29 september 2016. De bedoeling is dat in het Theater aan de Parade in Den Bosch de opera Ariadne auf Naxos door de Nationale Reisopera wordt opgevoerd. Van dat voornemen komt niets terecht omdat tijdens de verbouwing van het theater de aanwezigheid van asbest is geconstateerd. Dus besluit men de voorstelling in het Chassé theater in Breda op te voeren. Er is gezorgd voor gratis busvervoer van Den Bosch naar Breda. Tot mijn verbazing is de zaal nog niet half gevuld. De Bredase operaliefhebbers laten het massaal afweten. De opera is kennelijk te onbekend of is er iets mis met de publiciteit in de Baroniestad?
De wegblijvers hebben groots theater gemist: Prachtige muziek, schitterende decors, imponerende regie van Laurence Dale’s nieuwe productie, slim bedachte decors en kleding van Gary Mc Cann en uitstekende zang en toneelspel van de acteurs. Mijn enthousiasme is groot. Het is niet de eerste keer dat ik me zo uitlaat over Richard Strauss’ 5e opera met in zijn kielzog de librettist Hugo von Hofmannstahl. Ik zag ‘Ariadne ‘ al in eerdere producties: van Opera Zuid, De Nederlandse Opera en voor het laatst op 3 mei 2015 een fenomenale uitvoering in de opera van Düsseldorf. Eerlijk gezegd heb ik van de huidige productie van de Reisopera niet minder genoten. Met veel minder financiële middelen dan waarover het grote operahuis in Duitsland beschikt, zag ik een voorstelling die kwalitatief niet onderdeed voor haar grote broertje. Wat hield de toeschouwers dan weg?
Opera in een opera
Men moest misschien even wennen aan het idee dat men in een opera naar een opera keek. Hoe zo dan? Ariadne auf Naxos gaat over een feestje dat bij een steenrijke man aan huis wordt gehouden. Hij heeft een orkestje en artiesten ingehuurd om zijn gasten te vermaken met muziek en een afsluitend vuurwerk. De muziek bestaat uit een opera seria. De componist en de operazangers zijn tijdig aanwezig. Zij krijgen tot hun ontsteltenis van de huismeester te horen dat zij de beschikbare tijd moeten delen met de ‘vaudeville groep’ groep die oorspronkelijk na hen zou optreden, omdat er anders te weinig tijd overblijft voor het geplande vuurwerk. Samenwerking is dus vereist tussen de acteurs van twee verschillende muziekgenres. Het regent vanzelfsprekend protesten. Eerst al door de componist, vertolkt door de prachtig zingende Nederlandse mezzosopraan Karin Strobos, die meent dat zijn muziek nauwelijks te combineren valt met die van een ander genre maar ook door de operadiva die pas na gemopper bereid is om wat zangtijd in te leveren. Er ontstaat meteen een discussie tussen de twee rivaliserende theatergroepen over wat als hoge en lage kunst moet worden beschouwd. Een discussie die ik al eens meemaakte tijdens een filosofiedebat, georganiseerd door o.a. Lucy Roodbol in het CC Jan van Besouw in Goirle. Die eindigde onbeslist omdat men het niet eens kon worden over wat kunst nou precies is en wat artistieke vrijheid nu werkelijk inhoudt. Terug naar de voorstelling.
Het libretto is misschien niet zo gemakkelijk te volgen omdat een opera seria en een opera buffa door de componist zijn samengesmolten tot een werk waarbij maar liefst zeventien protagonisten het podium bevolken. Aanvankelijk krijgt men tijdens de proloog de indruk een rommelige voorstelling te zien, maar naarmate die vordert wordt de structuur van de compositie steeds helderder.
Verschillende stijlen
Richard Strauss (1864-1949) introduceerde zijn vernieuwde versie van deze opera in 1916 in Wenen. De aandachtige luisteraar is het niet ontgaan dat barok, belcanto en kamermuziek deel uitmaken van deze opera die hoge eisen stelt aan de protagonisten. De Reisopera is er in geslaagd uitstekende solisten te casten. Zo stond bijvoorbeeld de in Nederland bekende Koreaanse sopraan Soojin Moon op het affiche. Zij zong moeiteloos met haar krachtige Wagneriaanse stem de Ariadne partij. Zij wist het personage van de alsmaar treurende Ariadne, die was verlaten door haar geliefde man Theseus, overtuigend neer te zetten. De goed spelende komedianten Harlekin, Brighella, Scaramuccio en Truffaldin waren ‘ commedia dell arte ’ figuren. Zij slaagden er evenwel niet in om met hun grappen en muziek Ariadnes stemming een andere wending te geven. Zij reageerde op de drie mannen met een prachtige en doorleefde aria waarin zij haar verlangen naar de dood weergeeft: ’Es gibt ein Reich, wo alles rein ist.’
De nimfen Najade, Echo en Dryade hadden veel later met hun opgewonden mooie zang wel enig succes toen zij Ariadne aankondigden dat het schip met Bacchus in aantocht was. Toen hij verscheen veronderstelde Ariadne eerst nog dat het de god Hermus was die zij zag, de boodschapper van de dood, die zij zo dikwijls aangeroepen had. Toen zij echter Bacchus ontwaarde voltrok zich een wonder. Ze werden verliefd op elkaar. Toch nog een andere man voor Ariadne…..! In de voorstellingen die ik bijwoonde was de rol van Bacchus altijd maar matig bezet. De tenor Martin Homrich zong niet imponerend maar voldeed ruim voldoende.
Komedianten
Zij speelden met verve hun rollen, maar attractief was vooral het optreden van de vrouwelijke komediante, de uitdagende Zerbinetta, in de persoon van de sopraan Jennifer France. Tijdens haar bravour-aria ‘Grossmächtige Prinzessin…’ zong zij een aantal ongelooflijk lastige coloraturen om die te besluiten met een haast onneembare topnoot. De boodschap in de tekst van deze lastige aria was gericht aan de treurige, eenzame Ariadne. ‘ Zoek een andere man was haar devies.’ Nee, Zebinetta, de mannenverslindster zou snel een nieuwe liefde zoeken en vinden als de oude voorbij was, liet ze Ariadne in haar uitbundige aria weten. Zelfverzekerd en met pikante gebaartjes maakt zij duidelijk dat zij mannen trouweloos vindt maar dat zij zelf naar nieuwe liefdes snakt. Uiteindelijk constateert ze dat haar preek aan dovemans oren is gericht. Zerbinetta: ‘Het is net of die dame (Ariadne) en ik verschillende talen spreken.’
Slechts de verschijning van Bacchus bracht voor Ariadne licht in de duisternis. Zij kon met hem een nieuw leven beginnen. Dat was een positief einde van een opera die met een spetterend vuurwerk eindigde!
Hulde aan het Noord Nederlandse Orkest dat, onder leiding van dirigent Antonio Fogliani, zich uitstekend van haar taak kweet. Vooral de blazers presteerden goed.
Hoogstandje
Voor de pauze speelde de proloog zich af in een ruimte met grote beelden in Griekse stijl. Na de pauze zagen de toeschouwers een lage rots die Ariadnes eiland voorstelde met op de achtergrond fraaie videobeelden met afwisselend rustig kabbelend water of hoog opspattende golven afhankelijk van de dynamiek en het temperament van de muziek. Regietechnisch een hoogstandje!
Het publiek toonde na afloop haar waardering voor de zeventien zangers en het orkest met een stevig applaus. Zij zagen een uitvoering die de juiste balans vond tussen de lichtheid van het optreden van de komedianten en zwaarmoedigheid van Ariadne.
Of deze uitvoering van Ariadne auf Naxos geslaagd was? Absoluut!
Ariadne auf Naxos kunt u nog zien tot en met 8 oktober aanstaande. Kijk op www.reisopera.nl voor locatie en aanvangsuur.