Maandagmiddag 27 mei 2019 rond 16.45 uur. De laatste noten van Francis Poulenc’s (1899-1963) opera Les Dialogues des Carmélites zijn verstomd. In de Pathé bioscoop zitten nauwelijks 10 bezoekers. Ik ontmoet ze kort na afloop in de foyer van de bioscoop. Die mensen zijn zeer onder de indruk. Ik ook. Geen mens met enig medegevoel blijft verschoond van emoties bij het zien van zoveel leed, strijd en standvastigheid in het geloof.
De productie van John Dexter, uitgevoerd in de Metropolitan Opera en te zien in de Pathébioscoop, behoort tot de opera’s ‘onbekend maakt onbemind’. Ook in een stad met 200.000 inwoners zoals Tilburg.
De sombere klanken van de Franse componist, de minimalistische, eenvoudige toneeldecors en het subtiele toneelspel laten de kijkers de verschrikkingen en de spanningen van de Franse revolutie meemaken. Bovendien doet de in de finale getoonde historische executie van 16 karmelietessen, tijdens de Franse revolutie in 1789, mij denken aan het werk van de beul van de guillotine in Parijs waardoor ongeveer 40.000 doden vielen? Hoe zinloos!
Doodsangst
Les Dialogues des Carmélites, waarvan de première in 1957 was, gaat niet uitsluitend over het schrikbewind tijdens de Franse revolutie en haar desastreuze gevolgen voor priesters en kloosterlingen. Ook de beleving van religie en de angst voor de dood komen uitgebreid aan bod bij de novice Blanche, uitstekend vertolkt door de Amerikaanse mezzosopraan Isabel Leonard. Dit geldt ook voor de ontluisterende doodsstrijd van de priores van het nonnenklooster in Compiègne, een voorstadje van Parijs vertolkt door de Finse Karita Matilla. Poulenc was er lang van overtuigd dat hij, ondanks de ontkenningen van zijn artsen, maagkanker had. Zijn angst om daaraan te sterven was groot. Dat herkennen wij in dit werk. Hij zet de toeschouwers aan tot reflectie over de existentiële problemen van het dagelijks leven in een door geweld beheerste samenleving.
De sterfscène van de priores kreeg extra zwaar gewicht omdat zij, ondanks haar 30 jarig kloosterleven, haar vertrouwen in God opzegde door te roepen dat God voor haar nog maar een schim was. ‘ Waarom zou ik me nog om hem bekommeren? Laat hij zich in mijn ellende om mij bekommeren,’ zegt ze in haar laatste uur. Die dramatische rol van de priores werd voortreffelijk vertolkt door de mezzosopraan Karita Matilla, voormalig winnares van het BBC concours Singer of the World in Cardiff in 1983. Hoofdrolspeelster Isabel Leonard, die de rol van de angstige Blanche zong, deed niet voor haar onder. Zij werd met haar zang de incarnatie van een kwetsbare jonge vrouw die haar veiligheid zocht in het klooster om afstand te nemen van haar adellijke leefomgeving, de revolutie te ontvluchten en haar leven te wijden aan God. Voor wat luchtigheid was geen plaats. Bij de andere novice Constance, gezongen door Erin Morley, daarentegen wel. Ze zegt tegen Blanche: ‘Het is toch geen kwalijke zaak, dat ik er plezier in heb om de goede God te dienen.’ Het plezier was haar aan te zien!
Karakters
Het taalgebruik van het libretto van Ernest Lavery naar het toneelstuk Georges Bernanos en de muziek van Poulenc weerspiegelen de verschillende karakters van de kloosterlingen. Zij onderscheiden zich van elkaar maar getuigen ook van grote saamhorigheid wanneer zij gezamenlijk de gelofte van martelaarschap afleggen. Zelfs Blanche overwon in de slotscène haar angst voor de dood. Toen kon ze nog ontsnappen aan de guillotine maar maakte ze van die gelegenheid geen gebruik en voegde zich bij haar medezusters om haar zelfgekozen lot te ondergaan. Een andere sterke, wat strenge zuster was Moeder Marie, vertolkt door de veelzijdige mezzosopraan Carel Cargil. Zij weet van aanpakken in moeilijke situaties, gaat zelfs op zoek naar onderduikadressen en is daardoor niet bij de executie van haar medezusters aanwezig maar ook omdat een aalmoezenier haar ervan weet te overtuigen dat God andere bedoelingen met haar heeft. Een te overdenken uitspraak van haar tegen Blanche is: ‘Ongelukkig is niet die veracht wordt door anderen, mijn dochter, maar wie zichzelf veracht.’
Ik wil graag nog twee scènes die me getroffen hebben onder de aandacht brengen. Allereerst het moment dat Blanche’s broer, Chevalier de Force, tegen de regels van het klooster in, afscheid van haar komt nemen omdat hij vlucht voor de revolutie. Op last van de priores is Moeder Marie daarbij aanwezig. Broer en zus zijn vreemden voor elkaar geworden en Blanche verwijt zich dat zij haar angsten voor hem verborgen heeft gehouden. Er is een mengeling van angst en reflectie tijdens deze zeer emotionele scène waarbij ik het optreden van de fraai zingende tenor (van wie?) als een welkome afwisseling ervaar na al die vrouwenstemmen. De slotscène is zeer beklemmend en aangrijpend. Na elke klap van de guillotine valt er een zingende en licht dansende zuster weg. Het is het dramatische einde van een historische geschiedenis opgetekend door Moeder Marie die ook in werkelijkheid aan de dood ontsnapte.
Visueel schouwspel
Op het podium stonden soms veel zangers en figuranten. Zij vertegenwoordigden de Parijse opstandelingen die zo nu en dan dreigend het klooster van de zusters benaderden. Hun aanwezigheid en wijze van bewegen beïnvloedde de dreigende sfeer tijdens dit drama. Het orkest van de Met onder leiding van Yanninck Nézet Séguin speelde voortreffelijk de anti romantische muziek waarbij nooit afstand werd gedaan van de tonaliteit. De heldere orkestmuziek is nooit overheersend en ondersteunt voortreffelijk de dialogen, er zijn muzikale elementen te horen vanuit de barokstijl en kamermuziek. De zang is voornamelijk een vorm van sprekend zingen. Aria’s en ensembles zijn er niet. Evenmin coloraturen en thrillers. Ik heb ze ook niet gemist want ze horen in dit drama eenvoudig niet thuis. Het podium was een grote rechthoekige ruimte, spaarzaam en sober ingericht en verbeeldde afwisselend de kloosterkapel, de ziekenkamer van de priores, de gevangenis en de executieruimte. De rekwisieten en de opstelling van de zangers waren voldoende om de toeschouwers duidelijk te maken welke scène aan de orde was. Regisseur Dexter is erin geslaagd een sterk visueel schouwspel vol dramatische kracht te presenteren.