Of Madame Butterfly of La Bohème de meest geliefde opera van Puccini (1858 -1924) is zal altijd wel een vraag blijven. Een ding is zeker, de composities van de Italiaan maken in heel Europa deel uit van het standaard repertoire van de operahuizen. Ook de Metropolitan Opera in New York heeft de productie van regisseur Anthony Minghella, waarvan de première was in 2006, geprogrammeerd in het huidige seizoen.
De Pathé bioscoop in Tilburg bood afgelopen zondag operaliefhebbers de gelegenheid om te zien hoe een jonge geisha optimistisch een huwelijk sloot met een Amerikaanse zeeofficier, die zelf voor de huwelijksdag al wist dat hij later een Amerikaanse vrouw zou huwen. Het drama is bekend. Butterfly wordt in de steek gelaten en pleegt zelfmoord na het afstaan van haar kind. 85 toeschouwers zagen het drama zich voltrekken.
Cultuurinvloeden
Madame Butterfly zou een ontmoeting genoemd kunnen worden tussen twee verschillende werelden, die van oost en west. Tijdens de première in 1904 kwamen nu en dan de vermeende superioriteit van de westerse omgangsvormen en de innerlijke rijkdom van de Japanse cultuur scherp tegenover elkaar te staan. Het Italiaanse publiek was daar lang niet altijd even gelukkig mee. De scenes van Butterfly bevatten toen te veel grove scenes waarbij Pinkerton o.a. de moeder van de familie van de bruid beledigde en hij zijn bruid tevens aanzette tot het opgeven van haar godsdienst. Het Italiaanse publiek kon het niet verkroppen dat een Italiaanse heldentenor zo’ n rol moest spelen. Tot 1907 heeft Puccini aan Butterfly gesleuteld om het tot een succes te maken door eufemistischer taalgebruik. De opera was vanaf dat moment in de hele wereld zeer succesvol.
De muziek
Puccini componeerde fantastische opera’s met prachtige sensuele melodieën die hij verwerkte in zijn liefdesduetten. Zo ook in Madame Butterfly. De opera die zich rond het jaar 1700 afspeelt in Nagasaki kent geen ouverture. De orkestratie bevat een oosters coloriet met gebruikmaking van slaginstrumenten en de xylofoon. De melodieën met hun vele legato bogen bieden de vocalisten ruimschoots de gelegenheid om te schitteren. Puccini paste ook enkele leidmotieven toe. Het belangrijkste motief is steeds een deel van de nationale hymne van Amerika als symbool voor het onverwoestbare vertrouwen van Butterfly in de terugkeer van haar echtgenoot uit Amerika. Ook in het langdurend liefdesduet in het eerste bedrijf, een van de hoogtepunten van de opera, zijn motieven hoorbaar die tijdens het verloop van Puccini’s werk steeds terugkeren. Een tweede hoogtepunt is de aria ” Un bel di vidremo “. Deze zeer dramatische aria is een visionaire benadering van de terugkomst van Pinkerton door Butterfly. Ook het zoemkoor is een opvallend fenomeen dat door het publiek zeer gewaardeerd wordt. Ik hoorde een dergelijke muzikale uiting nog nooit in een andere opera.
Regie
Precies een jaar geleden maakte ik elders al kennis met deze schitterende productie van Anthony Minghella, die tot stand kwam door een innige samenwerking van mensen die bereid waren om autonome kunstvormen als poppenspel en dans samen te brengen. Deze productie werd een ongekend succes.
Zeer indrukwekkend was, tijdens een instrumentaal intermezzo bij de aanvang van het 2e deel van het tweede bedrijf, het optreden van een danser die manipuleerde met een pop die identiek was aan de vrouwelijke hoofdrolspeelster. Hij ging tijdens zijn dans zo om met deze pop dat iedereen begreep dat het koppel Pinkerton de tand des tijds niet zou doorstaan.
Veel mensen in New York vonden het maar vreemd dat het zoontje van het echtpaar Cio-Cio-San (Madame Butterfly) niet zoals gebruikelijk werd vertolkt door een 2 jarig jongetje maar door een pop in een matrozenpakje. Het groepje mensen dat ik in Pathé daarover aansprak, had er geen moeite mee en vond het een prima oplossing. De pop werd zo gemanipuleerd door twee bijna onzichtbare mannen, dat sommigen zelfs geroerd waren door het bijna realistisch natuurlijke gedrag van de pop. Wat suggestie al niet teweeg kan brengen.
De cast
Een jaar geleden zag ik deze fraaie operaproductie met de wat corpulente maar goed zingende sopraan Patricia Racette als Butterfly en de bekende tenor Marcello Giordano als F.B.Pinkerton. Dit keer waren de sopraan Kristine Opolais en de tenor Roberto Alagna de hoofdvertolkers van het drama dat op 17 februari 1904 in première ging in de Scala van Milaan. Vanzelfsprekend wilde ik beide liefdesparen met elkaar vergelijken. Het duo Opolais-Alagna was in minder goede vorm dan het tweetal Racette-Giordano. De Letse sopraan Opolais kon me in het eerste bedrijf niet ontroeren. Ze kwam pas op goed op dreef in en na de briefscene met Sharpless. Roberto Alagna herkende ik niet aan zijn eens zo fraaie tenorstem. De Fransman zingt niet meer fris en fruitig. Zijn Pinkertonvertolking kwam saai over en soms lijkt het erop dat zijn topnoten een te grote inspanning vergen om ze mooi af te werken. Ik hoor van hem ook te weinig variërende klankkleuren. Het prachtige lange liefdesduet uit het eerste bedrijf dat door Puccini voorzien is van een erotische lading, zoals de inleider dat keurig formuleerde, werd door mij niet als zodanig ervaren. Giordano en Racetti ontroerden destijds wel in deze geliefde scene waaraan geen einde lijkt te komen. Wanneer dat fragment goed wordt gezongen zit je op het puntje van je stoel. Groot respect heb ik voor de Russische mezzosopraan Maria Zifchak en de Amerikaanse bariton Dwayne Croft die hun rollen als Suzuki en Sharpless heel integer invulden. En dat doen ze al 10 jaar tijdens deze productie zonder routineus te worden. Ontroerend en spannend was de poging van Sharpless, gezongen door Croft, om de brief van Pinkerton aan Butterfly voor te lezen waaruit zij de conclusie had kunnen trekken dat Pinkertron nooit zou terugkeren. Even ontroerend was de trouw en het medeleven van het kamermeisje Suzuki. Zifchak week, sterk acterend, niet van de zijde van Cio-Cio-San. Zo acterend en zingend kunnen vertolksters van bijrollen ook excelleren.
Het orkest van de Met stond onder leiding van dirigent Karel Mark Chichon. Het decor bestond voornamelijk uit schuifbare panelen om de woning van Butterfly vorm te geven. De oosterse kostuums van Han Feng zagen er prachtig uit. De regie en choreografie van Carolyn Choa zorgden voor prachtige toneelbeelden. Het publiek in Tilburg ging na afloop tevreden het zonnetje opzoeken.
NB De productie van Anthony Minghella, maar dan met Patricia Racette en Marcello Giordani, is uitgegeven op DVD door het label Sony.
Geef een reactie