Rond 10.30 uur liep ik zondag 29 november de ontvangsthal van de Pathé bioscoop in Tilburg binnen. Geen mens te zien! Toch vreemd want een half uur later al begint de opera Lulu, de weergave van een uitvoering vanuit de Metropolitan Opera in New York. Twee minuten voor het geplande aanvangstijdstip zijn er slechts zeven toeschouwers in de bioscoopzaal. Wat is er aan de hand? Dat atonale muziek bij de meeste operaliefhebbers niet geliefd is, is me bekend. Maar dat in een stad van 200.000 inwoners slechts een enkeling zich aan een experiment waagt om kennis te maken met operamuziek, die minder toegankelijk is dan het standaardrepertoire uit de 19e eeuw, ervaar ik als extreem. Zelf had ik me voorbereid door tweemaal, kort na elkaar, een dvd te bekijken van de atonale opera Mozes en Aron van Arnold Schönberg (1874-1951). Het is me goed bevallen. Zonder aarzeling besloot ik het werk Lulu van zijn leerling Alban Berg (1885-1935), die eveneens een exponent was van de tweede Weense school, te gaan zien.
Klankstructuur
Net als de zes andere toeschouwers had ik er geen moment spijt van. De opera-uitvoering van Lulu was van een zeer hoog niveau. Grandioos muziektheater. Zeker, de muziek met gebruikmaking van de twaalftoonstechniek klinkt aanvankelijk onwennig omdat de lyrische melodielijn lijkt te ontbreken, maar al spoedig kom je in een luisterflow waardoor je gewend raakt aan klankstructuren die hun oorsprong vinden in de eerste drie decennia van de 20e eeuw bij de tweede Weense school. De muzikale motieven zijn gebaseerd op één enkele twaalftoonreeks. De instrumentatie is veelkleurig en er wordt gebruik gemaakt van een grote variatie aan muzikale vormen. Doordat het ritme van de zanglijnen dicht bij de spreektaal ligt, klinkt de tekst heel natuurlijk. De componist volgde daarmee de voetsporen van Richard Strauss met Sprechgesang en leidmotieven die gekoppeld zijn aan de verschillende protagonisten. Bergs compositie blijkt een meesterwerk te zijn.
Berg begon in 1927 te werken aan zijn tweede en laatste opera, Lulu, op basis van Frank Wedekinds tragedies Erdgeist (1895) en Die Büchse der Pandora (1902). Het libretto schreef Berg zelf. Bij zijn overlijden was het werk nog niet voltooid en het werd afgemaakt door Friedrich Cerha. Daardoor ging pas in 1979 de opera in drie bedrijven in première.
Libretto
De opera Lulu vertelt het verhaal van een vrouw die door haar sexy uitstraling zich ontpopt tot een harde, berekenende mannenverslindster. Zij stijgt aanvankelijk, door haar contacten met zakelijk ingestelde mannen, op de maatschappelijke ladder maar eindigt haar leven als een prostituee die ten onder gaat als gevolg van politie-achtervolging, corruptie, chantage, een besmettelijke ziekte, vereenzaming en tenslotte wordt vermoord. Een weinig opgewekte geschiedenis van bijna drie uur. Ze is niet alleen slachtoffer van haar ongebreidelde seksuele lust maar sleurt ‘haar mannen’ en een lesbische gravin ook mee in haar val. Wie haar ziet kan niet om haar heen. Iedereen begeert haar. Wie een relatie met haar aangaat en zelfs trouwt heeft de kans het met de dood te moeten bekopen. Ze is een bedwelmende femme fatale die toch lief heeft. Ze is verknocht aan één man, Dr. Schön, die haar op jonge leeftijd van de straat haalde. Na enkele losse contacten slaagt Lulu erin om met hem te trouwen. Maar ook die liefde gaat kapot als zij hem met enkele revolverschoten vermoordt.
De Metropolitan Opera slaagde erin om een prachtige cast samen te stellen voor de productie van de Zuid Afrikaanse regisseur William Kentridge. Onlangs werd deze Lulu ook uitgevoerd door onze Nationale Opera in Amsterdam. Sommige solisten waren èn in Amsterdam èn in New York van de partij. Johan Reuter vertolkte uitstekend zowel de rol van Dr. Schön als die van de enge moordenaar Jack de Ripper. Daniel Brenna als Alwa, de zoon van Dr. Schön, en de 77-jarige Franz Grundheber als Schigolch bleken uitstekende zangers en acteurs. Zoals Mojca Erdman furore maakte in Amsterdam, deed dat de beroemde Duitse sopraan Marlis Petersen in New York. Zij speelde de rol van Lulu al gedurende 18 jaar in 10 verschillende producties en heeft nu besloten dat zij de huidige uitvoering in de Met als haar laatste Lulu beschouwd. Met stijgende verbazing zag ik hoe zij deze uitermate lastige rol met moeilijke coloraturen, grote intervallen en met een sublieme zangtechniek tot een goed einde bracht. Haar acteertalent lijkt me ongeëvenaard. De wijze waarop zij Lulu als ongeleid projectiel op de planken zet is buitenaards. Een uitvoering met deze zangeres lijkt bij voorbaat een succesformule.
Inkttekeningen
Maar er is meer: Regisseur Kentridge (1955), die ook al eens Shostakovitch ‘De Neus’ regisseerde, weet door zijn enscenering deze opera tot echt Muziektheater te promoveren. Hij liet zich inspireren door de zwijgende films uit de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw in de tijd dat Lulu ontstond. Bovendien bestaat zijn decor uit bewegende zwart-wittekeningen, over de volle hoogte en breedte van het toneel. Zij veroorzaken perspectieven waarachter zangers verdwijnen en weer tevoorschijn komen. De toeschouwer ziet prachtige, met een paar inktstrepen getekende mannenportretten. Vermoedelijk zijn het de veroveringen van Lulu. Zelf is ze ook afgebeeld met getekende borsten en schaamhaar.
Deze zondagmiddag zal ik niet snel vergeten. Een grandioze productie met groots theater in een nagenoeg lege zaal. Dat is me nog nooit overkomen.