Voor ontroering was weinig plaats tijdens de sprookjesopera La Cenerentola de coproductie van Opera Zuid en attractiepark de Efteling. Regisseur Sybrand van der Werf had gekozen voor een andere invalshoek. De toeschouwers moesten na afloop met een glimlach de Schouwburg van Tilburg achter zich kunnen laten. Dat deden ze dan ook. Het door Gioacchino Rossini (1792-1868) al uitgeklede verhaal van Assepoester, naar het sprookje ‘Cendrillon, ou la petite pantoufle de verre’ van Charles Perrault was weer enigszins in ere hersteld door een tovenaar op het podium terug te laten keren. Die wist met behulp van twee minuscule lampjes de decors en rekwisieten in een mum van tijd op het podium te plaatsen. Die zagen er sprookjesachtig uit met een kasteel, plantaardige bogen maar ook eenvoudig zoals een potkachel met schoorsteen in een keuken waar Angelina (Assepoester) de meeste tijd doorbracht.
Klucht
Opera Zuid reist met het orkest Philharmonie Zuidnederland naar een aantal steden. In haar voorstelling wil ze kennelijk de goede en slechte menselijke eigenschappen radicaal tegenover elkaar te stellen. Alle goeds vinden we terug bij Cenerentola (Assepoester) en het slechte bij haar boosaardige stiefvader Don Magnifico en diens dochters Clorinda en Tisbe. Het verhaal is snel verteld. Assepoester wordt permanent vernederd door het boosaardige drietal. Zij slagen er gedurende de voorstelling in de lachers op hun hand te krijgen omdat regisseur Sybrand van der Werf iedere mogelijkheid die het libretto biedt om van deze opera een klucht te maken ten volle aangrijpt. Bariton van Dieren als baron Don Magnifico is de gangmaker. Hij maakt een ontelbaar aantal belachelijk gebaren en buigingen voor de pseudo prins in de hoop dat hij een van zijn dochters aan prins Ramiro kan slijten zodat hij zijn vergane glorie weer kan oppoetsen. Ramiro is echter op zoek naar een bruid die niet uit is op zijn rijkdom, stand en status.
Met zijn dochters klimt Don Magnifico op stoelen en tafels om in de meest bizarre situaties de als prins vermomde kamenier te behagen. Tot zijn verbijstering en woede zal de echte prins Ramiro Assepoester tot zijn bruid nemen.
Van der Werf hield het eenvoudig voor het hooggeacht publiek dat dit keer geen moeite hoefde te doen om de opera te ‘lezen’: het goede was heel goed en het foute heel fout. Geen dubbele bodems. De personages werden daardoor wel haast karikaturen. De grote beweeglijkheid van de acteurs en de toegankelijke belcanto muziek van Rossini zorgden ervoor dat het publiek alert bleef.
Mezzosopraan Karin Strobos vulde de rol van Cenerentola sober in. Ze zette een geloofwaardig personage op het podium die de eenvoud zelf was. Ze deed wat ze moest doen: het sloofje spelen van de drie andere gezinsleden, een bedelaar vriendelijk te woord staan en hem van wat voedsel voorzien en op slag verliefd worden op de als kamenier vermomde prins na het wisselen van slechts één blik. Strobos heeft geen grote stem maar zingt wel uitstekend. Ze beheerst haar coloraturen en zorgde, nadat ze zich met haar treiteraars verzoende en daarmee definitief het hart won van prins Ramiro, voor een spetterend einde in haar finale aria ‘Nacqui all’ allfano al pianto’ met als slotdeel ‘Non piu mesta’. De serieuze rol die de tenor Elmar Gibertsson als Ramiro zong was ruim voldoende ingevuld. Dat gold ook voor de andere protagonisten. Het meest humoristische aspect van de voorstelling lag in handen van bariton Marcel van Dieren in de rol van Don Magnifico. De man was eens vermogend maar aan lager wal geraakt en verlangende terug naar oude tijden waarin hij kon pronken met zijn afkomst en status. Zijn rol is ook vocaal verre van gemakkelijk. Hij moet de snelle nootjes van Rossini in een even snel parlando kunnen verpakken zonder de talloze korte lettergrepen met medeklinkers te missen. Dat geldt ook voor de andere protagonisten. Vooral wanneer zij een hechte eenheid moeten tonen tijdens de ensemblezang. Zo nu en dan ging het wel eens mis. Ook het mannenkoor dat tot het gevolg van de prins behoorde zong stoer door wanneer men zo nu en dan ontspoorde. Niemand die daarom maalde. De inzet van zangers en het orkest was groot wat het publiek zeer waardeerde getuige het luidruchtig applaus.
Geef een reactie