Met Europaclub Nederland reisde ik op Zondag 12 februari naar Düsseldorf om de opera ‘De Gouden Haan’ van Nicolai Rimski-Korsakov (1844-1908) te zien. Het werk zag ik nog nooit live, maar ik kende het alleen van een dvd opname uit het theater Châtelet in Parijs onder leiding van Kent Nagano, met het koor, van het Marinski theater van St. Petersburg. Die weergave was me goed bevallen. Ik meende tamelijk onvoorbereid naar het theater in Düsseldorf te kunnen gaan. Die veronderstelling klopte niet. Ik ervoer, na de eerste acte, al spoedig de handicap dat ik het libretto niet had gelezen. Dat werd wel razendsnel weergegeven via de boventiteling maar bood me toch onvoldoende perspectief om de opera goed te kunnen volgen. Zeker, de synopsis had ik wel goed in mijn hoofd maar het was te weinig om me te identificeren met de protagonisten. Wel werd ik me er van bewust dat ‘ De Gouden Haan’ een werk is van een van de vijf componisten van het zogenaamde ‘Machtige Hoopje’(Cui, Borodin, Balakirev, Moessorgsky en Rimski-Korsakov )dat zich voorgenomen had om zich niets aan te trekken van de invloed van de westerse muziek, maar met behulp van Russische schrijvers van plan was de Russische ziel in hun werk bloot te leggen. In de ‘Gouden Haan’ gebeurde dat ook. In de Russische muziek hoor ik nostalgie, deemoed en onweerstaanbaar lijden. Het volk wordt ook in deze Russische opera door Tsaar Dodon onderdrukt. Informatie aan familie van soldaten over het verloop van de strijd laat hij niet toe en in de tekst hoor ik diezelfde mensen zingen: ‘Als men ons slaat, dan verdienen we het.’ Het volk is enthousiast over de tsaar wanneer hij, na vier overwinningen, met de tsarina van Sjemacha terugkeert maar wanneer hij even later de dood vindt door toedoen van de haan voelt het volk zich reddeloos en radeloos. Opvallend is de offerbereidheid en zelfverloochening die bij de soldaten voelbaar was toen de mannen zonder morren naar het front trokken en hun vrouwen hun lot betreurden. Het collectieve optreden van het volk werd zichtbaar door de ontvangst van een zegevierend leger beladen met vele, vermoedelijk geplunderde, goederen. De eensgezindheid verdween op slag toen iedereen een poging deed een pakket aan een ander te ontfutselen.
Aanleiding
De opera is een satirische fantasie-opera waarin de tsaar (koning) Dodon stevig op de hak wordt genomen. Het verhaal heeft betrekking op een Japans –Russisch conflict en is gebaseerd op het stuk van Poesjkin uit 1834. Het is de laatste, misschien wel de meest opwindende opera, van de componist Rimski-Korsakov. Aanleiding voor de compositie was de aanval in 1904 van Japan op Rusland omdat de Japanse regering de moed had opgegeven om de Russen te bewegen Mantsjoerije terug te geven. De Russische afweer was slecht georganiseerd en ze verloor niet alleen het openingsgevecht maar ook een groot deel van de daarop volgende conflicten zodat het leger en de marine werden vernederd juist door een land waarvan men dacht dat het geen ernstige bedreiging vormde. Rusland verloor niet alleen de oorlog maar ook het respect van haar onderdanen.
Rimski-Korsakov begon aan het werk kort na de Japanse overwinning in 1906. In 1907 moest het werk aan de censor worden voorgelegd. De componist stief in 1908 zonder het werk gezien te hebben omdat de censor het werk aanvankelijk afkeurde. Pas in 1909 was men akkoord met het libretto na enkele wijzigingen. De Première was op 17 oktober 1909 in Moskou.
Terug naar het begin
Het libretto van de Gouden Haan is geschreven door Vladimir Belski. De Düsseldorfer Symfoniker en het koor van de ‘Oper am Rhein’ stonden onder leiding van dirigent Kimbo Ishii. De enscenering was van Dmitry Bertman.
Satire
Waar gaar deze opera over? Tsaar Dodon en zijn zonen Guidon en Afron zitten in de enscenering van Dmitry Bertman in een grote badkuip om te overleggen hoe zij een oplossing kunnen vinden om vijandelijke legers buiten hun grenzen te houden. Dat gaat niet best. Een astroloog meldt zich. Hij wil Dodon een haan schenken die waarschuwt wanneer er dreiging is afkomstig van een vijandelijk leger. Als beloning voor de geschonken vogel wil de astroloog straks een wens in vervulling zien gaan. De haan kraait: er is gevaar. Nu blijkt dat de zonen van Dodon niet in het leger willen maar Dodon eist dat ze naar het front vertrekken. De haan stelt daarna iedereen weer gerust en zegt dat men rustig kan gaan slapen.
Het duurt niet lang of de haan kraait weer. Het volk zingt: ‘ Onze heerser slaapt. Wat doen we?’ Generaal Polkan waarschuwt dat het leger verslagen dreigt te worden. Dodon wordt wakker en besluit nu zelf ten strijde te trekken nu er berichten komen dat men de oorlog dreigt te verliezen. Zijn zonen moeten hulp krijgen in de strijd. Dodon vraagt om zijn te kleine helm, zijn verroeste schild en zijn te zware zwaard en constateert bovendien dat hij te weinig pijlen heeft. Nu de haan weer kraait gaat men naar het slagveld tot groot enthousiasme van het volk. De tsaar vindt daar zijn twee dode zonen en ook veel andere lijken. Dodon ziet op een afstandje een tent en vermoedt dat daar de vijand in zit. Hij laat op de tent vuren.
Er komt een vrouw te voorschijn die Dodon zeer aantrekkelijk vindt. Zij is koningin Sjemachan. Zij wil zonder leger maar met behulp van haar schoonheid het land van de Tsaar veroveren. Dodon kan dit niet geloven.
Veldheer Polkan laat merken de koningin erg aantrekkelijk te vinden en wordt daarom door Dodon weggestuurd. De koningin begint aan een verleidingspoging om Dodon in haar macht te krijgen. De Koningin: ‘Je kent me alleen met mijn kleren aan maar …….’ Ze brengt Dodon het hoofd op hol en maakt hem gelijktijdig belachelijk. Hij moet voor haar zingen en dansen maar kan er niets van. Hij zingt op verzoek een paar onzinnige regels en maakt een belachelijk dansje. Hij is bereid zichzelf en zijn rijk weg te schenken aan de verleidelijke koningin. Bovendien is hij op verzoek van de koningin bereid zijn veldheer te laten onthoofden.
Vervolgens vertrekt het paar, met veel pracht en praal, naar de hoofdstad. Het volk krijgt valse informatie over het verloop van de oorlog en het lot van de twee zonen van Dodon. Het huwelijksfeest van Dodon en de koningin wordt geopend met een orkestraal stuk maar wordt verstoord door de Astroloog die zijn beloning voor die fantastische haan opeist. Hij wil de bruid van Dodon. Dodon ontsteekt in woede. Een dergelijke beloning is ongehoord. Omstanders bemoeien zich er mee en Dodon doodt de Astroloog. Hij krijgt wroeging en vraagt zich af of een moord op een huwelijksdag ongeluk brengt. De koningin heeft er geen moeite mee want zij vindt dat een onderdaan die haar niet bevalt uit de weg moet worden geruimd. Dodon denkt met een kus troost bij de koningin te vinden. Zij weigert zijn omarming echter te beantwoorden. De Gouden Haan laat het er niet bij zitten en doodt op zijn beurt Dodon. Einde verhaal!
Plotseling lijkt de koningin verdwenen. De opera eindigt met een epiloog.
De Astroloog en de koningin staan weer op het podium alsof ze niet weg zijn geweest De Astroloog richt zich tot het publiek in de zaal en zegt dat hij en de koningin werkelijk levenden zijn en al het andere slechts een fantasie is.
Uitvoering
De presentatie van de opera in Düsseldorf mocht er zijn. Er werd goed gemusiceerd door orkest en koor en de meeste solisten voldeden ruimschoots met als uitblinker de Russische bas Boris Statsenko. Hij had de stem die je verwacht van een Russische tsaar. Goed volume en donker getimbreerd. Als acteur was hij ook goed. Hij had de lastige maar tegelijk dankbare rol die in een satire bepaalt of men gelooft in het sprookje. Een sprookje moet immers ook geloofwaardig zijn. Waar dus, maar niet waar zoals het waar is dat één en één twee is.
Zijn tegenspeler was de jonge Russische sopraan Antonia Vesenina als Koningin van Sjemacha. Zij werd in een Duitse krant afgeschilderd als de Anna Netrebko uit vroegere Kirov dagen. Typisch dat juist haar zang me op den duur irriteerde. Ik vond haar bijna monotoon zingen met weinig klankkleur. De verveling sloeg bij mij toe tijdens de lange verleidingsscene toen ze Dodon het hof maakte.
Sami Luttinens, bas-bariton, als de alcohol drinkende generaal Polkan, trad zeer succesvol op. De rol van de Astroloog is geschreven voor een hoge tenor. Cornel Frey verraste met een opmerkelijke voordracht en kreeg de sympathie van het publiek. En de magische Gouden Haan? Die verscheen in haar goudkleurig kostuum met een stevige hanenkam en uitgespreide veren meer dan eens op de balkons om luid kraaiend de tsaar tijdig te wekken voor dreigend gevaar.
De muziek van de componist Rimski-Korsakov ken ik vrij goed. Hij componeerde voor de ‘Gouden Haan’ prachtige orkestmuziek, sprankelende, vaak exotische muziek die ieder personage uitvoerig karakteriseert. De steeds terugkerende chromatische melodie van de koningin wordt door de zachte lage strijkers en houtblazers gedomineerd en de muziek van de Astroloog wordt door de exotische klank van de celesta gekarakteriseerd. De Gouden Haan is gekoppeld aan schrille koperblazers en trompetten. De kleine partij van de haan moet volgens de componist worden bezet met een metaalachtige glanzende sopraanstem. Die stem was van Monika Rydz.
Regisseur Dmitry Bertman had nog een interessante visie op het drietal de Gouden Haan, de koningin van Schemacha en de Astroloog. Bertman: ‘ Zij staan heel anders in de opera dan de tsaar en zijn zonen. De drie vertellen hun geschiedenis met het doel de domheid, ijdelheid van Dodon ter discussie te stellen. Ze tonen aan hoe oorlogsblind Dodon is als hij zich een gouden haan als een militair waarschuwingssysteem laat aanpraten.’ Vermoedelijk is Bertman’s visie een verwijzing naar de falende leiders van Rusland in de hiervoor vermelde oorlog tussen Rusland en Japan. Waar een haan al niet voor dient! Mooie opera!
Geef een reactie