Zondag 21 mei zag ik met dertig operaliefhebbers in de Pathé bioscoop van Tilburg de afsluiting van het operaseizoen op groot scherm in HD kwaliteit van de Metropolitan Opera van New York. Op het programma stond een nieuwe productie van Der Rosenkavalier van Richard Strauss. Regisseur was Robert Carsen, dirigent maestro Sebastian Weigle.
De opera Der Rosenkavalier werd in 1911 voor het eerst opgevoerd in de Hofoper in Dresden. Dat gebeurde nadat Richard Straus (1868-1949) de twee zeer opzienbarende, schokkende opera’s Salomé (1905) en Elektra (1909) had gecomponeerd en waarin hij de grenzen van de tonaliteit had opgezocht. Terwijl men verwachtte dat Strauss deze muzikale ontwikkeling zou voortzetten, brak hij deze juist af. Dit tot ongenoegen van een aantal componisten dat zich progressief noemde en zich tot avant-gardisten rekende. Zelfs de radicale componist Anton Schönberg behoorde, zij het kort, tot de aanhangers van Strauss. Na 1911 was zijn enthousiasme voorbij want Strauss keerde terug naar de veilige haven van de romantische muziek met zijn succesopera Der Rosenkavalier waarin de wals, die inmiddels Europa veroverde, een rol speelt. Het is overdreven Der Rosenkavalier een walsopera te noemen maar er klinkt toch drie keer karakteristieke walsmuziek die wordt verbonden met het personage van de baron Ochs. De orkestmuziek is prachtig waarbij de violen een bijzondere, gevoelige rol spelen. Velen ervaren deze opera als een ‘Mozart opera’ waarbij gewezen wordt op enige verwantschap met Le nozze di Figaro. De grote dramatische scènes verlopen over het algemeen op een lichte conversatietoon in de zangstemmen. Door het orkest echter, dat hele passages lang een vastomlijnde motievenstructuur vasthoudt, ontstaat de indruk van een afwisseling tussen recitatief en een gesloten vorm. De cantabile melodie is in deze opera overduidelijk weer terug na Salomé en Elektra met hun vele dissonanten. Er zijn oogstrelende melodieën. Niet alleen in de zangstem maar ook in het wat kleinere orkest dan bij de voorgaande opera’s. De zangpartijen worden niet overstemd. Daarbij is de schittering en de expressieve kracht van het orkest niet verloren gegaan. Het meest overtuigende bewijs daarvoor is de scène met de overhandiging van de roos. De beroemde klank van de ‘zilveren roos’ is een fijne menging van hoge tonen. De majoor akkoorden worden gespeeld door drie fluiten, drie violen, harp en een celesta. Strauss gebruikt deze klank, die voor deze opera zo karakteristiek is, als een zelfstandige kleur.
De tijd verglijdt
Strauss en zijn librettist Hofmannstahl positioneerden hun opera in Wenen tijdens de eerste jaren van het bewind van Maria Theresia rond het jaar 1740. Robert Carsen verplaatst het werk naar de jaren rond de eerste wereldoorlog.
De opera gaat over een verstandige adellijke vrouw van 32, de Marschallin, op het toppunt van haar schoonheid en vrouwelijke aantrekkingskracht. Ze beseft dat het verloop van de tijd onontkoombaar is en dat het verstandig is om vrijwillig afstand te doen van haar jonge minnaar Octavian, ook wel Quinquin genoemd. Hij kan dan uitkijken naar een jongere vrouw die bij hem past en waarmee hij gelukkig kan zijn. Sinds jaar en dag wordt de rol van de Marschallin gespeeld door de beroemde sopraan Renée Flemming. Daar komt met deze productie een einde aan. Met applaus werd zij op het podium verwelkomd en met een ware ovatie na het einde van de voorstelling nam zij afscheid van deze rol die haar op het lijf was geschreven. Melancholie zal haar niet vreemd zijn geweest zoals de Marschallin dat ervoer na het besef dat haar amoureuze verhouding met Octavian zou aflopen.
Zonder in topvorm te zijn bracht Flemming dat gevoel met haar fluwelen stem zeker goed over en haar presentatie sloot daar uitstekend op aan.
Schandalig gedrag
Wat de Marschallin vermoedde gebeurde sneller dan ze verwachtte. Octavian vindt een nieuwe minnares in de mooie Sophie, de dochter van haar rijke vader Faninal. Octavian gaat naar Sophie om namens het onbeschofte heerschap baron Ochs, aan Sophie de traditionele zilveren roos te overhandigen als symbool van haar verloving met Ochs. De plechtige overhandiging van de roos gaat nog goed maar daarna is het mis als Ochs arriveert. Deze rol van Ochs wordt fantastisch ingevuld door de 40 jarige Oostenrijkse bas Günther Groissböck. Zijn stem is al indrukwekkend maar zijn acteerkunst haast ongeëvenaard en komt in een komedie als deze goed tot zijn recht. Sophie, gespeeld door de Amerikaanse, charmant spelende sopraan Erin Morley, heeft haar aanstaande bruidegom nog nooit ontmoet. Aan hem zijn echter haar mooie loepzuivere tonen niet besteed. Sophie, nog jong en onschuldig, en Octavian gruwen van het schandalige gedrag van de baron. Voor zijn aanstaande bruid heeft hij geen moment aandacht en als hij zich al een moment met haar bezig houdt dan is hij ruw en ronduit vrouwonvriendelijk. Sophie en Octavian kijken elkaar diep in de ogen en worden op slag verliefd op elkaar. Er ontstaat een duel tussen Octavian en de arrogante Ochs waarbij deze laatste een lichte verwonding oploopt. De baron gaat tekeer als een wilde en staat erop dat de hulp van een dokter wordt ingeroepen. Octavian beraamt ondertussen een list om Sophie van haar ongewenste aanbidder
te verlossen. Hij stuurt een dienster met een briefje, zogenaamd afkomstig van Mariandl, waarin deze de baron nog dezelfde avond verzoekt om een rendez-vous, Die Mariandl is niemand anders dan de verklede Octavian die er dan uitziet als een kamermeisje. Ochs, niets vermoedend is opgetogen en ervan overtuigd dat hij een leuk avontuurtje tegemoet gaat. Hij weet echter niet dat zijn komst in een kamer op de zolder van een herberg bij Wenen samenvalt met de komst van Sophie, haar vader en de Marschallin en twee buitenstaanders. Regisseur Carsen heeft de locatie van een zolderkamer vervangen door een groot bordeel in Wenen waar veel luchtig geklede, op erotisch avontuur uit zijnde meisjes zich amuseren met hun gasten. In dat gezelschap arriveren Ochs en Mariandl (Octavian) in aanwezigheid van de uitgenodigde Faninal en Sophie. De verwarring en verontwaardiging is groot. Faninal is woedend over het gedrag van zijn aanstaande schoonzoon Ochs die in de val is getrapt. Gevolgen: Het avontuurtje van Ochs is snel voorbij en zijn huwelijk met Sophie wordt meteen afgeblazen. Iedereen vertrekt.
Teder duet
De finale van dit werk is een hoogtepunt. Op het podium bevinden zich nog het jonge liefdespaar Sophie-Octavian en de Marschallin die zich nogmaals realiseert dat het door haar voorspelde moment waarop Octavian haar zou verlaten eerder is aangebroken dan ze had verwacht. Schitterend wordt een trio ingezet dat overgaat in een melodieus, teder duet tussen het jonge paar dat liefdevol in elkaars armen valt.
Alle lof gaat ook deze keer weer uit naar het orkest van de Met. Het subtiele spel waarom deze opera doorgaans vraagt kreeg het publiek ook te horen.
De meeste lof wil ik echter dit keer toezwaaien aan de Letse mezzosopraan Elina Garanca, die de rol van Octavian op een onvergetelijke wijze voor het voetlicht bracht. Als ik gevraagd zou worden een zanger of zangeres te nomineren als de absolute uitblinker van dit aflopende seizoen in de Met dan zou ik haar zeker daarvoor in aanmerking laten komen. Wat zij in der Rosenkavalier liet zien en horen was geweldig. Haar zangkunst staat op een zeer hoog peil. De meest lastige omstandigheden op het podium beïnvloeden haar zangprestatie niet. Ook niet in der Rosenkavalier toen ze haar broekenrol in meerdere opzichten waar moest maken. In het eerste bedrijf is zij de jonge minnaar van de Marschallin. Haar opkomst op het podium als een jongen van 17 jaar die de minnares is van een vrouw van 32 is trefzeker. Je ziet volstrekt natuurlijk gedrag zoals je van een dergelijke knul kunt verwachten. Vervolgens ontdoet Garanca zich van haar jongensuiterlijk en transformeert zich van een heer van 40 tot een truttig kamermeisje om in het derde bedrijf Ochs te verleiden zonder zich zelf echt prijs te geven. Dat doet ze om aan te tonen dat de baron een hufter is die zeker de kans niet moet krijgen om met Sophie te trouwen. Haar acteerprestatie is boven alle lof verheven. Vocaal, fysiek en acterend stal zij de show in der Rosenkavalier. Toch lijkt er ook bij haar een einde te komen aan de rol van Octavian. Op haar website liet ze weten afscheid te willen nemen van haar broekenrollen. Voor een operazangeres van dergelijke klasse blijven er gelukkig nog ruim voldoende mezzo rollen over om uit te blinken. En dat gaat ze zeker nog doen.