
Lionel Lhote (Somarone), Sophie Karthaüser (Héro), Etienne Dupuis (Claudio), Chœurs de la Monnaie/Koor van de Munt
In 1862 voltooide Hector Berlioz (1803-1869) zijn laatste grote opera. Daarmee ging eindelijk zijn wens om een keer een opera comique te componeren in vervulling. Béatrice et Bénedict bleef zijn enige poging in dit genre.
De componist schreef zelf het libretto geïnspireerd op een stuk van William Shakespeare: Much Ado About Nothing. De compositie van deze opera is niet met de in die tijd gangbare muziek van komische opera’ s te vergelijken. Ze is veel gedetailleerder en subtieler dan andere werken uit die tijd.
Béatrice en Bénedict is tot op de dag van vandaag niet erg populair hoewel door het grote publiek een aantal fragmenten zeker worden gewaardeerd en in ruime mate te vinden zijn op YouTube.
Verrast was ik toen ik bij toeval enige dagen geleden op een TV zender dit voor mij onbekende werk zag. Ik kende de verhaallijn niet en de ouverture was al voorbij toen ik de eerste beelden zag. Al kijkende moest ik dus zelf de verhaallijn construeren. Mijn eerste interpretatie dat ik een heel drukke opera zag met soldaten die van een front afkwamen en contact wilden met hun verloofden.
Twee paren
De muziek sprak mij zeker aan en het orkest onder leiding van dirigent Samuel-Jean speelde uitstekend. Op een zeker moment kwam ik er achter dat het verhaal ging over twee paren die in het huwelijk zouden treden. Al spoedig bleek dat Berlioz niet zo positief over het huwelijk dacht en de Franse regisseur Richard Brunel evenmin. Er was eerder sprake van sarcasme dan van humor, wat je toch verwacht in een opera comique. Of de toeschouwers dat ook zo hebben ervaren is een vraag. Oudere mensen zullen vermoedelijk met wat meer instemming hebben gekeken naar wat zich op het podium afspeelde, terwijl jongeren een wat harder standpunt zullen hebben ingenomen. In essentie gaat het verhaal over het paar Héro en Claudia die zonder al te veel problemen uitkijken naar hun huwelijksdag, terwijl het andere paar, Béatrice en Bénedict in een permanente strijd met elkaar verkeren. Het lijkt wel of ze bindingsangst hebben. Ze pakken stevig uit over hun minnaars en minnaressen.
Dat een huwelijk pijnlijk kan zijn, komt aan het licht tijdens de huwelijksvoltrekking van Claudio en Héro. Tijdens de huwelijksceremonie is er een moment dat iedereen zijn bezwaren mag uiten tegen dit huwelijk. Er staat iemand op die beweert dat de bruid geen maagd meer is. Dat leidt al snel tot blinde haat wanneer daarna iedereen Héro, de nicht van Béatrice, beschuldigt van ontrouw en ze snel tot slet wordt gebombardeerd. Claudio wil niets meer met Héro te maken hebben maar komt later op dit besluit terug. Hij wil haar terug, maar Héro stapt definitief uit haar bruidsjurk en laat het verder afweten.

Sophie Karthaüser (Héro), Lionel Lhote (Somarone), Chœurs de la Monnaie/Koor van de Munt, Etienne Dupuis (Claudio)
Het zag er nog wel zo spectaculair uit vóór de huwelijksvoltrekking. De Franse regisseur Richard Brunel had de bruid voor de huwelijksceremonie over de hoofden van de gasten de trouwruimte binnen laten zweven en laten landen op een tafel waar haar lange sleep als het ware veranderde in een tafellaken. De elementen van een volksfeest werden direct zichtbaar waarbij een akoestische gitaar, een tamboerijn en koperblazers een hoofdrol speelden. Berlioz wisselt zijn muziek meerdere keren af van majeur in mineur om zijn sarcasme over het huwelijk tot uitdrukking te brengen.
Hoe loopt het af met Béatrice en Bénedict? Leonato beschrijft de situatie: ‘ er woedt tussen hen een vreugdevolle oorlog. Zodra ze elkaar zien bestormen ze elkaar met fysiek contact en geestigheden. In een duet zegt zij echter te hopen nooit verliefd te worden op een man met een baard, terwijl hij huivert van brunettes.
Het zijn nou net toevallig de uiterlijke kenmerken van beiden. Uiteindelijk komt het, nadat hun vrienden een complot hadden gesmeed, toch tot een huwelijk.
Strijdtoneel
Hector Berlioz lijkt het huwelijk te zien als een strijdtoneel en verlenging van de slavernij. Klopt dat? Er werd in 2016 in het geïmproviseerde theater van de Munt, in het Muntpaleis, een speciaal gebouwde tent op het beursterrein Tour&Taxis, goed gezongen. De cast bestond uit jonge Franstalige stemmen uit België, Frankrijk, Zwitserland en Canada. De tenor Sébastiaan Dory zorgde als Bénedict voor een goed evenwicht tussen muziek en tekst (ook gesproken tekst). Hij zong met groot gemak ‘Dieu me pardonne.’ Etienne Dupuis vertolkte de rol van Claudio. Hij had een rijke stem met een warm geluid en ontroerde vooral tijdens de finale als een gebroken man.
Misschien was de ster van de voorstelling wel de mezzosopraan Michèle Losier. Zij vulde met haar stem het hele theater. Met grote kracht en vastberadenheid zong zij haar grote scène, ‘ Dieu que viens-je d’entendre.’
Sophie Karthäuser als Héro was ook uitstekend op dreef. Haar duet met Eve-Maud Hubeaux’s Ursel, ‘nuit paisible’ was werkelijk prachtig.
Na de finale vroeg ik me af of ik een opera comique zag of een echt dramatisch werk. Ik weet het werkelijk niet. Erg komisch vond ik het niet, maar ja…………….
Rond de klok van half elf was ik weer een onverwachte ervaring rijker.
Een herhaald advies van mij is: Zoek in deze coronatijd een opera op op het internet die je nog nooit hoorde. Wellicht word je net als ik prettig verrast.