Eindelijk was het dan weer zo ver. Een opera van Richard Wagner (1813-1881), een van de grootste Duitse componisten, stond 22 april 2018 op het theaterprogramma vaan het Chassé theater in Breda. Voor de Brabanders een goede gelegenheid om naar zijn bekende opera Der Fliegende Holländer te gaan. Ze konden dan ervaren dat Wagner minder zwaar is dan in de volksmond wordt beweerd. Deze opera is bovendien een goed opstapje om kennis te maken met zijn latere werk. Alleen moet je daar niet voor in Brabant zijn want de accommodatie van de theaters is door de noodzakelijke omvang van een groot orkest ontoereikend. Bovendien vraag ik me af, het aantal onbezette plaatsen in Breda in acht nemend, of operaliefhebbers die een duidelijke voorkeur hebben voor gedegen Italiaans werk, bereid zijn om kennis te nemen van voor hen onbekende opera’s.
Een compliment verdient de Reisopera omdat zij haar reputatie waar maakt om met beperkte middelen Wagner opera’s te programmeren. Tristan und Isolde en een complete Ring des Nibelungen gingen in ons land de afgelopen jaren absoluut niet ongemerkt voorbij.
Sage
Beroemd is de sage van Heinrich Heine die melding maakt van Der Fliegende Holländer, die al eeuwen gedoemd is de wereld rond te varen totdat hij een vrouw vindt die hem trouw blijft tot de dood. Eens heeft hij tijdens een vreselijke storm gevloekt en getierd dat hij in eeuwigheid met zijn schip niet zou omkeren. Satan hoorde dat en strafte hem: hij zou voor eeuwig over de zee moeten zwerven zonder rust. Gods engel vond het echter wel heel erg en veranderde de vervloeking van de Satan als volgt: Indien hij een vrouw kan vinden die hem trouw blijft tot de dood, dan zal hij verlossing vinden. Hij mag echter maar één maal in de zeven jaar aan land om een vrouw te zoeken. Al eeuwen lukte het hem dat echter niet.
De grote vraag is voor velen: Wat bedoelt Wagner die zelf zijn libretti voor zijn opera’s schreef, met het begrip verlossing? Hij plaatst dat woord in een bredere context en komt er in zijn ander werk ook op terug. Het leven van ieder levend wezen voltrekt zich nooit zonder pijn. Er zijn altijd wel problemen van fysieke of psychologische aard. De Holländer heeft ook zijn kwellingen namelijk eeuwig op de wereldzeeën te moeten rond zwerven.
Senta, vertolkt door de Estse sopraan Aile Asszonyi, is verloofd met een zekere Erik en is obsessief verliefd op het portret waarop de Hollander staat afgebeeld. Zij ziet zich als zijn redder. Zij voelt dat zelfs als een plicht. Asszonyi zingt fel en overtuigend maar jammer genoeg soms ook te schel en ietwat schreeuwerig.
Zakenman
Daland, Senta’s vader, is kapitein van zijn schip en lijkt een succesvol zakenman. Hij ontmoet tijdens een terugreis het ‘spookschip’ van de Holländer . Deze piekert over zijn ongeluk. Hij kan maar geen trouwe vrouw vinden. Hij is het wachten beu en na al die eeuwen wil hij dood en rust. De vloek van satan verhindert dat. Hij hoopt maar dat de dag des oordeels niet te lang op zich laat wachten. Zeven jaren zijn inmiddels weer verstreken. Hij wil aan land om weer te trachten een trouwe vrouw te zoeken. Daland, zakenman alert op ieder moment dat hij een voordelige deal kan maken, blijkt bereid in ruil voor juwelen en andere schatten zijn huwbare dochter Senta zonder slag of stoot af te staan aan de Holländer. Daland en de Holländer besluiten dat zodra de wind gaat liggen ze dan naar huis zullen varen om Senta te ontmoeten. Deze twee protagonisten zijn belangrijk in het slagen van deze productie van regisseur Paul Carr. Dirigent Benjamin Levy en het Noord Nederlands Orkest geven hen de gelegenheid om uit te blinken. De Holländer die met zijn aria ‘ Der Frist ist um ‘ in de eerste scène laat horen uit het goede hout te zijn gesneden, wordt vertolkt door de Britse bas-bariton Darren Jeffrey. De Duitse bas Yorck Felix Speer doet nauwelijks voor hem onder met zijn breedsprakerige aria: ‘Mögst du mein Kind den fremden Mann….’
De ballade
Senta vertelt in het atelier, waar dit keer niet wordt gesponnen maar bruidsjurken worden gemaakt door de dorpsmeisjes, via een ballade het verhaal van de Fliegende Holländer. Zij is er van overtuigd dat zij deze man ooit zal verlossen. Eric, haar vriend, vertolkt door Samuel Sakker, die niet in grote vorm verkeerde, hoort hier van en is verbijsterd. Hij wilde net aan haar vader haar hand vragen. Hij verwijt Senta dat zij iedere dag voor het portret van de Holländer staat te zwijmelen: ‘ Wat moet ik van al dat gedoe denken? Die Holländer lijkt wel belangrijker dan mijn verdriet.’
Senta ontmoet de Holländer voor het eerst en staat als aan de grond genageld. ‘ Wie is de vreemdeling,’? stamelt ze. Haar vader vertelt dat hun gast om haar hand heeft gevraagd. Senta en haar held kunnen hun blikken niet van elkaar afhouden. Daland laat ze alleen. De Hollander vraagt aan Senta of zij zeker weet dat ze hem eeuwig trouw kan zijn.‘ Ja,’ zegt Senta, ‘Ik wil u troosten en trouw zweren tot de dood.‘ Daland komt binnen om te vragen of een verloving gevierd kan worden. Senta en de Holländer bevestigen dit.
Voltooiing
Dezelfde avond vraagt Eric aan Senta of het waar is dat zij inderdaad met de Holländer gaat trouwen. Hij vraagt zich af of zij haar belofte van trouw aan hem is vergeten. Senta staat met open mond naar Eric te luisteren. De Holländer komt om Senta vaarwel zeggen. Hij hoorde toevallig hun conversatie en trekt de conclusie dat Senta’s woord niets waard is als zij aan Eric eerder trouw heeft gezworen. Hij is verloren! Voor eeuwig verloren! De Holländer wil meteen vertrekken. Senta werpt zich voor zijn voeten en probeert hem te overtuigen dat zij echt zijn reddende engel is. De Holländer luistert niet en klimt aan boord en kiest zee. Senta wil hem achterna maar wordt tegengehouden. Zij kan zich echter losrukken en klimt op een uitstekende rots en stort zich in zee. In deze uitvoering werpt ze zich niet in zee maar pleegt met een mes zelfmoord.
Wat Senta zag als haar opdracht en plicht is voltooid. Senta bleef de Holländer trouw tot in de dood en hij is verlost van zijn vloek. Samen zweven ze naar de hemel zo staat in een synopsis!!
Muziek
De muziek van deze opera die in Dresden op 2 januari 1843 in première ging is prachtig.
Het werk begint met een symfonische ouverture die de gehele opera weergeeft. De opera is een nummer opera met romantische muziek. Er is een ballade, een duet en terzet en de koren met het matrozenlied en Spinnerlied, die gepaard gaan met een mengeling van spontane onstuimigheid.
Regie
Hulde aan regisseur Paul Carr, die prachtige, wisselende beelden liet zien van een onstuimige en een rustige zee. Dat was belangrijk voor de sfeer van de voorstelling. Carr liet bovendien een houten constructie bouwen wat enerzijds een deel van het schip van Daland toont maar ook dient als de ruimte waar het liefdespaar elkaar voor het eerst ontmoet en de dorpsmeisjes werken aan de bruidsjurken. Knap werk. Het spookschip van de Holländer verscheen in beeld als een grote rode vlek en zag er dreigend uit. Een uitstekende vondst!
Complimenten gaan ook naar het kleurrijke koor Consensus Vocalis dat voor een verrassend hoogtepunt zorgde. Het Noord Nederlands Orkest onder leiding van dirigent Benjamin Levy stond garant voor de juiste spanning hetgeen geen moment tot ontsporing leidde.
De zes dansers die tijdens de voorstelling geacht werden een extra dimensie aan Wagners werk toe te voegen konden mij niet bekoren, al moet ik met enig respect toegeven dat ik ook in mijne jonge jaren en fitste momenten niet in staat zou zijn geweest de acrobatische dansen uit te voeren.
Alles bij elkaar kan ik niet anders concluderen dan dat ik genoten heb van een zeer verdienstelijke uitvoering van Wagners Fliegende Holländer.
Hulde voor de Reisopera!!