Op 21 februari zat ik in het operatheater van Düsseldorf bij Don Carlos van Verdi. Een operabezoek waar ik halsreikend naar had uitgekeken. Eerder zag ik dit werk van Giuseppe Verdi (1813-1901) drie keer live. Ik had me goed voorbereid om Don Carlo, die door de Italiaanse componist speciaal was geschreven voor de stad Parijs, opnieuw te beluisteren. Zowel vanuit muzikaal oogpunt als vanwege het semi-historische karakter vind ik deze opera zeer intrigerend. Het werk is gebaseerd op een toneelstuk van de Duitse dichter Friedrich von Schiller en door Joseph Méry en Camille du Locke bewerkt tot een bruikbaar libretto. Dirigent Andriy Yurkevych en de Vlaamse regisseur Guy Joosten konden kiezen uit maar liefst zeven versies. De meest oorspronkelijke uit 1867 duurde meer dan vijf uur en bleek veel te lang om het publiek vast te houden. In Düsseldorf koos men de Milanese versie uit 1884 die 3 ¼ uur duurt en uit vier bedrijven bestaat.
Muziek
Don Carlos behoort tot de latere opera’s van Verdi. Verdi neemt afstand van het pure belcanto. De partituur bevat minder aria’s dan zijn vroegerige opera’s ondanks de lengte van dit werk. Er zijn relatief veel duetten. De orkestratie kreeg een belangrijke plaats en is een voorbode voor zijn latere werk. In de muziek laat de componist zijn liefde voor individuele vrijheid, bevrijding van vreemde mogendheden en zijn afkeer van de aristocratie en de kerkelijke onderdrukking tot uiting komen. Zijn muziek is vitaal, krachtig en manlijk.
Van alle operacomponisten is Verdi de meest politieke. Macht en gezag neemt in Don Carlos een belangrijke plaats in.
Collectieve frustratie
De opera speelt zich af in Spanje rond 1560. Koning Philips II regeert in de 16e eeuw met strakke hand over west Europa en komt vooral op voor de belangen van de katholieken. De protestanten beschouwt hij als ketters. Zijn probleem als vader, echtgenoot en machthebber loopt als een rode draad door het drama. Met groot inlevingsvermogen heeft Verdi de figuur van koning Philips II neergezet: de machthebber die net als zijn laagste onderdaan overgeleverd is aan het lot. En toch achter zijn ongenaakbare stijfheid is een menselijke autoriteit waarneembaar. Philips II is een eenzaam man die teleurgesteld is in zijn zoon Carlos die tegen hem in opstand komt en een aanslag op zijn leven pleegt. Hij is niet de zoon waarvan hij droomt. Net als zijn zoon is hij bevriend met Rodrigo, de hertog van Posa die hij als een van zijn vertrouwelingen beschouwt.
Carlos heeft wrok tegen zijn vader nadat hij zijn verloving met de Franse prinses Elisabeth di Valois afgebroken zag, omdat zijn slechts 18 jaar oudere vader om staatsredenen met haar huwde. De verliefdheid tussen Elisabeth en Carlos is blijven bestaan en is voor alle betrokkenen een ware kwelling. Behalve Rodrigo zijn allen hierdoor ernstig gefrustreerd. Het huwelijk van Philips is ook niet wat het zijn moet. Hij heeft het gevoel dat zijn vrouw Elisabeth nooit van hem heeft gehouden.
Het derde bedrijf vangt aan met de monoloog van Philips: ‘ Ella giammai m’amò’. ’ Ze (Elisabeth) heeft nooit van me gehouden. Eenzaam zal ik slapen in de koningsmantel. Terwijl de vorst slaapt, waakt de verrader.’ Deze zinsneden zeggen voldoende over hoe de vorst zich voelt. Ongelukkig! Tegen Rodrigo bekent hij: ‘ Verneem nu de kwellingen en de smart van het hoofd waarop de kroon weegt! Bekijk Konings tegenspoed omringd: een zwaar beproefde vader, een nog ongelukkiger echtgenoot! De koningin…. Een verdenking kwelt me….Mijn zoon!’ Philips verdenkt zijn vrouw van overspel met zijn zoon. Hij is doodongelukkig. Wie de tekst doorleest van de dialoog tussen Philips, in deze uitvoering uitstekend vertolkt door de bas Adrian Sampetrean en Rodrigo gezongen door de wat tegenvallende Litauwse bariton Laimonas Pautienius, kan tot geen andere conclusie komen. Met gevaar voor eigen leven leest Rodrigo de koning de les: ‘Heer, ik kom net terug uit Vlaanderen (staat onder heerschappij van Spanje), Gruwelijke vrede! Het is de vrede van de grafzerken! O koning! Moge de geschiedenis nooit over u zeggen: Hij was een Nero! Elke priester is een slachter, elke soldaat een rover. Het volk zucht en kwijnt in stilte weg en uw rijk is een onmetelijke, afschuwelijke woestijn.’ Philips antwoordt dan: ‘ Oh vreemde dromer. Gij zult uw mening wel herzien als gij het hart van de mens kent, zoals Philips het kent! Genoeg nu….De koning heeft niets gehoord. Vrees niet maar hoedt u voor de Grootinquisiteur!’
Een spannende dialoog waarbij Rodrigo plompverloren op het bed van de koning springt en kennelijk sterk vertrouwt op de goede band die hij met de vorst heeft.
Zonder krukken
Met de Groot- Inquisiteur heeft hij die goede band niet. Evenmin als de koning trouwens. Deze blinde kerkvorst is 93 jaar oud, en tot mijn verbazing wordt hij in deze voorstelling bij opkomst niet ondersteund door twee monniken of krukken maar loopt wel soepel het podium op. Hij is een dogmatisch katholiek, die van het standpunt uitgaat dat zuiverheid in de geloofsleer boven alles gaat. Hij gebruikt zijn kerkelijke macht om de koning te laten weten dat de politieke macht ondergeschikt is aan de zijne. De imposante dialoog tussen deze twee machtsgeile mannen is een van de vele hoogtepunten van deze opera. Met zijn volumineuze bas weet de Finse Sami Luttinen de koning te imponeren.
Daarbij speelt de positie van Rodrigo een bedreigende rol voor de bestaande politieke verhoudingen. Rodrigo’s inmenging in de privé aangelegenheden van de leden van het hof vergen veel tact van hem maar bieden hem ook de kans invloed uit te oefenen. Net als Carlos probeert hij de positie van de Vlamingen te verbeteren door de misstanden door de Spaanse onderdrukking aan de kaak te stellen. De Grootinquisiteur wil van deze vrijdenker af en beschuldigt hem van ketterij. De niet-historische Rodrigo moet zijn activiteiten uiteindelijk bekopen met de dood door een moordaanslag geregisseerd door de Inquisitie.
Seksuele macht
De intrigante in deze opera is prinses Eboli, uitmuntend vertolkt door de Roemeense mezzosopraan Ramona Zaharia. Deze prinses brengt door haar blinde liefde voor Don Carlos drie mensen in grote problemen. Zij speelt dubbelspel en werpt haar seksuele macht in de strijd. Tijdens een door haar uitgelokt avontuurtje met Carlos heeft zij ontdekt dat hij van zijn stiefmoeder houdt. Zij dreigt Carlos, tot woede van Rodrigo met haar kennis te chanteren en beschuldigt Elisabeth van een affaire met Carlos hetgeen de woede van de koning wekt. Zaharia acteert en zingt krachtig en overtuigend en haar aria ‘O don fatale…..’, na haar spijtbetuiging aan de koningin en haar bekentenis dat zij zelf ook het bed deelde met de koning, oogst een verdiend applaus. Eboli wordt gestraft met opsluiting in een klooster. Weer een ongelukkige wordt aan het verhaal toegevoegd!
Deugdzaam
Elisabeth is een deugdzame vrouw die tegen haar wil huwt met de koning. Zij is het slachtoffer van staatszaken en gedoemd haar hele leven lijdzaam te ondergaan. Haar opoffering om met Philips II te huwen is het begin van het drama. Ze houdt van Don Carlos maar vervult de plichten die haar zijn opgelegd. Nooit kan ze zichzelf zijn. Slechts in een zwak moment suggereert zij Carlos haar man om te brengen. Zij is net als haar man Philip een eenzame figuur aan het hof.
De belangrijke rol van Elisabeth di Valois werd gezongen door de Russische sopraan Olesya Golovneva. In het hoge register komt ze heel helder en expressief voor de dag maar in het ‘midden’ is ze niet altijd goed hoorbaar door het massieve spel van het orkest. Met haar aria ‘Tu ‘che vanita’ in de slotfase van de opera kreeg zij het applaus waar zij recht op had mede dankzij haar goede spel.
Vriendschapsduet
De Düsseldorfer Symphoniker, onder leiding van gastdirigent Andriy Yukervich, speelde vanaf de aanvang erg luid. De transparantie van de orkestklank leed er onder en er was te weinig oor voor subtiele momenten. Daardoor kwam het bekende vriendschapsduet tussen Carlos en Rodrigo ‘Dio, che nell’ alma’ niet tot zijn recht. De toch al fors, soms wat penetrant zingende, overbekende Italiaanse tenor Gianluca Terranova wilde met zijn volumineuze stem het orkest de baas blijven en zette nog een tandje bij waardoor de warmte en intimiteit van dit duet niet uit de verf kwam. Gevolg: een onnodig tegenvallend en te hard gezongen duet dat toch nog applaus oogst. Vermoedelijk bestemd voor Verdi! Terranova was zeker een goede Carlos. Hij heeft een stem die geen hoogte te hoog is, hij haalt alle topnoten moeiteloos en acterend maakt hij duidelijk dat hij het liefst het hof verlaat om te gaan regeren in Vlaanderen. Zijn smeekbede vindt bij zijn vader geen gehoor en aan het slot van de opera moet hij zijn opstandigheid bekopen met de dood wanneer de koning hem neerknalt. Dat laatste staat niet in het libretto want in de oorspronkelijke tekst leest men dat hij juist ter voorkoming van een dodelijke afloop door een monnik, de verschijning van Karel V (Karel de Grote), het klooster wordt ingetrokken.
Het autodafé
Spectaculair in een Grande Opera is meestal een scene waarin het koor een belangrijke plaats inneemt. In Don Carlos is het de autodafé een bijeenkomst waar de inquisitievonnissen over ketters worden uitgesproken en voltrokken. Tijdens de autodafé ontwikkelt zich nog een nieuw drama omdat Don Carlos in opstand komt tegen zijn vader en zes Vlamingen bij de koning aandacht vragen voor hun problemen. Het autodafé heeft een massaal karakter en vraagt grote inzet van het koor en solisten en is ondanks zijn misdadige inhoud geliefd bij de operaliefhebber. Het stuk is een machtige muzikale constructie die het dramatisch conflict als in een brandpunt samenbrengt.
Historisch okay?
Geeft de opera de historische feiten juist weer? Het is goed te weten dat Don Carlos in werkelijkheid een zwakzinnig, cholerisch en onsympathieke man was en dat Elisabeth nooit verliefd is geweest op de infant. Rodrigo, ook wel kortaf Posa genoemd, heeft nooit bestaan. Hij is een imaginair wezen dat onder de heerschappij van Philips II nooit had kunnen functioneren zoals in het libretto is aangegeven.
Regisseur Guy Joosten heeft in zijn productie duidelijk onderschreven dat Verdi’s Don Carlo duidelijk maakt dat het privéleven van mensen niet gelukkig kan zijn als de maatschappelijke politieke omstandigheden bizar zijn.
Oordeel
De uitvoering in Düsseldorf kwalificeer ik voorzichtig als verdienstelijk. Het is aanmatigend om steeds een oordeel te geven maar ter vergelijking doe ik het toch: Mijn favoriete voorstelling is nog steeds de productie van Willy Dekker van de Nederlandse opera in 2004 waarin het Koninklijk Concertgebouw Orkest onder leiding van Riccardo Chailly schitterde naast de excellent debuterende Mexicaanse tenor Rolando Villazon als Don Carlos.