Dinsdag 23 oktober 2018 was de laatste kans om in Antwerpen nog de Lohengrin productie van de Amerikaanse topregisseur David Alden van Wagners (1813-1881) te zien. Wat is daar voor bijzonders aan?
Wel, Alden heeft de reputatie om als geen ander grote massa’s op het toneel overtuigend neer te zetten. En dat is maar goed ook want het volk en de soldaten spelen in Lohengrin een belangrijke rol. De koorleden getuigden van hun klasse door prachtige zang en gedisciplineerd en stabiel optreden. David Alden vraagt nogal wat van het koor door de vele verplaatsingen, maar goed acterend bleef het gezelschap mogelijke problemen de baas en droeg daardoor aanzienlijk bij aan een grotendeels geslaagde uitvoering. Daar was trouwens voor een belangrijk deel ook het orkest voor verantwoordelijk, dat onder van de bezielende leiding van dirigent Alejo Pérez de pannen van het dak speelde. Veel applaus was na afloop hun deel.
Ontstaan
Lohengrin zag op 28 augustus 1850 het levenslicht tijdens een voorstelling in Weimar onder leiding van Fransz Liszt, die er voor zorgde dat Lohengrin kon worden opgevoerd terwijl Richard Wagner, vanwege zijn aandeel in de revolutie in Dresden in 1848-1849, in ballingschap in Zwitserland verbleef.
De basis van het verhaal van Lohengrin ontleende Wagner aan het Parsival-epos van Wolfram von Eschenbach en de middeleeuwse legenden van de Heilige Graal.
Vervanging
Toch waren de vooruitzichten voor aanvang van Wagners romantische opera niet zo heel rooskleurig. Twee hoofdrolspelers konden wegens ziekte hun rollen in de laatste voorstelling niet vertolken. Liene Kinca die de rol van Elsa voor haar rekening moest nemen was vervangen door de Britse sopraan Jennifer Davis. Een geluk bij een ongeluk was dat Davis recent nog in Covent Garden de rol van Elsa in dezelfde productie van Alden had gezongen. Het ging haar mede daardoor goed af. Ze bleek over meer dan voldoende inlevingsvermogen te beschikken. Bovendien liet haar lyrische sopraan haar geen moment in de steek en haar vermogen om goed te acteren zorgde voor een uitstekend debuut bij de Vlaamse opera.
Minder gelukkig was het operahuis met de vervanger van de tenor Zoran Todorovich die zich liet vervangen door de Duitse tenor Christian Voigt. Op het inlegvel van het programmaboekje werd hij afgeschilderd als een talentvolle Wagnertenor die gestudeerd heeft onder leiding van zangers met een grote reputatie. Vermoedelijk had Voigt zijn dag niet. Hij moest invallen en nog in de middag enig repetitiewerk verrichten. Ik denk dat het gebrek aan kracht en volume die van een heldentenor mag worden verwacht om Lohengrin goed te vertolken, bij hem ontbraken door nervositeit, spanning en vermoeidheid. Behalve een gebrekkige intonatie was hij niet in staat om acterend zijn mannetje te staan ten opzichte van een felle, soms agressieve, Telramund vertolkt door de Amerikaan Craig Colclough. Deze bas-bariton en de Zweedse mezzosopraan Iréne Theorin, als de echtgenote Ortrud van Telramund brachten vanaf de eerste scènes in het tweede bedrijf een geweldige drive in de opera. Volumineus verweten zij elkaar verantwoordelijk te zijn voor de vernedering die Telramund onderging in het eerste bedrijf tijdens een godsoordeel waarvan de uitkomst was dat Elsa geen schuld had aan de dood van haar broertje Gottfried. Telramund ontplofte. Hij was woest, niet alleen omdat hij zijn eer verloor, maar ook omdat hij zijn vrouw Ortrud van leugens verdacht: zij zou namelijk de broedermoord van Elsa met haar eigen ogen gezien hebben. Het echtpaar was vastbesloten het hier niet bij te laten. Ortrud trachtte bij Elsa in de gunst te komen om haar over te halen de verboden vraag aan Lohengrin te stellen over zijn naam en afkomst. Telramund, op zijn beurt, wil de ridder aanklagen wegens hekserij en hem in een gevecht verwonden, om hem van zijn vermeende magie te ontdoen. Daar zou uiteindelijk niets van terecht komen. Nog sterker: Telramund wordt in het laatste bedrijf door Lohengrin gedood, na een laffe aanval van Telramund.
Terugkomend op het godsoordeel, dat meestal wordt uitgevochten door Lohengrin en Telramund waarbij beiden voorzien zijn van een wapen, had Alden het gevecht nu zo gearrangeerd dat Lohengrin zijn tegenstander versloeg uitsluitend door hem doordringend aan te kijken terwijl de mannen elkaar benaderden. Het leek een godswonder. Een mooie vondst van Alden!
Scharnierpunt
De opera Lohengrin blijkt een scharnierpunt in het werk van Wagner en is een voorloper van zijn grote dramatische werken na 1850. Het tweede bedrijf is in mijn ogen cruciaal.
Hier hoorden we de Wagner van der Ring des Nibelungen, Tristan und Isolde en Parsifal, de grote dramatische operawerken met een symfonisch karakter en met een orkestratie die nauwgezet het drama uitbeeldt. We hoorden de toepassing van de Leitmotieven, die structuur geven aan een Wagneriaans werk dat ook de oneindige melodie kent. Denk aan het meest bekende en herkenbare motief in Lohengrin waarvan de gezongen tekst luidt: ‘Nie sollst du mich befragen, noch Wissens
Sorge tragen woher ich kam der Fahrt, noch wie mein Nam und Art.‘ De lezer weet ongetwijfeld dat Elsa zich niet kon beheersen en toch de door haar echtgenoot verboden vraag stelde en daarmee een voortijdig einde van haar huwelijk veroorzaakte. Een vraag die me op de lippen ligt is: mag je van een echtgenote verwachten en verlangen dat zij nooit naar de identiteit van haar man vraagt? Door de roddelpraat van Ortrud kwam het zover. Maar zonder haar interventie zou de vraag m.i. veel jaren later toch nog zijn gesteld. Elsa zag aanvankelijk in Lohengrin een bovennatuurlijke redder die de valse aanklacht van Telramund tegen haar zou ontkrachten. Dat was ook de missie van Lohengrin na zijn vertrek uit Monsalvat waar de Heilige Graal verblijft. Hij deed Elsa echter ook nog een huwelijksaanzoek dat zij dankbaar accepteerde.
Lohengrin zou de nieuwe leider van het leger van Brabant worden en voorop gaan in de strijd tegen de Hongaren die Brabant bedreigden vanuit het oosten. Dat zou niet gebeuren want in zijn monoloog ‘In fernem Land’ onthult Lohengrin aan de koning en het volk zijn naam en afkomst en geeft hij aan geen leiding te willen geven aan het leger en het volk van Brabant.
De toeschouwers zagen, na de sprankelende ouverture als het symbool voor de graal, in het eerste bedrijf een burchtachtige ruimte met scheve wanden. Regisseur Alden wilde een sfeer van oorlog en verwoesting suggereren, wat leidde tot massabewegingen van het koor, gekleed als opgejaagd volk en soldaten, en dat door koperblazers en felle strijkers werd ondersteund.
Vermeldingswaard is beslist nog het krachtige zingen van de Duits- Italiaanse bariton Vincenzo Neri als Heerrufer. Hij kondigde het optreden van koning Heinrich aan, vertolkt door de Duitse bas Thorsten Grümbel, die in een soort priestergewaad met gouden kroon een statige entree maakte met zijn gloedvolle stem.
Waar was de zwaan?
Wie misten de toeschouwers tijdens deze Lohengrin? Antwoord: De Zwaan. Slechts een grote schaduw over het toneelbeeld deed de toeschouwer geloven dat de Zwaan een rol speelde in het verhaal. In het derde bedrijf zagen zij wel een afbeelding van de iconische schildering van Lohengrins aankomst die August von Henckel maakte voor Schloss Neuschwanstein. Ook zagen we de zwaan een keer als beeldhouwwerk en afgebeeld op de banieren, die op het einde van de voorstelling naar beneden vielen. Zo kwam de zwaan toch in beeld. Zo ook de aanvankelijk dood gewaande broer Gottfried van Elsa die tijdens de laatste tonen te voorschijn kwam van onder de gevallen banieren en zich presenteerde als de nieuwe Hertog van Brabant.
De voorstelling van deze Lohengrin was geen onvergetelijke omdat het gebrekkige optreden van de vertolker van de titelrol afbreuk deed aan het goede werk van koor, orkest en de overige solisten. Dat er veel te genieten viel zal echter door geen enkele toeschouwer worden ontkend. Niet in het minst van de inleiding door een dramaturg van het operahuis. Zijn inleiding op de opera was uitstekend. Daar kunnen sommige operahuizen in Duitsland een voorbeeld aan nemen.