Op dinsdag 28 januari 2019 was de theaterzaal in het Cultureel Centrum Jan van Besouw van Goirle weer goed gevuld. Circa 110 toeschouwers gingen ’s avonds om 22.00 uur zeer tevreden naar huis. Zelfs een spontaan slotapplaus klonk na vertoning van de opera beelden.
De keuze was dit keer gevallen op één van de grootste klassiekers uit het repertoire van Gaetano Donizetti (1796-1848) Lucia di Lammermoor. De première in 1835 was in Napels. De Franse versie in Parijs in 1839. Het libretto is van Salvatore Cammarano naar de roman ‘The bride of Lammermoor‘ van Sir Walter Scott.
Waanzinaria
De aandacht ging vooral uit naar het sextet in het tweede bedrijf en naar de beroemde waanzinaria van deze opera. Die hoorde ik voor het eerst toen ik een jaar of 17-18 was, op een 78 toerenplaat, gezongen door de fameuze Amerikaanse coloratuursopraan Lina Pagliughi (1907-1980). Ik gaf me onmiddellijk gewonnen als enthousiast beginnend operafanaat. Een week later luisterde ik naar een operaprogramma van de Franstalige Belgische radiozender. Als door de bliksem getroffen bleef ik roerloos op mijn stoel zitten. Ik wist niet wat ik hoorde. Opnieuw
hoorde ik de waanzinaria, voor mij toen het toppunt van belcanto, maar nu gezongen door Maria Callas. Haar zang raakte me in hart en ziel. Niet alleen door de kracht van haar stem maar vooral door de dramatiek en interpretatie die de Griekse zangeres in deze aria legde. Lucia di Lammermoor werd vooral daardoor in mijn jeugdjaren mijn favoriete opera. Dit dramatische werk bevat behalve die waanzinaria, prachtige melodische vondsten die al snel je hart raken. Veel zangeressen namen sindsdien de rol van Lucia op maar hoe je er ook over denkt: één van de vele opnamen met Maria Callas zou je in je bezit moeten hebben. Liefst de studio-opname uit 1954 met Giuseppe Di Stefano en Tito Gobbi onder de fantastische dirigent Tulio Serafin of de live-opname uit 1955 in Berlijn onder Herbert von Karajan. Kijk maar eens op YouTube!
Standaard
U zult begrijpen dat Maria Callas voor mij jarenlang de standaard werd en dat ik niet kan nalaten om iedere protagonist die de rol van Lucia zingt te vergelijken met Maria Callas. Dat deed ik dus ook toen ik in Goirle de Russische sopraan Anna Netrebko op een 10 jaar geleden opgenomen dvd registratie in de Metropolitan Opera in New York een fantastische en geloofwaardige Lucia hoorde en zag neerzetten. Wie van beide sopranen mijn voorkeur heeft is moeilijk te zeggen. Van Callas is bekend dat zij een van de eerste zangeressen was die de Luciarol donkerder kleurde dan haar collegae, die ook wel de kanariepieten werden genoemd. Sinds Netrebko haar tonen donkerder kleurde is zij in dramatisch opzicht volwassener geworden. Met haar waanzinaria oogstte ze terecht veel applaus. Ze mistte werkelijk geen enkele hoge noot. Met de krachtige, lyrische tenor tenor Piotr Beckzala had ze het overigens getroffen. Hij was haar warmbloedige minnaar Edgardo di Ravenswood. Vooral in het laatste bedrijf ontroerde hij met zijn twee aria’s ‘Fra poco a me ricovero’ en ‘Tu che a Dio spiegasti l’ali’ Ook het acteren van Beckzala was prima. De Britse lichte tenor Colin Lee zong de rol van Lord Arturo Bucklaw. Hij had geen aangename rol als beoogd bruidegom van Lucia maar wat hij liet horen was prima in orde. De Poolse bariton Mariusz Kwiecien nam de rol van de broer van Lucia, de duivelse Lord Enrico Ashton voor zijn rekening. Hij was er de oorzaak van dat de relatie tussen zijn zus Lucia en Edgardo door politieke verwikkelingen en een vervalste brief van Edgardo spaak liep.
Het koor en orkest stond onder leiding van Marco Armiliato. De DVD opname stamde uit 2009. Daar was niets mis mee. Voor het publiek was alles goed herkenbaar. Het publiek vond de muziek prachtig en heeft genoten van echte belcantomuziek verpakt in aria’s, duetten en een schitterend sextet in het tweede bedrijf. Men vond het deel na pauze zeer dramatisch met de moord van Lucia op Arturo, de dood van Lucia en de zelfmoord van Edgardo. Het vormde geen belemmering om van deze opera ten volle te genieten. Integendeel!