefd is op de adellijke Maddalena wat tot een duel leidt waarbij Gerard gewond raakt.
Confrontatie
Tijdens het derde bedrijf lopen de spanningen op bij het tribunaal voor de revolutionairen waar het gepeupel ook bij aanwezig is. De aria’s van de rivalen zijn, zoals Jonas Kaufmann tijdens de pauze al liet weten, heerlijk om te zingen. De solisten kunnen in het derde bedrijf nog eens echt uitpakken met lange legatobogen, begeleid door een groot, uitmuntend spelend orkest onder leiding van de sympathieke dirigent Tonny Pappano. De beroemde aria’s ‘Nemico della patria?’ van Gerard en ‘La mamma morta’ van Maddelena leverden open doekjes op en de confrontatie tussen Maddelena en Gerard was een vocaal hoogtepunt waarbij op hoog niveau werd geacteerd. De twee protagonisten verzoenen zich nadat Gerard Maddalena eerst nog had bedreigd. Gerard belooft ondanks zijn schriftelijke aanklacht tegen Chénier de dichter toch te verdedigen. Tevergeefs. De guillotine is zijn lot.
Het vierde bedrijf eindigt met een fel gezongen liefdesduet door twee protagonisten die overtuigd zijn van hun eeuwige liefde. De reis naar het schavot begint daarmee eindigt de opera. Het applaus in Londen was overweldigend en zelfs in de bioscoop deden enkele mensen een poging om in Londen gehoord te worden.
Nog geen 12 uur na de voorstelling luisterde ik nog maar eens naar mijn cd’s van Andrea Chénier. Een prachtige herbeleving van Giordano’s werk! Ik kon niet tot een oordeel komen welke cast ik prefereer. Die met Eva Maria Westbroek en Jonas Kaufman of die met Placido Domingo en Renata Scotto. Beide zijn fantastisch!
Dit verslag zou incompleet zijn zonder een positief oordeel over de aandacht die regisseur David McVicar en kostuumontwerpster Jenny Tiramani hebben besteed aan de decors en kleding die precies pasten bij het tijdsbeeld.
Conclusie: mooie melodische opera, uitstekende cast en orkest, prima geluidsweergave, sterk punt: Nederlandse ondertiteling. Minpuntje: filmdoek voor een dergelijke productie iets te klein. Genoten? Met volle teugen. Jammer als u er niet was!