Simon Boccanegra zag ik voor het laatst in 1989 in de opera van Antwerpen. Veel herinner ik me er niet meer van. De opera liet toen geen grote indruk bij mij achter. Merkwaardig, want nu nog spreekt men in Vlaanderen over een succesvolle uitvoering waarin niemand minder dan José van Dam de hoofdrol speelde. Nog nooit kocht ik een cd of dvd opname van dit werk en dat zegt genoeg over mijn minimale interesse. Maar op woensdag 8 februari jl. ging ik echter voor deze weinig opgevoerde en miskende opera door de knieën. Al vanaf het eerste moment, toen ik de eerste tonen hoorde van de misschien wel somberste partituur van het oeuvre van Verdi, voelde ik mijn liefde voor de Italiaanse componist opflikkeren. Ik wist: het wordt een geweldige opera-avond. En dat werd het ook. Er stond een prachtige cast op de planken en het uitstekende Symfonisch Orkest van Vlaanderen liet diepe orkestrale klanken horen onder leiding van de bekwame Duits-Engelse dirigent Alexander Joel. Vier donkere mannenstemmen, een tenor en een sopraan zongen de sterren van de hemel en voerden samen met een geweldig zingend koor een schouwspel op dat tot het einde boeide.
Imago
Het gecompliceerde libretto, dat bestaat uit een proloog en drie akten, was 24 jaar na de première in 1857 bewerkt door Verdi en Boito. En dus kwam er een tweede première in de Scala van Milaan in 1881. Deze verbeterde, tweede versie van het werk werd ook in Antwerpen gespeeld in een zaal die niet geheel uitverkocht was. Wellicht is het saaie en monotone imago van Simon Boccanegra daar debet aan. Daarmee miskent men echter de enorme dramatische kracht van het werk. Men herkent in de motieven al een structuur die men later zal aantreffen bij Don Carlos en Otello en die tevens herinnert aan Macbeth.
Al deze Verdiwerken gaan over macht en haast vanzelfsprekend ook over de liefde, want Verdi verstrengelt dikwijls politieke conflicten met gecompliceerde, door jaloezie, wraak, aanzien en macht uit de hand gelopen liefdesrelaties. In essentie gaat deze opera over het verwerven van macht en de daarbij horende intriges en verraad in de stadsstaat Genua. Rivaliserende Plebejers en Patriciërs staan daar tegenover elkaar.
Vergiftiging
In de loop van de 14e eeuw is de ex-zeerover Simon Boccanegra tegen zijn wil op de troon gekomen als Doge van Genua, dankzij de plebejer Paolo. Hij heeft Simon er van overtuigd dat hij bij aanvaarding van het ambt zal kunnen huwen met de dochter van zijn aartsvijand Jacopo Fiesco, Maria. Bij deze vrouw heeft hij, voor er sprake was van een huwelijk, een dochter verwekt die eveneens de naam Maria draagt maar die verder door het leven zal gaan als Amelia. Boccanegra is nu de Doge van Genua en verkeert vanaf dat moment onophoudelijk in een staat van vertwijfeling door onverwachte, politieke en private gebeurtenissen. Bovendien is hij door de acceptatie van de hulp van de corrupte Paolo aan hem schatplichtig geworden. En dat zal hij merken ook. Hij zal door diens toedoen door vergiftiging om het leven komen.
Simon heeft het verre van gemakkelijk. Je ziet hem onrustig achter zijn bureau zitten en in de raadzaal van het Palazzo degli Abatide tracht hij senatoren er toe te bewegen vrede met Venetië te sluiten, hetgeen mislukt. Er zijn nog meer problemen. Een oproer van het volk dat roept ‘dood aan Boccanegra ‘ moet hij beteugelen. Daarom besluit hij het volk toe te laten tot de senaat, dat daarna roept: ‘leve de Doge.’ Hij hoort de klachten van het volk aan, ondertussen is er op straat ook tumult ontstaan. De aanstichter daarvan is Simon’s vertrouweling Paolo die daarna een Judasrol speelt tijdens een avondmaal waarin Boccanegra een indrukwekkende toespraak houdt om de gemoederen te bedaren. Dat de patriciër Gabrielle en Amelia inmiddels hevig verliefd zijn op elkaar maakt het voor de doge steeds moeilijker. Moet hij de wens van zijn dochter inwilligen om haar hand te schenken aan een van zijn vijanden. Moet hij straffen of vergeven? Hij stemt tenslotte na een hevige woordenwisseling toe in het huwelijk mits Gabrielle zijn verleden afzweert. Gabrielle doet dat en kiest vanaf dat moment de kant van de doge. Simon Boccanegra die verzoenend van aard is en al eens een oproep deed aan de Patriciërs en Plebejers om zich te verzoenen doet dat ook in de finale van de opera met succes aan Fiesco nadat duidelijk is geworden dat hij de vader is van Amelia en Fiesco haar grootvader. Het gifdrankje dat Paolo voor de Doge bereidde heeft inmiddels zijn werk gedan. Net voor hij sterft laat Simon Boccanegra het volk weten dat de nieuwe doge Gabrielle Adorno zal zijn. Het publiek ziet onmiddellijk dat het nieuwe staatshoofd in een snel tempo een aantal decreten ondertekent. Waar hebben we dat ook al weer meer gezien?
Draaiend podium
Verdi’s Simon Boccanegra staat voor het universele dilemma waarmee elke machthebber te maken krijgt: hoe kan je met hetzelfde gezicht macht uitstralen en tegelijk je eenzaamheid en vertwijfeling verbergen? Het antwoord daarop moest worden gegeven door de jonge Duitse regisseur David Hermann en de Italiaanse bariton Nicola Alaimo die de titelrol vertolkte. Alaimo is momenteel een veel gevraagde jonge bariton die furore maakt met Verdi- en Rossini-rollen. Het werk van Hermann kan men tegenwoordig in grote operahuizen bewonderen. Beiden slaagden er in om een dergelijk karakter als hiervoor geschetst uit te beelden en het heroïeke van de Verdimuziek over te brengen. De dialogen van Boccanegra met zijn dochter Amelia, vertolkt door de uitstekende, krachtig zingende, Griekse sopraan Myrto Papatanasia werden met grote dramatiek en felheid voor het voetlicht gebracht. Dat gold ook voor de met emotie vertolkte duetten met zijn opvolger Gabriele Adorno, gezongen door de Oezbeekse tenor Majmiddin Mavlyanov. Hij toonde zich in zijn spel en zang een niet aflatend verliefde man die tot het uiterste wilde gaan om de doge te vermoorden tot dat hij begreep dat zijn geliefde Amelia niet de minnares maar de dochter was van de doge. Gezim Myshketa maakte zijn roldebuut als de onbetrouwbare Paola die zelfs een ontvoering van Amelia in scène zette omdat hij haar begeerde en vermoedde dat de doge haar minnaar was. Zijn ontmaskering tijdens ‘het laatste avondmaal’ speelde hij uitstekend. Ook zijn bariton kwam evenals die van de andere zangers luid en goed gearticuleerd over. De
Chinese bas overtuigde als de door de doge gehate Jacopo Fiesco. Solisten en koor waren goed op elkaar ingezongen. Het fragmentarisch verhaal van Simon Boccanegra kwam vloeiend over door gebruik te maken van een draaiend podium waardoor de scènes zich gemakkelijk verplaatsten van een woonruimte naar een kantoor of zuilengalerij. Door met het decor te manipuleren kregen de decorstukken soms een symbolische betekenis. Zo kon je aan een toneelbeeld zien dat met name de Doge regelmatig in het nauw zat wanneer de wanden van zijn vertrek zich nauw om hem sloten. De toneelbeelden zagen er goed uit en de fraaie passende belichting maakte de voorstelling soms onheilspellend spannend. Een bezoek aan deze opera is beslist een aanrader!
Tot en met 21 februari kunt u de opera Simon Boccanegra nog zien in de Opera van Antwerpen. In Gent kunt u voor deze opera terecht van 1 maart tot en met 9 maart. Raadpleeg de website www.nationaleopera/ballet/be
Geef een reactie