Zaterdag 24 juni 2017
Hier en daar lees ik in de landelijke pers dat de opera Salomé uitgevoerd door de Nationale opera een succes is. Omstandigheden verhinderen dat ik er zelf heenga. Maar dan hoor ik dat NPO Radio 4 een uitvoering op 24 juni rechtstreeks uitzendt. Ik ben nieuwsgierig. Al vele jaren heb ik geen opera uitzending meer beluisterd via de radio. Ik besluit om dat nu wel te doen. Met een tekstboek in mijn handen zit ik om 20.00 uur voor de radio. Ik waan me weer terug in de tijd toen ik cd’s beluisterde met een libretto onder handbereik. Ik ervaar nu opnieuw de waarde van deze wijze van luisteren. De tekst dringt goed tot me door. De synopsis ken ik al jaren maar het op de voet volgen van de tekst geeft duidelijk een meerwaarde aan de beleving van de opera. Mis ik de beelden? Eigenlijk niet die avond. Ik creëer als het ware mijn eigen beelden waarbij vanzelfsprekend de beleving van deze opera in andere theaters een rol speelt. Al luisterend vallen me nieuwe muzikale klanken op die ik voorheen niet hoorde. Al snel was ik onder de indruk van de zangkunst van de Zweedse sopraan Malin Byström. Aanvankelijk lijkt me haar stem wat te licht voor deze rol. Vooral wanneer de dramatiek allengs toeneemt. Onwillekeurig vergelijk ik haar stem met die van de Zweedse sopraan Birgit Nilsson en de Amerikaanse sopraan Catherine Malfitano. Ik merk dat, hoewel Salomé toch niet zo heel dikwijls wordt opgevoerd, de opera mij sterk aantrekt en dat ik geen gelegenheid voorbij laat gaan om de intrigerende muziek van Richard Strauss aan te horen ondanks de soms scherpe dissonanten die passen bij enkele gruwelijke scènes in deze opera.
De rol van Jokanaan wordt vertolkt door de Duitser Ivgeny Nikitin. De opkomst van deze bariton gaat gepaard met sombere tonen van de blaasinstrumenten en een sensibele melodie die me meteen pakt. Echt onder de indruk van Nikitin was ik niet. Ik had de stem van de bariton Bryn Terfel in mijn hoofd. Vooral de toon die deze laatste aansloeg tegen Herodias, de stiefmoeder van Salomé. Die was niet mis!
De tenor Lance Ryan als Herodes en de in ons land bekende Doris Soffel doen wat ze moeten doen. Goed zingen! En acteren? Acteren bestaat voor een belangrijke uit lichaamstaal en daarvan blijf ik uiteraard nu van verstoken. Ik moet het dus hebben van het stemgebruik, het kleuren van de stem, de toe te passen dynamiek e.d. Zeker bij Salomé en bij de 70 jarige Soffel hoor ik dat ze geloofwaardige personages neerzetten. Ik was vroeger bij het beluisteren van cd opnamen erop gepitst om de interpretaties van de personages te analyseren, geholpen door het muziekblad Luister, dat veel aandacht besteedde aan opera. Dat laatste is al lang verleden tijd. Aan het einde van de radio-uitzending werd aangekondigd dat de tv zender Mezzo op dinsdag 27 juni de opera live zou uitzenden. Ik nam me meteen voor om die avond voor de tv te zitten. Maar één ding was zeker: het orkest van het Koninklijk Concertgebouw had vanavond de show gestolen. Dat zal dinsdagavond niet anders zijn. Wat een fantastisch orkest stond er in de bak onder leiding van de nieuwbakken dirigent Daniele Gatti. (wordt vervolgd)
Dinsdag 27 juni 2015 20.00 uur.
Klokslag acht zit ik klaar voor mijn televisietoestel en Mezzo staat aan. De eerste beelden tonen een keurige huiskamer waarin een comfortabele zitbank en ander meubilair. Dan komen de eerste tonen van Richard Strauss uit de luidspeakers van mijn geluidsinstallatie.
Salomé vertoont zich in een fraaie lange jurk. Ze hoort spoedig de stem van de gevangen genomen Jokanaan en wil hem zien. Wanneer hij uit een kelder te voorschijn komt, blijkt dat ze niet alleen verliefd is op zijn stem maar op zijn hele lichaam. Ze wil hem aanraken wat de profeet haar verbiedt. Toch staan die twee even later in een korte omhelzing in strijd met het libretto en zien de toeschouwers de eerste miskleun van de regisseur. Of geloofde Ivo van Hove dat Jokanaan toch onder de indruk was van de schoonheid van de jonge Salomé? Wilde hij willens en wetens een nieuwe dimensie aan de opera toevoegen? Jokanaan: ‘ Terug dochter van Sodom! Raak mij niet aan! Ontwijd niet de tempel van de Heer, mijn God. ‘
Verlangen
In de daarop volgende scène vraagt Salomé tot zes keer toe aan Jokanaan of zij zijn mond mag kussen. Jokanaan: ‘ Ik wil jou niet zien. jij bent vervloekt, Salomé. Jij bent vervloekt! ‘ Over acteren gesproken: Malin Byström moge dan een lichte sopraan zijn, al meer dan eens is bewezen, o.a. door de Duitse Angela Denoke, dat een lichte dramatische sopraan de rol van Salomé goed kan zingen. Bovendien past Byström haar gezichtsexpressie aan bij iedere frase die ze zingt. Ook tijdens de heftige, emotionele dialogen met Jokanaan blijft haar lichaamstaal adequaat. Die dialogen zijn spannend en dramatisch ondanks dat Nikitin mij niet geheel kan overtuigen door te weinig emotionele expressie. Dat kun je van Herodias (Doris Stoffel) niet zeggen die steeds tijdens de conflicten tussen haar man en Salomé de zijde kiest van haar stiefdochter. Zij is zich bovendien van haar waardigheid bewust en toont dat ook wanneer ze tegen haar echtgenoot zegt dat zij en haar dochter van koninklijke bloede zijn en hij slechts de zoon is van een kamelendrijver. Een van de hoogtepunten van de opera was ongetwijfeld de sluierdans. Niet alleen dankzij de sensuele vertolking van het orkest in de dans van Byström, en vanwege een op de achterwand van het podium vertoonde video-opname waarop ze danste met het deels ontblote lichaam van Jokanaan. De sopraan bracht alle aanwezigen door haar sensuele dans in een flow die hen aanspoorde om met de prinses mee te dansen. Een mooie scène bedacht door Van Hove, die dat idee zeker niet aan de regieaanwijzingen van de componist ontleende.
De kus
De slotscène was verrassend en moet eveneens als een regievondst van Van Hove worden beschouwd. Ik verwachtte zoals gebruikelijk, dat een soldaat het hoofd van Jokanaan op een zilveren schaal zou aanreiken, maar in plaats daarvan kwam een compleet bloederig lichaam van de profeet uit de onderaardse kelder. Uiteindelijk leidde dat tijdens een ‘ innige omhelzing ‘ tot de kus waarnaar Salomé zo intens verlangde. Deze afloop van de opera kon ik zaterdagavond, tijdens mijn luistersessie, niet vermoeden. De regie in mijn eigen hoofd bleek minder pervers dan die van Van Hove, al was het verschil niet zo groot dan ik eigenlijk wil toegeven. De vraag blijft bij mij overeind of de ‘Hovense afloop’ iets heeft toegevoegd aan het oorspronkelijke speelplan van Strauss en Oscar Wilde. Wie het weet mag het zeggen!
Tenslotte nog dit: mij is het beluisteren van de radio-uitzending van Salomé met een complementaire uitvoering op tv goed bevallen.