Op 27 oktober 2019 reisde ik met Operaclub Nederland naar Krefeld om de opera Boris Godoenov van Modest Moessorgsky (1839-1881) te zien.
Behalve Boris Godoenov componeerde de Rus nog meerdere opera’s zoals Mlada en de onvoltooide opera’s Chovansjtsjina, De Jaarmarkt van Sorotsjinski, Salammbo en Het Huwelijk. Bovendien schreef hij schitterende liederen o.a. de cyclus ‘Liederen en dansen van de dood.’
Modest bezocht als zoon van een welvarende familie de officiersschool en aanvaardde in 1856 het officierschap bij de garde van Sint Petersburg. Toen zijn familie haar vermogen kwijt raakte werkte hij een tijd als ambtenaar bij de ministeries van verkeer en bosbouw.
Modest was autodidact. Pianolessen waren zijn enige muzikale opleiding. Dat kon ook niet anders want de eerste conservatoria ontstonden pas in 1862 in Sint Petersburg en in 1866 in Moskou. Toch gaf Moessorgski al op zijn 9e verjaardag zijn eerste openbare pianoconcert.
Moessorgsky gebruikte in zijn composities muziek van het oude Rusland. Net als enkele andere Russische componisten wilde hij daarmee het grote Russische verleden laten herleven.
Van Boris Godoenov bestaan meerdere versies. Tijdens de busreis werd ons verteld dat we de oerversie zouden zien. Bovendien was de voorstelling voor het theater in Krefeld een première.
Mijn 32 mede reizigers toonden zich na afloop zeer tevreden. Het theater werd als aangenaam en intiem ervaren.Men had genoten van de muziek en ook de enscenering werd gewaardeerd al liet de zichtbaarheid soms door de donkere coulissen en de schaarse verlichting te wensen over.
Koorzang
Dit keer zagen we geen Boris Godoenov als een grande opéra. Alle mogelijke glitter van het hof van de Tsaar en de traditionele Russische kostuums waren weggelaten. Het podium werd voornamelijk bevolkt door het Russische volk. De mensen waren sober gekleed en bijna iedereen was voorzien van een lamp tijdens volksbijeenkomsten. Soms als middel om de protesten of klaagzang meer kracht bij te zetten maar ook door er mee aan te geven dat sommige passages extra moesten worden belicht als heel bijzonder.
Regisseuse Agnesa Nefjodov had het werk teruggebracht tot ruim 2 uur waarin ze duidelijk wilde maken dat de opera in essentie gaat over macht en angst maar vooral over het lijden van het Russische volk dat het goed voedsel en enige welvaart ontbeert.
Een tweede item is het geweten dat de Russische vorst kwelt vanwege zijn aandeel in de moord op Dmitri waardoor hij op de troon kwam.
Liefhebbers van Russische opera verlangen naar koorzang en willen graag diepe bassen horen. In de eerste scène van het eerste deel komen ze al aan hun trekken. De rol van de tsaar wordt vertolkt door de uit Moskou afkomstige bas Mischa Schelomianski. Een echte diepe bas vind ik hem niet maar hij zingt zijn rol met overtuiging en kwam naarmate de opera vorderde steeds beter voor de dag, vooral in het laatste bedrijf.
In de eerste acte wordt duidelijk dat het volk een nieuwe tsaar wil, maar een ambtenaar deelt mee dat de gekozen tsaar Boris Godoenov de kroon niet wil aanvaarden. De klagende zang tijdens de grote onrust van het volk loopt uit op een demonstratie waarbij zo nu en dan de politie de menigte in bedwang moet houden. Er is dus geen sprake van een statisch toneelbeeld met een koor dat in alle rust staat opgesteld. Men moet zingen en handelen tegelijk en dat is lastig. De klaagzang is naar mijn gevoel net niet nadrukkelijk genoeg om in huilen uit te barsten. Jammer. De begeleidende orkestpartij was werkelijk prachtig. Ik ervoer aan den lijve de melancholie en de machteloosheid van het volk dat op zoek is naar een nieuwe tsaar.
De koorliefhebbers kunnen in de 2e scène van hetzelfde deel wederom genieten van het koor wanneer bekend gemaakt wordt dat de nieuwe Tsaar Boris Godoenov inmiddels is gekroond. Ook nu moet het koor alle zeilen bijzetten. Het gezongen eerbetoon aan de vorst zou ook hier iets nadrukkelijker mogen klinken. Boris Godoenov dankt God vervolgens en vraagt zijn hulp om een goed vorst te zijn voor het Russische volk.
Kunst
Kunst was voor Moessorgski geen doel op zich maar een communicatiemiddel. Hij was er van overtuigd dat de menselijke spraak strikt door muzikale wetten wordt gecontroleerd. Daarom was kunst volgens hem niet slechts het weergeven van gevoelens, maar bovenal van de menselijke spraak in muzikale klanken. De componist zocht niet naar mooi om het mooi, maar muziek die kon behagen. Hij zocht oprecht naar waarheid in de muziek en dat leverde niet altijd mooie melodietjes op, wel schitterende muziek! Dat is zeer merkbaar wanneer de zang en orkest het geluidsniveau tempert. Dat is logisch want we zien hier want in de eerste scène van het tweede de oude monnik Pimen rustig werken aan zijn kroniek over Rusland. Hij legt de verantwoordelijkheid over het begane onrecht in het land bij de machtshebbers. De jonge monnik Grigori is zijn leerling. Hij vraagt aan Pimen naar de omstandigheden tijdens de moord op de tsarevitsj Dimitri. Volgens Pimen is deze op last van Boris vermoord, die daarna de troon besteeg. Grigori bedenkt een list. Hij besluit zich uit te geven voor Dmitri en zich op Boris Godoenov te wreken.
Tijdens deze dialogen wordt gebruik gemaakt van veel Sprechgesang. Dat zet zich voort tijdens de discussie die zich afspeelt tijdens de 2e scène van het tweede deel. In een herberg op de grens van Rusland en Litouwen zijn de twee liederlijke bedelmonniken Varlaam en Missail, Grigori en de waardin aanwezig. Varlaam, vertolkt door de buffo-bas Matthias Wippich, zingt zeer luid maar mijn inziens wat slordig een melodieus drinklied waarna Grygori, die door de politie wordt gezocht er in slaagt aan een binnenkomende politieman te ontsnappen.
In scène drie converseert Boris met zijn kinderen. Hij troost zijn dochter Xenja die haar verloofde verloor en laat vervolgens horen dat zijn zelfbeeld niet ijzersterk is. Hij verwijt zichzelf dat hij zijn volk niet meer welvaart heeft kunnen brengen en zijn vertrouwen in de Bojaren is ook behoorlijk aangetast. Veranderde de muziek na het eerste deel van het tweede bedrijf door kamermuziekachtige klanken, in de derde acte en bij het optreden van vorst Sjoeski die door Boris wordt beschuldigd van schijnheiligheid en verraad, wordt de opera levendiger maar vooral ook dramatischer. De tenor Kairschan Scholdybajew, afkomstig uit Kasachstan, speelt de rol van de bojaar Sjoeski. Boris hoort van hem het nieuws aan dat er een pretendent voor de troon van Rusland is opgestaan die zich uitgeeft voor Dimitri. Boris raakt zijn zelfvertrouwen kwijt wanneer hij de gruwelijke details over de dood van Dmitri hoort. Hij zakt in elkaar en vraagt God om vergiffenis.
In de eerste scène van het vierde deel wordt de aandacht opnieuw gevestigd op het volk dat bij elkaar komt op een plein. Het geloof in de wederopstanding van de tsarevitsj Dmitri heeft bij de mensen post gevat. De tsaar verschijnt en een aantal mensen bedelt bij hem om een aalmoes. Boris loopt een bedelmonnik, vertolkt door David Esteban, tegen het lijf en vraagt hem om voor hem te bidden. De ‘heilige dwaas ‘ weigert dat categorisch. Dat zal hij nooit doen voor een kindermoordenaar. Het is een scène die door de houding van de monnik en de prachtige voordracht en zang van David Esteban een bijzonder moment in de opera is. De machtige tsaar delft het onderspit tegen een simpele monnik. De tsaar voorkomt zelfs dat een politieman de monnik arresteert.
Eenvoudige muzikale middelen
Moessorgski gebruikte, nadat hij door een bepaalde gebeurtenis geëmotioneerd was geraakt, eenvoudige muzikale middelen om zijn muziek op papier te zetten. Hij slaagde erin om dat te doen met een enorme zeggingskracht. Bij gebrek aan kennis van de juiste harmonische regels liet hij zich leiden door zijn feilloze gevoel voor dramatiek en expressie. Dat zien en horen we in de 2e scène van het vierde deel.
Tijdens een vergadering van de doema in het Kremlin wordt het doodvonnis geveld over een troonpretendent en zijn helpers die Boris van de troon wilden stoten. Dan stapt de aangeslagen Boris de vergaderzaal in. Hij wankelt en raakt totaal uit zijn evenwicht wanneer hij de door vorst Sjoeski binnen gelaten oude monnik Pimen hoort vertellen over de wonderlijke genezing van een blinde herder die droomde dat hij de raad kreeg te bidden op het graf van tsarevitsj Dmitri. Hij deed dat en kon plotseling zien. Dat is voor Boris de genadeslag. Hij laat zijn zoon Fjodor bij zich roepen. Boris spreekt in een indrukwekkende monoloog, ondanks zijn benarde toestand, helder en klaar zijn zoon toe. Hij draagt hem op om als zijn opvolger goed voor zijn zus te zorgen en voor het Russische volk. Zijn woorden zijn duidelijk en de daarbij door Moessorgsky gecomponeerde muziek is direct en pakkend. Mischa Schelomianski is hier op zijn best. Boris loopt wankelend rond maar valt en verliest het bewustzijn. Hij sterft. Einde van deze versie van de opera. De voorstelling kenmerkte zich door eenvoud. Kleding, de coulissen en rituelen zonder veel opsmuk. Prima!
Serieus
Moessorgsky’s collegae en het publiek hebben hem lang niet altijd serieus genomen en hem afgeschilderd als een woeste dronkenlap, die tijdens de schaarse perioden dat hij bij zinnen was af en toe en bijna per ongeluk, meesterwerken produceerde. Het is waar, hij stierf letterlijk aan de drank. Maar ook is waar dat hij een natuurtalent was. Hij ploeterde met de materie, schaafde en veranderde voortdurend. Zo ontstonden werken in een doorzichtige, directe, maar voor die tijd zeer ‘moderne’ klanktaal. Alle muziek van deze componist is dramatisch, beeldend en vertellend.
Boris Godoenov is zijn meesterwerk gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Poesjkin, die zich op zijn beurt weer liet inspireren door de historische tragedies van Shakespeare. Het onderwerp, de machtsstrijd rond de troonopvolging van Ivan de Verschrikkelijke speelde perfect in op de in de jaren zestig en zeventig van de 19e eeuw heersende belangstelling voor de roemrijke Russische historie.