De operahuizen in Gent en Antwerpen zouden worden beveiligd tijden de uitvoeringen van de opera la Juive van Fromental Halévey (1791-1868), zo suggereerden enkele Belgische kranten. Terecht? Wat is hier aan de hand? Het verhaal van librettist Eugène Scribe ligt ten grondslag aan deze opera die verhaalt over een ontwrichte samenleving van Christenen en Joden die ontketent in een spiraal van geweld en extremisme in de periode dat het concilie van Konstanz plaats vond. De opera vertelt over de christelijk gedoopte Rachel, die tijdens een brand gered wordt door de Joodse goudsmid Eléazar. Hij voedt het kind op volgens de Joodse gewoonten en cultuur en verzwijgt tegen iedereen haar afkomst. Wanneer het meisje later verliefd wordt op een zogenaamd Joodse kunstenaar die een christelijke strijder blijkt te zijn, komt ze in een geweldig gewetensconflict terecht dat alleen al om psychologische redenen zal leiden tot haar dood en die van haar vader.
Goede keuze
La Juive ging in 1835 in première en werd maar liefst 500 keer in Parijs opgevoerd voordat de 19e eeuw was verstreken. Door de opkomst van de nazi-ideologie verdween het werk van de podia maar keerde daar in de tweede helft van de 20e eeuw weer op terug. Nu dus ook in Antwerpen en Gent met als regisseur de 70 jarige Peter Konwitschny, die door het operatijdschrift Opernwelt vijf keer werd verkozen tot regisseur van het jaar Een goede keuze, want de man bewees in Vlaanderen al, tijdens zijn regie van Aida en Don Carlos van Verdi, diepere duiding te kunnen geven aan de opera’s. Zo ook in La Juive. Een voorbeeld: Aan het einde van het derde bedrijf laat Konwitschny een aantal gemeenschappen zien, niet alleen de Joodse en Christelijke, maar ook anderen, die onverdraagzaam tegenover elkaar staan. Aan een lopende band fabriceren zij bommengordels voor zelfmoordterroristen. De regisseur speelt daarbij in op het algemene onbehagen in onze wereld die geteisterd wordt door terreur en verderf. Hij betrekt de toeschouwers bij de handeling door de personages de zaal in te sturen en laat ze nadenken niet alleen over terreur en geweld maar ook over onverdraagzaamheid, cynisme, vooroordelen en pesterijen. Zijn focus sluit naadloos aan bij de hete hangijzers van vandaag: het religieus extremisme, macht en identiteit. Hij laat door zijn wijze van regisseren zien dat La Juive een politieke opera is die alleen maar verliezers kent en in de kern een universeel probleem aan de kaak stelt.
De scènebeelden zijn strak, maar weten toch een grootse sfeer op te wekken. Er staan multifunctionele zuilen en tralies op het podium die de zangers de gelegenheid geven zich vrij te bewegen over het podium. De koren maken daar in hun massa scènes goed gebruik van met name wanneer zij Eléazar en Rachel treiteren door hun een Sinterklaas en een Kerstman kostuum aan te trekken.
De protagonisten
De belangrijkste rol is die van Rachel die eigenlijk niet Joods is maar zich wel zo voelt. Gal James, een felle, hoog dramatische Israëlische sopraan, slaagde erin haar personage geloofwaardig neer te zetten en is tijdens de beslissende dialoog met Prins Leopold, vertolkt door de Amerikaanse tenor Randall Bills, op haar best. Passievol legde zij haar minnaar het vuur aan de schenen. Zij was verliefd op hem, dacht dat hij een Jood was, maar hij bleek een gehuwde Christen die er met haar vandoor wilde gaan terwijl Rachel het moeilijk had om haar vader te verlaten. Ook haar dialoog met haar rivale Leopolds vrouw Eudoxie was indrukwekkend. De sopraan Elena Chorchunova beschikt over een prachtige stem die haar lastige coloraturen tot een goed einde bracht. Samen stonden ze aan het bed van hun geliefde die onder een groot laken lag. Konwitschny liet in deze scène zien dat de oorzaak van persoonlijke conflicten niet altijd karakterologisch te verklaren is, maar dat structuren van opvoeding en religieuze beleving essentieel kunnen zijn. Rachel is door een gekwelde, fanatieke, wraakzuchtige vader opgevoed en is volstrekt anders dan haar rivale Eudoxie die als prinses in een paleis leeft. De twee vrouwen zijn elkaars rivalen. Ze houden beiden van Leopold. Deze christelijke strijder bedroog eerst zijn vrouw met Rachel en vervolgens Rachel door zich aan haar voor te doen als Jood maar later toe te geven dat hij Christen is. Dat beide vrouwen elkaar niet mogen ligt voor de hand. Toch breekt er een moment aan dat zij als mens niet meer vijandig tegenover elkaar staan zijn maar zich ervan bewust worden dat zij in vijandige structuren zijn geboren. Het was het enige hoopgevend moment uit de opera want van verzoening tussen kardinaal Brogny, de biologische vader van Rachel en Eléazar was geen sprake.
Ultieme wraak
De twee vaders kwamen radicaal tegenover elkaar te staan. Bij beiden zijn diepe wonden geslagen. Zij hebben tijdens het maatschappelijke geweld van Christenen tegenover Joden beiden hun kinderen verloren en konden wellicht daardoor niet anders dan met haat leven. De diepe Russische bas Dmitry Ulyanov kwam als een autoriteit over in de eerste scène toen hij als Brogny zijn opponent Eléazar niet het slachtoffer wilde laten zijn van de hetze van het Christenvolk. Zijn pleidooien in de laatste fase van de opera om Eléazar en Rachel over te halen de Joodse godsdienst op te geven waren indrukwekkend. De rol van de Jood Eléazar werd vertolkt door de tenor Jean Pierre Furlan. Eléazar is een religieus fanaticus die zich presenteert als een diepgelovige maar hij is niet te beroerd om zijn klanten te misleiden. Aan het einde van de opera vraagt hij zijn dochter of ze wil blijven leven en gedoopt wil worden. Hij weet dat haar antwoord ontkennend zal zijn en hij krijgt daardoor de kans om ultiem wraak te nemen op Kardinaal Brogny die wel van hem weet dat zijn dochter nog in leven is maar niet dat Rachel zijn kind is. Eléazar vermoordt in feite zijn dochter door haar ware herkomst te verzwijgen. Furlan zette stevig in op zijn rol. Zijn penetrante stem, maar vooral zijn vibratie die nog net niet overging in een tremolo, maakte het niet altijd aangenaam om naar hem te luisteren. Toch kreeg hij zijn verdiende ovatie in het vierde bedrijf na zijn grote aria ‘Rachel, quand du Seigneur.’
De koorleden leverden een topprestatie. Door hun ‘acte de présence’ die zich samen met enkele hoofdrolspelers deels in de zaal afspeelde, voelde het publiek zich betrokken bij de handeling. Deze opera is een pleidooi voor religieuze vrijheid. La Juive is actueel. Misschien een reden om nog naar Antwerpen te gaan want daar kunt u het werk van Fromental Halévey nog zien tot en met woensdag 6 mei.
Geef een reactie