Zondag 8 november werd weer een dagje opera. Al om 11 uur zat ik in de Pathé bioscoop in Tilburg om een uitvoering van de Metropolitan Opera te bekijken die op groot scherm en met HD kwaliteit werd getoond. Pas rond de klok van vier stond ik weer op straat. Een hele zit. Ik heb er geen spijt van. Hoewel ik half oktober Tannhāuser al zag in de Vlaamse opera, vond ik dat het geen kwaad kon om al snel weer voor de tweede keer dit werk van Richard Wagner te beluisteren. Je leert de opera immers steeds beter kennen en je ervaart nadrukkelijk dat de ene Tannhäuser de andere niet is. Dat werd me zeer duidelijk. In Antwerpen zag ik de productie van regisseur Calixto Bieito die me veel meer aansprak dan die van Otto Schenk uit 1977 van zondag jl. Het verschil? Allereerst, ik ben zelf veranderd. Wellicht zou ik in de jaren zeventig mijn voorkeur hebben uitgesproken voor de authentieke, oerdegelijke naturalistische voorstelling van Schenk. De leiding van de Metropolitan Opera had er alles aan gedaan om de productie van Schenk zo authentiek mogelijk te laten verlopen zoals in de jaren zeventig. De met zorg opnieuw vervaardigde of herstelde kleding, het ouderwetse wapentuig van de zangers en de edelen, de gotische landschappen met de Venusberg en het klassieke interieur van het kasteel op de Wartburg deden denken aan lang vervlogen tijden. Dat gold ook voor het ballet dat bij de Vlaamse opera achterwege was gelaten. De Met toonde een woud waarin zich tijdens de ouverture van de Parijse versie uit 1861, langdurig tamelijk saaie zich steeds herhalende erotische tonelen afspeelden in balletvorm. De verveling sloeg bij mij toe ondanks de fraaie muziek.
Waarderen
Hoe content was ik eigenlijk met de uitvoering van de Met? Laat ik u vooraf vertellen, dat ik de laatste 15 jaar steeds meer gewend ben geraakt aan modern geregisseerde opera’ s en ze ook steeds meer ben gaan waarderen. De oer traditionele voorstelling van de Met verraste me niet maar ouderwetser als deze productie kon het eigenlijk niet.
De ‘Calixto Bieito productie ‘ in Antwerpen liet ook andere invalshoeken zien van de Tannhäuser. In die voorstelling werd bijvoorbeeld duidelijk dat de kuise Elisabeth steeds meer een mens van vlees en bloed is en meer op Venus ging lijken. In het laatste bedrijf bleef Elisabeth bij de Met een op de grond liggende onschuldige parel, biddend voor het zielenheil van Tannhäuser. Bieito toonde haar in deze scene daarentegen als een verloederde, verbitterde vrouw, wachtend op de terugkeer van de pelgrims terwijl zij op de grond liggend, modder in haar mond stopt. Ik merk dat nieuwe ideeën van regisseurs mij aanspreken maar wel onder de voorwaarde dat ze allereerst begrijpelijk moeten zijn voor de toeschouwers.
Heftige emoties
Voor alle duidelijkheid: Er werd in New York uitstekend gemusiceerd. Koor en orkest onder de legendarische dirigent James Levine, die deze opera van binnen en van buiten kent, zorgden voor een uitvoering die muzikaal de toets der kritiek ruimschoots kon doorstaan. Dat gold in zekere mate ook voor de solisten. Onze prachtig geklede Eva Maria Westbroek stak toch nog met kop en schouders boven iedereen uit. De rol van de kuise en gevoelige, liefdevolle Elisabeth was haar, met haar dramatische, brede stem, op het lijf geschreven. Bovendien acteerde zij het best van alle solisten. Dat werd vooral aanschouwelijk in het tweede bedrijf toen haar geliefde Heinrich, alias Tannhäuser, door iedereen in de zaal van de Wartburg werd afgeserveerd vanwege zijn zondig gedrag bij Venus, de godin van de lijfelijke lust. De verschillende heftige emoties klonken bij Westbroek niet alleen door in haar perfecte zang maar waren ook steeds af te lezen aan haar gezichtsuitdrukkingen en gebaren. De solisten, met uitzondering van de vertolkers van de twee vrouwelijke hoofdrollen, acteerden maar matig. De opera oogde daarom soms als een opgepoetste concertopera. De eenvoudige gebaren en interacties waren net voldoende om hun karakters over het voetlicht te brengen. Echt storend was dat wel bij Westbroeks ‘s tegenspeler de Zuid Afrikaanse tenor Johan Botha, want zijn spel was zo statisch dat het leek alsof zijn conflict met Venus, en later met de andere minnezangers, er nauwelijks toe deed. Hij is wel een ervaren Wagnerzanger die de rol van Tannhāuser dikwijls zong. Vocaal kan hij zijn Tannhäuserrol goed aan dankzij zijn krachtige stem en groot uithoudingsvermogen. De Amerikaanse mezzosopraan Michelle Deyoung, als Venus, beleefde haar rol intens en zong overtuigend tijdens haar dialoog in de Venusberg met Tannhäuser. Ze was verliefd op de minnezanger en kon zijn afscheid allerminst waarderen. Opvallend mooi was de zang van de Chinese sopraan Ying Fang in haar rolletje als herderinnetje. Ze zong haar partij briljant. De Oostenrijkse bas Günther Groissböck vertolkte een uitstekende Landgraaf die leiding gaf aan de zangwedstrijd op de Wartburg. De Zweedse bariton Peter Mattei is een geliefd zanger bij de Met, waar hij steeds meer optreedt. Hij beschikt over een prachtig timbre en zijn performance is indrukwekkend al vond ik zijn ode aan de Avondster ‘Wie Todesahnung Dämmerung deckt die Lande’ te langzaam gezongen.
Pas in het tweede bedrijf kwam het drama in het kasteel van de Wartburg echt op gang. De sjiek uitgedoste bezoekers aan de zangwedstrijd betraden de klassiek ingerichte ruimte, ‘Die Halle’. Het koor liet meteen zien wat het in haar mars had. Voorbeeldige zang! Daarna volgde de zangwedstrijd. De deelnemende minnezangers moesten hun opvatting over het wezen van de liefde in hun zang verwoorden. Een schouwspel dat in deze productie begrijpelijker wijze mijlen veraf staat van moderne zangwedstrijden. Om maar niet te spreken van het populaire ‘ The Voice of Holland’! Het was allemaal oerdegelijk. Op zich geen probleem want het verhaal van Tannhäuser en de minnezangers stamt uit de middeleeuwen. Wie deze opera voor het eerst ziet kan er ongetwijfeld goed mee leven.
Contrast
In de uitstekende inleiding van Huub van het Hek werd de kern van de opera aan de toeschouwers duidelijk gemaakt. Wagner wilde via het personage van Elisabeth in zijn opera laten zien dat de kuise liefde, gepredikt door kerk en staat, een ideaal is en de hoofse liefde is een uiting daarvan. Als contrast daarmee introduceerde de componist, die tevens het libretto schreef, Venus als een protagonist die zinnelijkheid en lust een dominantere rol biedt in de relatie tussen geliefden.
Er waren niet veel toeschouwers op deze voorstelling af gekomen. Hoe dat komt? De opera’s van Wagner zijn in Tilburg niet populair en zullen het ook nooit worden. Er is weinig of geen aandacht voor deze componist omdat in de schouwburg en de concertzaal niet de faciliteiten aanwezig zijn om die omvangrijke producties mogelijk te maken. Maar in concertvorm een van zijn 13 opera’s opvoeren zou al een goed begin zijn. Zijn dromen bedrog?
Geef een reactie