Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for november, 2021

Zo hoorde ik das Rheingold nog nooit

Mijn vriend Paul wees mij er op dat De Volkskrant een voorbeschouwing wijdde aan een heel bijzondere concertante uitvoering van de opera Das Rheingold van Richard Wagner (1813-1883). Een voorstelling uitgevoerd door Concerto Köln waarvoor een viertal jaar geleden het initiatief was genomen

Het plan was om vier opera’s van Der Ring des Nibelungen te gaan spelen zoals ze ook in 1876 tijdens de première in Bayreuth hebben geklonken. Dus met oude instrumenten zoals barokmusici dat ook heden ten dage doen bij werken van Händel, Vivaldi en andere oude meesters. Critici waren er natuurlijk wel. Men vroeg zich af hoe zou je de doorgaans brullende Wagnerorkesten, die de Wagnerzangers qua volume overtreffen, kunnen motiveren om de partituur te reduceren tot transparante muziek, waarbij alle details prima te horen zijn. Nou dat gebeurde tijdens het Zaterdagmatinee op 20 november jl. in het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam. Er ontstond  een totaal klankbeeld dat voor mij zijn weerga niet  kende. Opvallend was de milde kracht van de blazers in de kopersectie en het geluid van de strijkinstrumenten die waren voorzien van darmsnaren en waarbij vibrato beperkt werd toegepast waardoor het soms ijzerachtige geluid van moderne instrumenten achterwege bleef.

Orkestrale muziek
Dat schitterende geluid en de prachtige orkestrale muziek ervoer ik toen ik er achter kwam dat nog diezelfde middag dat Paul me belde de uitvoering integraal en live werd uitgezonden door de radio.  Ik heb meer dan twee en  een half uur genoten van het eerste werk van de Ring. Na afloop stelde ik vast dat ik voordien nog nooit zo’n schitterende uitvoering van Das Rheingold hoorde. De toelichting die dirigent Kent Negano na afloop gaf, tijdens een afgenomen interview, maakte me duidelijk wat voor voeten had in de aarde gaf om dit project te starten. Hij benadrukte dat de fantastische akoestiek van de grote zaal van het Concertgebouw bijdroeg tot het succes van de uitvoering.

We weten dat dirigent Hartmut Haenchen voordat hij ‘onze Ring ‘ in Amsterdam leidde uitgebreid onderzoek deed naar ongerechtigheden die in de loop van de tijd in de partituur waren geslopen. Ook aan deze voorstelling is in dat opzicht wetenschappelijk onderzoek voorafgegaan. Ook nu heeft men een laag vernis van de partituur geschraapt.

Zangtechniek
Voor wat betreft de zangtechniek en de articulatie moet dat problemen hebben opgeleverd, want de wijze waarop zangers in 1876 zongen is vanzelfsprekend niet veel bekend. Er konden in die tijd immers nog geen opnamen worden gemaakt. Omdat ik dit keer enorm gefocust was op de orkestratie heb ik vermoedelijk minder scherp opgelet of ik afwijkende zang hoorde van wat ik gewend was van andere Rheingold uitvoeringen. Wel viel me op dat Negano beschikte over een uitstekende cast. Zangers die zich nooit overschreeuwden. Misschien wel solisten die beter zongen dan in de tijd van de componist. Wagner liet nogal eens merken dat hij over de prestaties van de voorhanden zijnde zangers niet tevreden was. De cast van Negano was in prima vorm. Uitblinker vond ik de tenor Thomas Mohr die de rol van de listige Loge uitstekend vertolkte qua zang en acteren. Wotan in de persoon van bas-bariton Derek Welton was nagenoeg zijn evenknie. De sopraan Stefanie Iranyi was een felle Fricka die zich zorgen maakte over haar angstige zus Freia.

Toejuichingen
Na afloop was het applaus oorverdovend en langdurig. Men had genoten van een uitvoering zoals men die nog nooit had gehoord. Paul heb ik nog geprobeerd over te halen ook naar deze uitvoering te luisteren. Zijn voorkeur ging echter uit naar een boek dat zijn volle interesse had. Hij heeft nog een kans en dat geldt ook voor mijn lezers. U kunt deze voorstelling beluisteren op: nporadio4.nl

U krijgt er geen spijt van.

Peter Année

Advertentie

Read Full Post »

De meesten van de ruim zestig bezoekers waren enthousiast over wat ze op 16 november 2021 is het Cultureel Centrum Jan van Besouw hoorden en zagen.
Het betrof dit keer een opname van Verdi’s opera Attila. De voorstelling van zijn negende opera werd in 2016 opgenomen in Teatro Comunale di Bologna met in de hoofdrollen: Ildebrando D’Arcangelo (bas) in de titelrol, Ezio als Romeinse generaal, Odabella als de minnares van Foresto, Maria José Siri (sopraan), Foresto, leider van bewoners van Aquileia, Fabio Sartori (tenor). Koor en orkest stonden onder leiding van dirigent Michele Mariotti. De regie was van Daniele Abbado.

Bevrijdingsopera’s
Attila stamt uit de tijd dat Verdi (1813-1901) overbelast was door het omvangrijke werk aan zijn eerste tien opera’s. Verdi voelde zich een lange tijd niet fit. Bovendien had hij zijn vrouw en twee kinderen verloren en beperkte zijn werk zich voornamelijk tot bevrijdingsopera’s. Daarin kwamen dictators voor, rebellen en veel soldaten en officieren. De protagonisten die deze rollen vertolken zijn doorgaans zangers die stevig voor de dag kunnen komen. Ze beschikken over een groot volume, ze stellen zich krijgshaftig op en het lijkt wel of ze weinig empathie hebben voor hun medemensen. Attila, de koning van het nomadenvolk de Hunnen, is daar een voorbeeld van. Hij leidde zijn volk van 434 tot en met 453. Attila was door de vernietigende kracht van zijn leger een bedreiging vooral voor de in Italië wonende bevolking. Hij had veel vijanden. In deze opera moest hij het o.a. opnemen tegen generaal Ezio, de afgezant van de keizer van Rome, die in onmin leefde met zijn superieuren. Ezio stelde dan ook aan Atilla voor om de wereld als het ware te verdelen. Attila mocht de heerschappij krijgen over het universum op voorwaarde dat hij, Ezio, Italië in zijn macht zou krijgen. Attila ging niet op dit voorstel in waardoor de verhouding tussen deze twee krijgers gespannen bleef en zijn hoogtepunt vond in het plan van de burger Foresto uit Aquilino om samen tegen Attila niet alleen in het strijdperk te treden maar hem ook nog te vergiftigen. Dat laatste werd voorkomen door Odabella die Attila op de hoogte bracht van de geplande moordaanslag. Dat Attila in de finale van de opera toch het loodje legde was opnieuw toe te schijven aan Odabella, die Attila met het zwaard, waarmee haar vader ooit door Attila was doodgestoken, uit wraak daarvoor Attila het eeuwige leven in joeg.

Odabella fantastisch
De cast zag er goed uit. De muziek was de protagonisten op het lijf geschreven. Uitblinker was in mijn beleving de sopraan Maria José Siri. De Uruguayaanse sopraan werpt zich in de rol van Odabella, op als een verleidster en doder. Ze toont daarbij durf, vaardigheid en kracht en handhaaft een hoge vorm van expressie. Ze bereikt met groot gemak haar hoge tonen en beseft dat ze haar coloraturen en spectaculaire aria’s in dienst moet stellen van het drama. Ze houdt vol overtuiging van haar minnaar Foresto, vertolkt door de wat zwaarlijvige Fabio Sartori. De tenor heeft een mooie heldere stem. Zijn stembuigingen zijn een lust voor het oor. Iets meer oog voor het acteren zou niet verkeerd zijn. Zijn collega, de bas-bariton Ildebrando d’Arcangelo als Attila, profileert zich als een ongetemde bruut die niet aarzelt om Odabella tot vrouw te nemen zonder haar toestemming te vragen. Met gevangen genomen krijgers en burgers gaat hij niet zachtzinnig om. De bariton Simone Piazolla als Ezio tracht de evenknie te zijn van Attila. Dat lukt hem niet maar zijn zangprestatie is prima. Hij vervult tijdens zijn aria’s en duetten de rol die hem aantrekkelijk maakt voor de toeschouwers. Die van een militair die zich kennelijk ook met politiek bemoeit maar op dat laatste vlak niet succesvol is.

Koren
Een opera van Verdi wordt door veel mensen beoordeeld op grond van de kwaliteit en de veelheid koren. Daar heeft men in Attila niet over te klagen.

Iedere strijdbare figuur op het podium heeft zijn eigen aanhang. Soms zijn dat soldaten, dan weer brave en/of klagende burgers. De koren bewegen zich wat statisch over het podium maar de vele mannen en vrouwen zingen gedisciplineerd en enthousiast. Daarbij zorgde Verdi er voor dat er diverse koorpartituren in deze opera zijn opgenomen die wat luchtig zijn en voorzien van een dansritme waardoor de somberheid van het werk toch de lichte toets krijgt die het verdient.

Verdi at full throttle: an exhilarating Attila returns to La Fenice |  Bachtrack

De opera Attila werd evenals Nabucco door de toenmalige Patriottische Italianen ervaren als een strijdkreet die pleitte voor een Italiaanse eenwordingsbeweging. Daar droegen de koren in niet geringe mate aan bij.

Herinnering
Tientallen jaren geleden werd dit werk opgevoerd in de Schouwburg van Tilburg. Het koor bestond uit amateurs onder leiding van de bekende dirigent Jan Janssen. Ik herinner me nog goed hoe die uitvoering in de smaak viel. Enthousiasme en veel oefenen lagen aan de basis van het succes. Bij mij viel het werk zodanig in de smaak dat ik me na zoveel jaren verschillende delen uit het werk van Verdi kan herinneren.  Zelfs dat Peter van Hoesel uit Riel de rol van Attila bekwaam invulde!

Samengevat: Attila’s huidige uitvoering van de producent Daniele Abbado’s met de  gevreesde krijgerkoning Ildebrando d’Arcangelo en Marie José Siri als een formidabele Odabella, is de evenknie van de meest bekende uitvoering onder leiding van dirigent Mutti met Samuel Ramey als Attila in 1991 in de Scala van Milaan.

Read Full Post »

Zondagmorgen 31 oktober 2021. Ik vertrek om 10.30 uur naar de Pathé bioscoop in Tilburg. Om 11.00 begint de vanuit de Metropolitan Opera door gestreamde opera. Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen omdat ik enkele recensies las in de kranten van New York. De titel van het werk van een zekere Blanchard zegt me niets. U wel? ‘Fire Shut Up in My Bones’ heet de opera. Mijn operakennissen hebben er evenmin van gehoord. Voor hen een reden om thuis te blijven. Slechts tien mensen zijn naar de bioscoop gekomen. Ik schreef in de u toegestuurde voorbeschouwing dat de Amerikaanse kranten uitsluitend lovende kritieken schreven. Dat werd voor de zoveelste keer geen lokkertje om mensen over te halen naar Pathé te komen.

Verbazing
Omstreeks 14.00 uur constateer ook ik, en met mij enkele aanwezigen, dat we getuige zijn geweest van een formidabel werk waarvan de uitvoering zonder meer top was. Natuurlijk is het bijzonder dat een opera voor het eerst in het 138-jarig bestaan van de Met was gecomponeerd door een zwarte componist. Zijn naam: Terence Blanchard. Het perfecte, poëtische, en vooral aangrijpend libretto was afkomstig van de actrice, filmregisseuse, scenarioschrijfster Karin Kasi en gebaseerd op de autobiografie uit 2014 van Charles M. Blow.
De opera is een gelaagd psychologisch drama. Charles ervaringen tijdens zijn jeugdjaren worden weergeven vanuit een volwassen perspectief door een volwassen Charles. Maar ook door een heel jonge protagonist die vertolkt wat in de herinnering van de oudere Charles naar boven komt.           
De verkrachting van de 7-jarige Charles door zijn neef Chester die tot een trauma leidt speelt daarbij een centrale rol. Voor het zo ver was maakte de jongen nog meer schokkende dingen mee. Hij werd voortdurend gepest door leeftijdsgenoten, die hem beschouwden als een ‘watje’ en er hun eigen egoïstische leefregels op na hielden. Ze eisten van hem dat hij zou leven zoals zij ‘als een echte man’. Dat wil zeggen zijn eigen wil volgen en het ouderlijk gezag naast zich neer leggen. Met die levenshouding kon de jonge Charles niet instemmen. In zijn jonge jaren hunkerde Charles wanhopig naar meer genegenheid van zijn moeder Billie. Als  Charles opgroeit als puber is hij erg verward en dikwijls woedend. Hij wil er alles aan doen om het vertrouwen van zijn medemensen te krijgen en te worden geaccepteerd zoals hij is. Hij lijdt vooral door de gedachte dat hij wellicht zelf medeschuldig is aan de verkrachting door zijn neef. Hij heeft het gevoel in zonde te leven en bezoekt een predikant van de Baptistenkerk om in het bijzijn van gelovigen, door een onderdompeling, bevrijd te worden van zijn zonde. De gelovigen juichen na de doop alsof er een belangrijk doelpunt is gescoord in een voetbalwedstrijd. Het helpt hem niet. Hij zit met een trauma. Is dat zijn lot?

Op een zeker moment wordt Charles toegelaten tot Grambling State University. Daar ondergaat hij een aantal ontgroeningsrituelen waarbij hij wordt vernederd. De pijn die hij ervaart is voor hem niets nieuws. Hij ondergaat het stoïcijns maar kan zich nadien niet verbinden met zijn medestudenten.

Hoe gaat het met moeder Billie? Billie is een hartelijke vrouw met een hard leven die niet kon voldoen aan de wens van haar zoon om hem meer aandacht te schenken. Ze moest vijf kinderen opvoeden, dagelijks werken in een kippenfarm en leven met een man (Spinner) die haar steeds bedroog en misbruikte. Haar echtgenoot Spinner heeft zij na een confrontatie over diens gedrag bedreigd met een pistool en hem daarna het huis uit gegooid en met haar vijf kinderen een onderkomen gevonden bij oom Paul.

Liefdesroes
Charles ontmoet onverwachts in een nachtclub een jonge vrouw. Ze heet Greta. Het wonder geschiedt. Het klikt tussen die twee en ze raken in een liefdesroes. Eindelijk krijgt Charles kortstondig waar hij zo naar verlangde. De warmte van een vrouwenlijf en intimiteit. Toch weten beiden dat ze voor elkaar een geheim bewaren. De spanning loopt op. Charles vertelt dan over de verkrachting door zijn neef. Het is een trauma en een geheim. Greta, vertolkt door Angel Blue, openbaart dat zij van Charles houdt maar al koos voor een andere man en vindt dat ze die belofte moet houden. Ze gaan verdrietig uit elkaar. Charles voelt zich weer eenzaam. Eenzaamheid en Lotsbepaling (Destinity), in de voorstelling prachtig verpersoonlijkt door de stralende sopraan Angel Blue, slaan weer onbarmhartig toe. Wat nu? Hij belt naar zijn moeder die hem vertelt dat zijn neef Chester bij haar op bezoek is. Charles besluit om naar huis terug te keren en neemt een pistool mee. Zal hij wraak nemen? Zal hij de trekker overhalen? Lost een executie iets op voor Charles? Maar dan verschijnt de jongere versie van Charles die hem adviseert af te zien van wraak en een nieuw leven te beginnen. Zo geschiedde!!

De muziek
Muzikaal is de opera ook zeer geslaagd. De orkestratie onder leiding van dirigent Yannick Németh-Séguin klonk steeds aangenaam en dikwijls opwindend. De muziek bestond uit een mix van jazz, blues, gospel en klassieke muziek. Het zat harmonisch goed in elkaar met soms grillige ritmes en scherpe dissonanten. Ook de zang paste zich daar goed bij aan.

De cast
De zangerscast was uitstekend bezet. Ook de acteerprestaties waren uitmuntend. De personages kwamen zeer geloofwaardig over. De meest opvallende rollen waren die van Charles de volwassene, vertolkt door de bariton Will Liverman en Charles junior, vertolkt door de jonge Walter Russel, die over een zachtaardige jongens sopraan beschikte. Hij oogstte na afloop veel applaus begeleidt door een waterval van strooiglitter dat hem diep ontroerde. De rol van Chester werd op een uitdagende wijze gespeeld door Chris Kenney.
Een belangrijke rol was weggelegd voor de uitstekende sopraan Latonia Moore als Billie. Zij zong op ontroerende wijze haar moederrol en combineerde die met een sterke acteerprestatie. Voor de rol van de impopulaire echtgenoot Spinner, die het leven voor zijn vrouw Billie tot een hel maakte, tekende de tenor Chaunkey Parker.
Angel Blue zong maar liefst drie rollen. Zij belichaamde Eenzaamheid, Destinity en Gerta de onverwachte geliefde van Charles.

De choreografie was in handen van Camille A.Brown. De recensenten waren zeer tevreden over de balletten maar vooral ook de toeschouwers die soms zelfs uit hun stoelen sprongen.

Samenvatting
De opera is in New York met groot enthousiasme ontvangen. Een taboe werd doorbroken. Een pluim vooral voor Terence Blanchard, de eerste zwarte componist bij de Met. Na afloop waren de toejuichingen ovationeel en een kijkje achter het grote doek loog er niet om. De protagonisten vielen in elkaars armen. Zij wisten dat hun optreden succesvol was geweest en dat er wellicht juist daardoor meer plaats komt voor diversiteit in ‘s werelds grootste operahuis en dat er dan zonder minachting wordt gesproken over niet klassieke werken. Dat zou de grootste verdienste zijn van deze voorstelling.

Read Full Post »