Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for december, 2018

Otello in Duisburg geen kopie van Antwerpen

Otello en Desdemona op de grond liggend

Op zondag 9 december 2018 nam ik deel aan een operareis van Operaclub Nederland naar Duisburg.
Doel van de reis was mijn lievelingsopera Otello te zien. Ik kwam er pas laat achter dat het om een productie ging van de Duitse topregisseur Michael Tahlheimer. Zijn Otello zag ik al in februari 2016. Ik was er heel  enthousiast over, getuige mijn verslag van 14 februari 2016 dat u kunt nalezen op mijn weblog www.operabeluisteren.nl.

Inktzwart podium
Vervelend om een operaproductie te zien die ik al eerder zag is bij mij niet aan de orde. Ik ben eerder benieuwd of ik nu nog zo over de voorstelling zou oordelen als twee jaar daarvoor.

In mijn zeer uitgebreide verslag op 14 februari 2016 stak ik niet onder stoelen of banken dat ik in Antwerpen erg genoten heb van de Otello die het hooggeëerde publiek kreeg voorgeschoteld. De voorstelling speelde zich net als in Duisburg af op een inktzwart aangekleed podium met in donkere kleding gestoken protagonisten die in het duister deden waarvoor ze waren aangetrokken: uitstekend zingen en acteren. Achteraf vind ik dat de voorstelling in Antwerpen me meer deed dan in Duisburg. Hoe kan dat?

Schimmen
Allereerst: ik was afgelopen zondag niet in een goede fysieke conditie om visueel goed waar te nemen. Mijn gezichtsvermogen is het laatste jaar aanzienlijk achteruit gegaan waardoor ik de protagonisten op het in duister gehulde podium  slechts als schimmen zag staan en daardoor niet in staat was te genieten van hun acteren. Een andere factor is dat ik bij iedere voorstelling in het operahuis van Duisburg ervaar dat het orkest en met name de blazers een aantal decibels te veel produceert waardoor het aan ronde tonen ontbreekt. Zeker, Otello kent enkele heftige woede-uitvallen die het orkest moet ondersteunen door fortissimo te spelen maar het mag van mij wel een tandje minder. Ik heb ook de indruk dat de akoestiek in Antwerpen aanzienlijk beter is dan in Duisburg. Dat vind ik trouwens ook van het koor en het Symfonie Orkest van Vlaanderen.

Cast

In Duisburg stond een andere cast dan in Antwerpen op het podium. De hoofdrolspelers van beide operahuizen waren zangtechnisch aan elkaar gewaagd. Beide Otello’s, in Antwerpen Ian Storey en in Duisburg  de Portugees Gustavo Porto zijn heldentenoren die over een groot volume beschikken. De rol van de Moor vereist een wankele, labiele, twijfelende uitstraling die in de zang hoorbaar moet zijn. Behoudens tijdens  het begin van het eerste bedrijf, waar Porto nog op dreef moest komen om zijn noten op het juiste tijdstip te laten landen, leverden beiden een uitstekende prestatie. De Jagorol van Simon Neal werd krachtig en vol overtuiging ten gehore gebracht. Hij wist vanaf het begin wat hem te doen stond: Otello’s geest vergiftigen waarbij het opwekken van jaloezie het belangrijkste gif was. In Antwerpen was de Bulgaarse bariton Vladimir Storyanov de kwade genius. Of hij het beter of anders deed dan de Britse Neal kan ik me niet meer herinneren. Wel dat de beide Desdemona’s schitterend voor de dag kwamen. In de Vlaamse opera was de Amerikaanse sopraan Corinne Winters de ‘rising star.’ In Duisburg zong de Roemeense sopraan Briggita Kele de rol van de naïeve Desdemona. En hoe!  Wat een prachtige stem en muzikale voordracht!

Ondanks mijn fysieke beperkingen heb ik genoten van een opera die Verdi (1813-1901) in zijn nadagen (1887) nog componeerde op aandringen van componist en librettist  Arrigo Boito en muziekuitgever Ricordi. De opera-uitvoering in Duisburg was beslist, ondanks dezelfde regisseur, geen kopie van die van Antwerpen. Ik heb inmiddels wel ontdekt hoe moeilijk het is om de verschillen aan te geven. Een mens is nooit te oud om te leren.

Advertentie

Read Full Post »

Opera Marnie verdient meer publiek

Marnie met echtgenoot Mark

Maandag 10 december 2018 zag ik in de Pathé bioscoop in Tilburg de opera Marnie (2017) van de Amerikaanse componist Nico Muhly (1981). Ik wist niet van het bestaan van deze opera van deze componist. Evenmin trouwens van zijn eerste opera “Two boys” (2011). Met mij nog vele anderen niet, zo bleek uit mijn contacten. Ik was dus nieuwgierig of dit werk me kon bekoren. De uitvoering was afkomstig uit de Metropolitan Opera van New York. Het verhaal is het meest bekend van een Hitchcock-film (1964), gebaseerd op de Winston Graham-roman uit 1961. Het prachtige libretto van Nicholas Wright beviel me uitstekend. De opera is een ware thriller met een grote psychologische spanning.

Het verhaal gaat voornamelijk over een vrouw, genaamd Marnie, vertolkt door mezzo-sopraan Isabel Leonard, die van baan naar baan jobt, geld steelt bij haar werkgevers, liegt en tijdens een diefstal betrapt wordt door een zekere Mark Rutland, vertolkt door Christopher Maltman. Rutland geeft haar niet aan bij justitie maar eist als tegenprestatie dat ze met hem trouwt. Tijdens dat huwelijk misbruikt hij haar. Dat huwelijk loopt dus mis. De twee passen niet bij elkaar. Marnie voelt niets voor seks met echtgenoot Mark, die daarover permanent gefrustreerd is. De jongere broer van Mark Rutland, Terry, vertolkt door een goed zingende countertenor, wil via ‘Me too gedrag’ Marnie ook verleiden. Tevergeefs! De mannen die Marnie nog meer ontmoet lijken met het zelfde sop overgoten.

Verschillende identiteiten
Marnie heeft door haar gedrag weinig rust. Omdat ze van de ene baan naar de andere snelt, voelt ze zich verplicht om steeds een andere identiteit aan te nemen om niet herkend te worden. Het resultaat is dat de kijkers vier mooi geklede vrouwen zien die op de originele Marnie lijken. Dat wil in dit geval zeggen dat het om vier blonde vrouwen gaat in uniforme kantoorjurken, genaamd Shadow Marnies. Dat levert dramatische momenten op die vooral zichtbaar worden wanneer mannen met Marnie in aanraking komen.

Forio
Een ander fragment dat me lang bij bleef is het moment dat het lievelingspaard Forio van Marnie ten val komt en uit zijn lijden moet worden verlost. Het is dramatisch om te ervaren is dat Marnies liefde voor het paard zo groot is, dat zij voor het beest de empathie voelt die ze in haar huwelijk ontbeerde voor haar man. Gekoesterd worden, aangeraakt worden en niet seksueel misbruikt! Marnie verandert en komt tot nieuwe inzichten. Ze merkt dat haar verzoenende gevoelens ten opzichte van Mark toenemen. Ze komt er ook achter dat ze jaren geleden ten onrechte is beschuldigd van moord op haar kleine broer.

Vrij zijn
In het bijzijn van agenten die haar in de slotfase van de opera vanwege de gepleegde diefstallen arresteren, komt ze tot de conclusie dat nu alles over haar bekend is en dat ze nu weet dat haar man niet de slechterik is voor wie ze hem houdt en dat ze een vrij mens is.

Muziek
De muziek is vrij toegankelijk en aangenaam om naar te luisteren. Het orkest musiceert op een wijze die me doet denken aan zeer aangename filmmuziek  maar die ik na afloop moeilijk in mijn hoofd kan reproduceren. Het orkest refereert zelden aan de zwarte kanten van dit psychologisch drama waardoor de emoties van de protagonisten meer worden gesuggereerd dan geëxpliciteerd. De muziek lijkt meer op een uitstekende begeleiding met soms ongewone harmonieën bij de dramatische momenten dan zelf een bijdrage te leveren aan de dramatische realisatie van het libretto.
De zang kent geen aria’s maar is gelardeerd met monoloogachtige passages.

Dat slechts een handvol mensen de twee voorstellingen bezocht is jammer. Toegegeven het werk is onbekend bij de meeste operaliefhebbers die van het standaardrepertoire houden. Het is ook moeilijk om een impressie te geven van een werk dat je voor het eerst ziet, zodat je vergelijkingsmateriaal mist. Maar van dit middagje opera van componist Muhly heb ik geen moment spijt gehad.

Read Full Post »

Eva-Maria Westbroek en Jonas Kaufmann in La Fanciulla del West

In de Pathé bioscoop was het afgelopen zondag 2 december 2018 goed toeven.
Puccini’s (1858-1924) La Fanciulla del West stond op het programma en werd door circa vijftig mensen bekeken. Zij zagen toe hoe onze nationale trots Eva-Maria Westbroek als Minnie, de Duitse stertenor Jonas Kaufmann als de bandiet Johnson en de Servische bariton Zeljko Lucic in de rol van sheriff Rance de in 1910 door Giacomo Puccini gecomponeerde Dat dirigent Marco Armiliato en het orkest van de Met daar een belangrijk aandeel in hadden was geen verrassing.

Achtergrond
Het verhaal speelt in de tijd van de Californische goudkoorts rond 1850. Het zou gebaseerd zijn op ware gebeurtenissen. Er is een Scarpia-achtige sheriff die misbruik maakt van zijn ambt, verliefd is op ene Minnie die als eenzame vrouw ervoor heeft gekozen om tussen de vele gouddelvers te wonen die ver van huis en haard verwijderd zijn. Zij is hun toevlucht en troost wanneer zij in de problemen zitten.

Minnie is op het oog een onschuldige, moedige, vriendelijke vastberaden vrouw waarop veel mannen verliefd zijn zoals de sheriff Jack Rance. Ze is een engel met een pistool aan de riem die poker kan spelen en paard kan rijden. Ze wacht nog op de man die ze haar eerste kus wil geven. Als die in haar leven komt (de bandiet Johnson) vecht ze vastbesloten voor haar geluk. In naam van de hartstochtelijke liefde verloochent ze haar morele opvattingen, liegt zij tegen haar vrienden, speelt zij vals bij het kaartspel en bedreigt zij de gemeenschap waar ze deel van uit maakt.

Rauw leven
De cast is stoerder dan in de vroegere werken van Puccini. Dat past bij het rauwere leven van de gouddelvers dat wordt gekenmerkt door plotse opflakkeringen van mannelijke brutaliteit, aanvallen van racisme en rustpunten van een onmetelijke tederheid, eenstemmig gezongen door mannenstemmen. Het derde bedrijf kent een lynch scène die in het toneelstuk van Belasco, dat als basis diende voor het libretto, niet voorkwam. Puccini dwong zijn librettisten  Guelfo Civinini en Carlo Zangarini, deze scène in te lassen.

 

Muziek

Samenkomst gouddelvers in de bar bij Minnie

Dit keer minder legatobogen, minder afsluitende scènes die uitnodigen voor applaus en minder welluidende aria’s, maar wel een goed geïntegreerd geheel aan klanken en melodieën. De opera bereikt zo nu en dan een summum aan hysterie; de muziek is soms chaotisch, koortsachtig, vol agressieve accenten, kreten en lawaai. Het is het thema uit de liefdesscènes van het tweede bedrijf dat de koperblazers en het slagwerk woest scanderen terwijl de bandiet in de derde acte wordt ingerekend.
In het derde bedrijf zingt de bandiet Johnson de door alle grote tenoren gezongen aria ’Ch’ella mi credo libero e lontano.’ (‘Laat haar denken dat ik vrij ben en ver weg.’) Deze aria wordt schitterend gezongen door Jonas Kaufmann. Aan het slot van de opera wanneer Minnie en Johnson vertrekken horen we weer een duet dat doet denken aan vroegere opera’s die we voorheen al hoorden. Een duet in echte Puccini stijl.

Giacomo Puccini

De heldinnen van Puccini
Na de eerste serie tot lijden bestemde vrouwen (Manon, Mimi, Cio-Cio-San) ontdekte Puccini in Minnie een andere vorm van vrouwelijkheid. Ze bezit weliswaar een feminiene tederheid en vriendelijkheid maar tegelijkertijd is ze een hartstochtelijke en daadkrachtige heldin die bereid is haar geluk tot het uiterste te verdedigen. Ze lijkt een onaanraakbare vrouw, die zich van alle mannen even ver houdt, behalve van die ene die ze haar eerste kus wil geven. Ze is een heldin die in de portrettengalerij van Puccini’s actieve vrouwenfiguren een plaatsje vindt naast Tosca en Turandot.

Minnie is iemand die de liefde aanwendt als een welwillende kracht. Dat wordt duidelijk wanneer Minnie er in de finale in slaagt de individuele gouddelvers te overtuigen te verhinderen haar minnaar Johnson aan de galg te laten omkomen. Die ruwe mannen zijn daar graag toe bereid omdat Mini hen in moeilijke omstandigheden liefdevol hielp.

Favoriete rol
Tijdens een interview in de pauze vertelde Eva-Maria Westbroek dat de rol van Minnie haar meest favoriete was. Dat heeft ze al eerder bij andere gelegenheden verklaard. Tijdens haar voordracht was dat duidelijk zicht- en hoorbaar. Hoorbaar door haar tedere en bescheiden wijze van vertolken van haar gevoelige karakter maar ook weer stevig optreden wanneer het er bij haar om ging om de oprechte liefde en haar rechtvaardigheidsgevoel voor haar medemens tot gelding te brengen. Resoluut bedroog zij tijdens een kaartspel uit noodzaak de sheriff om haar minnaar te redden. Merkbaar was dat tussen Westbroek en Kaufmann sprake is van echte chemie. De wijze waarop ze elkaar aanraakten, elkaar aankeken en de voelbare spanning bij de eerste kus van Minnie, het verhoogde de spanning van de thriller die La Fanciulla del west ook was. Kaufmann zong weer weergaloos. Zijn stem leek geknipt voor de rol van een bandiet en minnaar. Zo wisselde hij zijn forte passages op bekwame wijze af met pianissimo op een wijze die door merg en been ging.

De Servische bariton Zeljko Lucic, in de rol van sheriff Rance beviel me heel goed. Hij voelt zich in die rol tussen de gouddelvers uitstekend thuis. Hij wordt door hen gewaardeerd en ze rekenen op de bescherming van hun bezittingen. Bovendien is hij bereid om een bandiet die de directe omgeving onveilig maakt, desnoods met veel moeite op te sporen en gevangen te nemen. Maar zelfs hij blijkt niet vrij van het overtreden van ethische regels door zijn hevige passie voor Minnie gepaard te laten gaan met vocaal geweld en haar een eerloos voorstel te doen. Mooi was de scène in het eerste bedrijf toen Rance en Minnie aan de bar elkaar een glas met alcoholische drank toeschoven en weer verwijderden om hun gevoelens voor elkaar op dat moment tot uitdrukking te brengen. Rance verliefd, zij afwijzend. Opvallend is dat in tegenstelling tot de andere grote opera’s van Puccini deze opera wordt afgesloten zonder dodelijke slachtoffers!

De opera La Fanciulla del west van Giacomo Puccini ging in première op 10 december 1910 in New York. Het succes was groot.

Geen wonder, de hoofdrollen werden vertolkt door Emmy Destinn als Minnie, Enrico Caruso als Dick Johnson en Pasquale Amato als Jack Rance. Arturo Toscanini was de dirigent.

Read Full Post »