Een operafanaat, ik weet dat ik dat ben. Nog steeds moeilijk te temmen. Een half jaar geleden verhuisde ik naar De Leyhoeve in Tilburg. Er veranderde niet veel aan de tijd die ik daarvoor al besteedde aan opera. Net als eind 2014 en 2015 heb ik mijn operabalans opgemaakt. Mijn statistisch materiaal toont me dat ik de afgelopen drie jaar 100 opera’s buitenshuis zag. Mijn weblog komt goed van pas voor een analyse. Daar staan inmiddels 268 verslagen, of met een wat plechtiger woord recensies op. Zo kan ik nog eens teruglezen wat ik zag en wat ik er over heb opgetekend en overpeinzen of ik me nog kan vinden in mijn eerdere oordelen. Door de factor tijd neem je immers wat meer afstand van wat je voorheen waarnam. Ook de reacties die ik krijg van mijn meer dan honderdvijftig volgers vergelijk ik soms met mijn eigen denkbeelden. Dat kan geen kwaad en kan leiden tot nieuwe inzichten. Helder is dat onder het operapubliek een steeds heftiger debat is ontstaan over de aanvaardbaarheid van opera’ s die als atonaal worden ervaren en die voor regieopera’s doorgaan.
Groot filmdoek
Net als het vorig jaar ben ik op zoek gegaan naar de drie opera ’s die me op een groot filmdoek het meest hebben gefascineerd en de drie opera’s die ik zag in de operahuizen in Duitsland, België en Nederland.
Laat ik beginnen met de opera’s op een groot filmdoek. Ik zag er 13. De eerste die ik nomineer is de opera L ‘ Amour de loin van de Finse vrouwelijke componist Kaija Saariaho. Een opera met een onderwerp dat niet direct voor de hand ligt: de beleving van liefde op afstand. Je vraagt je af hoe dat mogelijk is, maar als je het poëtische libretto van Malouf goed volgt zie je dat het perfect aansluit bij de geraffineerde partituur van Saariaho en ga je er in geloven als mogelijkheid. De opera is rijk georkestreerd en de regie is prachtig mede dankzij het aanbrengen van duizenden kleine ledlampjes die samen een perfecte weergave zijn van de zee waarover een bootje vaart met een pelgrim dat uiteindelijk de minnaars bij elkaar brengt. L ‘ Amour de loin verdient het ondergebracht te worden bij het vaste repertoire van diverse operahuizen.
De opera Tristan und Isolde was niet nieuw voor mij. Het werk behoort tot het ijzeren repertoire. Dit vijf uur durende muzikale drama stond onder leiding van Sir Simon Rattle. Je weet dan dat je een spannende opera te zien krijgt waarvan het orkestrale niveau zeer hoog is. En dat is heel belangrijk in een symfonische opera van Richard Wagner. De directie van de Metropolitan Opera had voor deze voorstelling de sopraan met de meeste furore voor de rol van Isolde gecontracteerd: Nina Stemme met als tegenspeler in de rol van Tristan de tenor Stuart Skelton. Tristan und Isolde is een favoriete opera van me, die gaat over het oneindig verlangen naar de liefde en de dood. De uitvoering van deze voorstelling was er een om niet te vergeten. Doe ik ook niet!
Dat was ook het geval met het derde werk dat ik nomineer nl. Roberto Devereux van Donizetti. De Italiaanse componist componeerde drie koningsdrama’s. Een genre waar ik van houd, omdat de interessante thema’s macht, recht en onrecht in het geding zijn. Anna Bolena, Maria Stuarda en Roberto Devereux zijn daar voorbeelden van. Die laatste opera had wellicht beter Koningin Elisabeth I kunnen heten, want zij is de belangrijkste protagonist in dit prachtige belcantowerk. In deze uitvoering van de Met klopte echt alles. De regie was prachtig, er werd uitstekend geacteerd en de rol van Elisabeth I werd op voortreffelijke wijze ingevuld door de Amerikaanse sopraan Sondra Radvanovsky (1969). Moeiteloos pakte ze in haar lastige aria’s de vele topnoten op zonder iets te missen en ze wisselde ze af met een beheerst pianissimo. Ook haar acteerprestatie was top en haar slotaria onvergetelijk. Voor mij was Sondra Radvanovsky de beste zanger van het jaar. Wereldklasse!
Bovenstaande uitvoeringen zag ik steeds op zondagmorgen in de Pathé bioscoop. Ze werden voorafgegaan door voortreffelijke inleidingen van operadeskundige Bo van der Meulen.
Theaters
In de theaters zag ik in 2016 veertien voorstellingen. Op mijn lijstje staan de volgende drie toppers. Ik begin met een opera van de Oostenrijkse componist Alexander Zerlinsky (1871-1942). In de Vlaamse opera in Antwerpen werd er de door nazi-Duitsland verguisde opera König Kandaules opgevoerd. De nazi’ s beschouwden het werk als Entartete Kunst. Deze voor mij onbekende opera gaat over Kandaules die zijn mooie vrouw wil delen met een ander en van die ander de bevestiging krijgt dat zij inderdaad de mooiste is. Maar voor Kandaules wordt dit een kwelling omdat zijn trots omslaat in jaloezie. De opera stelt de centrale vraag: Wanneer zijn wij gelukkig? De orkestpartij van de deze opera is fantastisch, lyrisch en neigt soms naar het atonale maar overschrijdt nooit de grenzen van de tonaliteit. König Kandaules is een spannende dialoogopera waarin veelal gebruik gemaakt wordt van Sprechgesang. Ik zou dit werk van Zemlinsky graag nog eens willen zien. Die kans is helaas niet zo groot. Jammer voor zulk een intrigerend werk
De opera Ariadne auf Naxos, uitgevoerd voor een half gevulde zaal door de Nationale Reisopera in Breda was een groot succes. Het werk van Richard Strauss gaat over een opera in de opera. Het plot met veel solisten is niet zo gemakkelijk en eist enige voorbereiding om optimaal van de opera te kunnen genieten. Dit muziekdrama spreekt mij erg aan o.m. omdat de muziek in het laatste bedrijf een heel andere wending krijgt dan daarvoor. Voor de pauze veel Sprechgesang na de pauze gaat het er lyrischer aan toe. De orkestpartijen zijn prachtig en de Reisopera had gezorgd voor prachtige decors. De uitstekende regie was van Laurens Dale.
Het operaseizoen 2015-2016 sloot ik af in het Muziektheater van Amsterdam met de opera Piqué Dame van Peter I. Tsjaikovski. In de orkestbak zat het Koninklijk Concertgebouw Orkest onder leiding van de Letse dirigent Mariss Jansons. Het orkestspel was zonder meer voortreffelijk en de zang en acteerkwaliteiten waren bovengemiddeld. In de regie van Stefan Herheim kon niet iedereen zich vinden, maar de meesten zullen wel hebben genoten van de aankleding van het podium. Een topper.
Europaclub Nederland
Als trouw lid van de Operaclub bezocht ik enkele bijeenkomsten die niet alleen de onderlinge vriendschap van de leden bevestigt, maar ook de betrokkenheid bij de opera door de verschillende presentaties van operamuziek door de leden waarbij vooral een goede analyse van de opera Orfeo en Eurodice van Gluck opviel.
Een ander hoogtepunt was het vertrek in november met 90 leden in een dubbeldekker naar Essen voor het bijwonen van de opera Norma van Bellini in het prachtige Aalto theater. Een uitvoering die net zo goed in mijn top drie had kunnen staan, want het is ook een van mijn favoriete opera’ s die me doet herinneren aan de tijd van Maria Callas en Joan Sutherland. Nu keken de toeschouwers naar een voortreffelijke uitvoering waarin de titelrol was weggelegd voor de sopraan Katia Pellegrino die deze rol als geen ander kent en Bettina Ranch als een voortreffelijke Aldagisa.
Als klap op de vuurpijl vertrok ik op maandag 17 oktober met 40 andere leden van onze Operaclub voor een vijfdaagse operareis naar Hamburg. Reisleider Herman van Lith had uitstekend gezorgd voor hotel, bezoek aan tentoonstellingen, een rondvaart door de haven en vanzelfsprekend twee opera’s: La Cenerentola van Rossini en Piqué Dame van Tsjaikovski. Twee werken die bij de deelnemers goed in de smaak vielen. Mijn voorkeur ging uit naar de laatste opera. De productie was van Willy Decker en was sinds 2003 niet meer in Hamburg opgevoerd. De cast was prima en maakte het voor ons Nederlanders wellicht extra aantrekkelijk door het succesvolle optreden van onze landgenote Barbara Haveman die met haar 30 rollen furore maakt in het buitenland.
Nadere analyse
Zag ik 2015 31 opera’ in 2016 waren het er 27. Niet meegerekend zijn de tv uitzendingen van operavoorstellingen en de dvd’s die ik in eigen huis bekeek. Net als het vorig jaar zag ik 15 Italiaanse opera’ s, 5 Duitse en 3 Franse. Mijn voorkeur gaat nog steeds uit naar Italiaanse drama’ s. Dat kan ook te maken hebben met het grotere aanbod van Italiaanse opera’s door de operahuizen. Het door mij meest bezochte theater was de Opera van Vlaanderen in Antwerpen.
In de operawereld lijkt niet zo heel veel veranderd. Placido Domingo lijkt de onsterfelijkheid zelf. Hij zingt de komende maand in de Met de titelrol in Nabucco van Verdi. (baritonrol) De terugkeer van de tenor Rolando Villazon verloopt moeizaam. Na zijn stemproblemen zag ik hem een keer in L’Elisir d’amore op het podium. De zangers Jonas Kaufmann en Hvorostovski zijn wegens fysieke klachten tijdelijk uitgeschakeld. Hopelijk van korte duur. In september overleed helaas op 51-jarige leeftijd de Zuid Afrikaanse tenor Johan Botha.
Op eerste kerstdag zag ik hem op tv in een registratie van Die Walküre van Richard Wagner. De uitzending betrof een opname uit Bayreuth uit 2010 met de verrassend goed zingende Edith Haller als Sieglinde en een enigszins teleurstellende Linda Watson als Brünnhilde. Albert Dohmen speelde in deze statisch uitgevoerde opera de rol van Wotan. De muzikale leiding was in handen van Christian Thieleman. De productie van Tankred Dorsts bleek niet erg succesvol. De kritiek in de pers was niet mals, maar ik was toch blij weer eens opera uit Der Ring des Nibelungen te horen en de fameuze stem van Johan Botha als Siegmund.
Een prettige muzikale verrassing vond ik de uitzending een dag eerder op NPO 2 van het Kerstoratorium van de Messiah van Händel vanuit de Stevenskerk in Nijmegen.
Händel schreef dit werk in 1741 in 24 dagen. Het stuk bestaat uit drie delen en gaat over het leven van Jezus met behulp van teksten uit het oude en nieuwe testament. Deel I Profetieën over de verkondiging van de komst van Messias. Deel II zijn dood, de opstanding en de Hemelvaart. Deel III zijn wederkomst en heerschappij. Patrick v.d. Linden leidde het koor en orkest van Ars Musica. De regie was in handen van David Grifhorst. De Messiah had ik nog nooit integraal gehoord. Ik was er zeer van onder de indruk. Ook door de wijze waarop die werd uitgevoerd. Kleding en aankleding was zeer sfeervol. Van de solisten kende ik niemand maar die avond was er bij mij geen plaats voor kritiek. Zo werd Kerstmis voor mij evenals vorig jaar een muzikale kerst. In 2015 besteedde ik tijdens de kersttijd veel tijd om naar de top 2000 van de popmuziek te luisteren. Eerlijk gezegd zijn Wagner en Händel me een stuk beter bevallen.
Nieuwjaar
2017 staat voor de deur. Hopelijk blijven ons geweld en toenemende onrust in de wereld bespaard. Muziek kan ons in ieder geval troost brengen en tot nadenken stemmen. Ik wens jullie daarom voor 2017 veel mooi muzikale ervaringen.
Kijk, als de hier afgebeelde Pelgrim uit L’Amour de loin, met een frisse, positieve blik de toekomst in.
Ik wens je een saamhorig nieuwjaarsfeest, niet echter zonder iedereen te bedanken voor de aandacht die jullie schonken aan mijn reportages op mijn weblog.
Peter Année