Dinsdag 18 september, twee dagen na de 41e sterfdag van Maria Callas (1923-1977) zat ik ‘s morgens om 11.00 uur in de bioscoop om de in alle kranten aangekondigde documentaire van Tom Wolf over het leven van Maria Callas te bekijken. Druk was het er niet. Slechts zes mensen zagen die ochtend het leven van de voormalige operadiva aan hun ogen voorbij trekken. Voor mij was het een emotioneel weerzien want ik herinnerde me nog precies mijn heftige emoties toen ik op 19 juli 1959 in het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam live getuige was van een legendarisch optreden van de stersopraan. Ik was toen 25 jaar en had al heel wat plaatopnamen van haar voor die tijd gehoord en ik was idolaat van de Griekse zangeres.
Vuur en intensiteit
Mijn eerste kennismaking met haar was in 1953. Ik was 20 en hoorde haar voor het eerst op een zondagmorgen op een Belgische radiozender. Ik bleef roerloos op mijn stoel zitten. Ze zong de fameuze waanzinaria uit Lucia di Lammermoor zoals ik die eerder nog nooit hoorde. Tot op dat moment was ik altijd in de ban geweest van de vertolking van deze moeilijke coloratuuraria door de Amerikaanse topzangeres Lina Pagliughi (1907-1980). Wat ik nu hoorde overtrof alles. De stem van Callas raakte me in hart en ziel. Niet alleen door de kracht van haar stem maar vooral door de dramatiek en interpretatie van de aria. Tot op dat moment had ik nog nooit van haar gehoord. Wel van haar tijdgenoten de sopranen Renate Tebaldi en Victoria de Los Angeles.
Sindsdien kocht ik veel opnamen van haar en ik moest bij het beluisteren erkennen dat ik bepaalde opnamen van haar collegae mooier vond maar bij Callas trof ik een vuur en intensiteit aan die je bij haar collegae maar zelden aantrof. Zij zong niet alleen de rol van Tosca maar ze was het ook. Ze zong niet alleen Norma maar ze was het ook. Het leek er op dat zij haar rollen zelf creëerde. Iedere zin kreeg zijn betekenis en de klankkleur die daarbij paste. Door haar muzikale dramatische kracht hield Callas haar luisteraars een spiegel voor over hun diepste en geheime passies.
Zonder twijfel was zij ook in die tijd de meest controversiële en opzienbarendste zangeres van de 20e eeuw. Ze was temperamentvol, kreeg soms woede-uitbarstingen en weigerde zelfs op 2 januari 1958 na stemproblemen in de eerste acte van de Norma de rest van de opera uit te zingen tot grote woede van het bezoekers van de opera van Rome. Het leverde haar veel vijanden op. De documentaire laat dat ook zien. De pers van zo wat de gehele wereld viel over haar heen. Vooral haar relatie met de Griekse reder Onassis en haar ruzies met theaterdirecteuren werden breed uitgemeten.
De documentairemaker is er in geslaagd een goed portret te maken van het leven van Callas met alle ups en downs. Er werden beelden getoond die mij niet vreemd waren omdat ik in 2002 twee cursussen gaf over mijn favoriete zangeres. Ik beschikte destijds over minder beeldmateriaal en wat ik kon laten zien waren zwart-wit beelden. Nu zag het er allemaal mooier uit met kleurrijker beelden. De zang van de originele documentaires was te horen maar werd dikwijls gelardeerd met heftige beelden uit het leven van Callas die geen direct verband hielden met die zang. Positief was deze documentaire maker in ieder geval een handvol aria’s volledig liet horen.
Maria Callas was behalve een geweldige zangeres ook een grote actrice. Daar zagen we helaas te weinig van. Het is bekend dat zij er geen voorstander van was om haar rollen op video vast te leggen. Daardoor moesten we het doen met een geacteerde aria uit Tosca (Vissi d’arte, vissi d’amore) gezongen tijdens een uitvoering in Londen in 1954 en de aria Casta diva uit Norma tijdens een concert in de opera van Parijs op 19 december 1958.
Mislukte comeback
Callas vertelde veel: over haar vriendschappen, over haar ontmoetingen met VIPs, over de zwaarte van haar vak, over het lot dat haar tot een zangcarrière bracht, over haar mislukte huwelijk met de zakenman Meneghini, haar knipperlicht relatie met Onassis en het gemis van een gezin met kinderen.
Maria Callas’ topjaren waren beperkt. Gedurende 10 jaar (1949-1959) was ze nauwelijks te evenaren. Na 1960 zong ze nog wel, maar veel minder dan ze daarvoor gewend was. In het laatste deel van de documentaire ontbrak haar zang bij de beelden van de mislukte poging tot een comeback. Zij maakte toen met de tenor Giuseppe Di Stefano een wereldtournee. Overal werd ze liefdevol en met veel applaus ontvangen maar haar operasprookje was definitief uit. Tom Wolf heeft de geluidsopnamen van die tournee achterwege gelaten vermoedelijk omdat Maria Callas geen schim meer was van de zangeres die grote triomfen vierde in de grootste operahuizen in de wereld. Op 16 september 1977 maakte een hartaanval in Parijs een einde aan haar veel bewogen leven.