Toen ik zondagmorgen in de bus van Operaclub Nederland stapte op weg naar Gelsenkirchen om de opera la Gioconda van Ponchielli te zien was ik erg nieuwsgierig wat me te wachten stond. Live had ik nog nooit deze opera gezien. Om met de deur in huis te vallen: De uitvoering is me goed bevallen. Een uitdagende regie, hoog muzikaal niveau en een min of meer sensationeel uitzicht op het podium. Zelden zat ik zo hoog in een theater. In de nok van het dak! Het viel alles mee. De akoestiek was prima en het uitzicht overzichtelijk met een goede uitkijk op de boventiteling.
Verona
De première van La Gioconda was in 1876 in de Scala van Milaan. De situering van het stuk werd verplaatst van Padua naar Venetië en speelde in de zeventiende de eeuw.
Gioconda wordt in Europa niet zoveel gespeeld. Het is de enige opera, van de tien die Ponchielli componeerde, die enigszins repertoire hield. Na de tweede wereldoorlog kreeg het werk bekendheid toen Maria Callas op 3 augustus 1947 in de arena van Verona, na haar aankomst uit Amerika, daar haar Italiaanse debuut maakte met het zingen van de zware rol van La Gioconda.
Puccini en Verdi
De muziek van deze opera is meeslepend en doet steeds denken aan Verdi en aan Ponchielli’s leerling Puccini. Het werk is rijk aan melodieën, zoals de rozenkransmelodie van de blinde vrouw, de romance van Enzo, de beroemde giftaria van Gioconda en enkele liefdesduetten.
In het prachtige ‘Im Revier Musiktheater’ van Gelsenkirchen werd uitstekend gemusiceerd door het orkest en de vocalisten onder leiding van dirigent Rasmus Baumann. Het koor zong aanvankelijk niet precies gelijk met het orkest maar het herstelde zich daarna voortreffelijk. De zes protagonisten leverden een puike prestatie. De belangrijkste hoofdrol was voor de dramatische sopraan Petra Schmidt weggelegd die de straatzangeres Gioconda vertolkte. Vocaal overwon ze alle moeilijkheden van de rol. Ze beschikte over de diverse klankkleuren om de grote variëteit van gevoelens die haar kwelden weer te geven. Haar grote aria ‘Suicidio,’ die ze zong nadat ze zich had voorgenomen om ten einde raad zelfmoord te plegen, was van grote klasse. Ook denk ik nog terug aan het fantastische duet dat zij met haar rivaal Laura zong. Beslist een hoogtepunt! Ook acterend kwam Schmidt in deze zware rol uitstekend voor de dag. Gevoelsmatig zat zij constant in een spagaat. Ze zorgde voor haar oude moeder, die zij na haar dood tegen haar wil in de steek moest laten. Ze hield van haar wettige echtgenoot wiens gevoelens voor zijn jeugdliefde Laura opflakkerden en waardoor zij ten prooi viel aan heftige aanvallen van jaloezie. Haar plichtsgevoel en haar morele standaard bleken zo hoog, dat ze, weliswaar met tegenzin, toch het leven redde van haar liefdesrivaal. Wellicht als tegenprestatie voor de ingreep van
Laura die de moeder van Gioconda redde van een bestraffing na een beschuldiging van hekserij door de staatspolitie. Gioconda redde tevens het leven van haar echtgenoot Enzo door de schurk Barnaba, die als spion van de staatsinquisitie fungeerde, te beloven zich aan hem te geven. Bijna iedere gebeurtenis waarbij Gioconda was betrokken beïnvloedde de andere protagonisten in hun gedrag. Daarmee is de complexiteit van het libretto voor een deel verklaard.
De rol van Barnaba was intrigerend. Vergelijk hem met Jago uit Otello of Scarpia uit Tosca. Allen zijn zij vertegenwoordigers van het structurele kwaad en allen regisseurs en bedenkers van intriges om daar persoonlijk voordeel uit te halen. De bariton Piotr Prochera maakte deze rol vocaal en acterend helemaal waar. Dat gold ook voor de bas Dong Won Seo als Alvise Badoero eveneens een medewerker van de geheime dienst. De tenor Derek Taylor had het volume en de uitstraling om een geloofwaardige Enzo Grimaldo neer te zetten. Deze protagonist zag een vlucht met zijn jeugdliefde de mist in gaan maar zag ook een toekomst met Gioconda niet meer zitten. Treurnis was troef op alle niveaus bij alle protagonisten. Hun grijze saaie outfit verwees naar een sobere, neerslachtige leefomgeving.
Regie
Cruciaal bleek voor een aantal toeschouwers de wijze waarop de regisseurs Alexandra Szemerédy en Magdolna Parditka met het script waren omgegaan. Een aantal toeschouwers kon zich daar niet in vinden.
Het libretto van La Gioconda is van Arrigo Boito. Hij schreef dat onder het pseudoniem Tobio Gorrio naar Victor Hugo’s drama ‘Angelo, Tyran de Padoue.’ Victor Hugo verbeeldde in zijn werk van 1835 de angst die er heerste ten tijde van de zogenaamde ‘Raad van tien’ met het uitgebreide net van spionnen en de vele kleine heersers die willekeurig handelden. Boito nam alle hoofdfiguren uit Hugo’s stuk over, voorzag ze van nieuwe namen en verplaatste het verhaal van Padua naar Venetië. Het bleek een goede vondst voor een grote opera. Wat Victor Hugo deed, deden op hun beurt de huidige regisseurs. Zij verplaatsten het stuk naar de jaren zestig in een socialistische staat waarin een schrikbewind aan het roer staat en onderdrukking aan de orde van de dag is. Sport en spel moeten het volk rustig houden, maar iedereen leeft in angst door anderen verraden te worden. Aan verraad meewerken leverde dikwijls voordeel op. Deze ‘move’ van de regisseurs had voor de toeschouwers nog al wat consequenties. Velen vonden het verpolitiseren van de opera te ver gaan. Er was te veel gesleuteld aan het originele script en er ontstond daardoor volgens hen een rommelige voorstelling. De regisseurs hadden duidelijk de bedoeling om het hele stuk kritiek op autoritaire staten te laten ademen waar met behulp van verklikkers onschuldige mensen met opsluiting of de dood worden bedreigd. Deze visie werd ontleend aan een jarenlang systeem van onderdrukking dat in Venetië heerste en onder controle stond van een ‘Raad van tien’.
Corrupt systeem
In deze voorstelling kregen Alvise Baddero en Barnaba als leiders van een corrupt systeem nadrukkelijk veel aandacht. Chantage en het afdwingen van lichamelijk genot in ruil voor het vrijstellen van gevangenisstraf was daar een onderdeel van. Met name Enzo profiteerde daarvan omdat Gioconda bereid was zich te geven aan Barnaba in ruil voor de vrijheid van haar echtgenoot. Volgens het script zou Gioconda sterven door zelfmoord. Dat liep wel een beetje anders. Dood ging ze wel, maar toch volgens mij door een messteek van Enzo. Waarom deze wijziging in het scenario was aangebracht ontging me. Misschien kan iemand me dat nog vertellen. Barnaba zou volgens het boekje in leven blijven maar hij dronk het voor Laura bedoelde giftdrankje dat hem werd aangereikt door Gioconda. Het riep wel enige verwarring op net voor het einde van de voorstelling.
Nog een opmerking: Bij de aanvang van het ballet van de urendans werd gesymboliseerd hoe ver de macht ging van Barnaba in de samenleving. Hij instrueerde de balletgroep hoe zij hun dans moesten uitvoeren. Hij bleek de spin te zijn in een groot web.
Mijn opinie over de gevoerde regie is zeker niet negatief. In tegendeel wie rondkijkt wat er in Europa gebeurt zal ongetwijfeld herkennen wat de twee regisseurs er toe bracht om de opera te actualiseren. Een dergelijke uitvoering verdient eigenlijk een nabespreking.