
Zondag 3 april 2022. Het is 10.30 uur. Ik haast mij naar de Pathébioscoop op de Heuvel in Tilburg. Ik verheug me op het zien van de opera Don Carlos. Ik heb het werk al dikwijls gezien: in operatheaters en, op dvd’s, met uitvoeringen opgenomen in de belangrijkste operatheater van deze aardkloot. Bovendien ben ik het bezit van enkele voorstellingen op cd. Ik kan me absoluut niet herinneren dat ik na een kijk en/of luistersessie spijt had van de tijd die ik er aan besteedde en die is in vergelijking met de meeste opera’s niet gering. Een ongecoupeerde voorstelling duurt al gauw ongeveer vier uur. Vraag me niet of ik alle versies die van het werk bestaan heb gezien. Ik heb me pas de laatste decennia enigszins verdiept in het bestaan van de verschillende versies en waarin ze van elkaar verschillen. Ik vermoed dat ik ze ook gezien heb. Maar wat me tot op de dag van vandaag is bijgebleven, is het onomstotelijke feit dat ik steeds na afloop concludeerde: wat heb ik weer genoten van deze uitvoering en wat hebben regisseurs, dirigenten en vooral de componist Verdi hun best gedaan door mij te ontroeren met dat prachtige werk. Het gevolg was eveneens dat mijn belangstelling werd getriggerd voor politieke, religieuze en patriottische denkbeelden die in een samenleving kunnen leiden tot rebellie en jarenlange onverdraagzaamheid van volkeren.
Franse versie

Positief gestemd ging ik die zondagmorgen naar de Pathébioscoop. Ik was er op voorbereid een Franse versie van het werk te zien.
Frans was de beoogde taal die Verdi voor ogen had. Tot mijn genoegen was daarbij de veelal achterwege gelaten Fontainebleau acte door de Metropolitan opera in New York, waarvan de streaming afkomstig was, in tact gelaten. Volgens mij terecht en onmisbaar om een goed begrip te krijgen van het gehele werk.
Maar een teleurstelling kon ik nauwelijks onderdrukken toen mij opviel dat de technici de voorstelling niet op het juiste niveau hadden opgenomen of dat de afspeelapparatuur verkeerd was afgesteld. Tijdens de eerste pauze wees ik een medewerker op het door mij gesignaleerde probleem. Men zou het oplossen. Toen dat niet gebeurde in de volgende acte, besloot ik naar huis te gaan en op mijn geluidsinstallatie enkele fragmenten van deze voorstelling die al op internet stonden te beluisteren. Het verschil was enorm. In de bioscoop waren de vocalises van de zangers en het orkest niet duidelijk te horen. Dat wil zeggen er was geen intensiteit en het geluid van vocalisten en orkest achter in de zaal schoot te kort waarbij het ontbreken van duidelijke hoge tonen en accenten achterbleef bij de weergave van fragmenten die ik later op internet zou horen.
Om het een en ander goed te begrijpen moet u weten dat in de Tilburgse bioscoop niet de originele gestreamde versie van de Met ten gehore wordt gebracht maar een kopie. Waar iets mis is gegaan wordt nog bekeken.
Ik kan door de hiervoor vermelde problemen met een persoonlijke recensie nauwelijks iets voor u betekenen. Ik heb er enkele kranten in Amerika op nageslagen waarin de belangrijkste vermeldingen kort samengevat zijn:
De kranten
Men is verheugd dat de Met de Franse versie eindelijk ten gehore heeft gebracht. De opera begint met het verlangen naar het einde van de felle vijandelijkheden tussen twee buurlanden, waarbij hun burgers lijden door de ontberingen die worden veroorzaakt door de waanideeën van een klein aantal leiders aan de top. Ongetwijfeld worden die beelden nu gecorreleerd aan de oorlog tussen Rusland en de Oekraïne.
Don Carlos in de Met is een nieuwe productie van MC Vicar. De opera heeft vijf bedrijven. Journalisten vragen zich af of er echt sprake is van een nieuwe productie. Door allerlei omstandigheden ontstonden er allerlei versies waaruit operagezelschappen vrijelijk elementen konden overnemen, zo merken ze op.
Tot nu toe was Don Carlo al 200 keer in de Met opgevoerd in de Italiaanse taal. Nu dan voor het eerst in de Franse Over zoals men die in Parijs in 1867 opvoerde.

Over de cast van de opera was men zeer tevreden. De aandacht gaat in de pers vooral uit naar de tenor Matthew Polenzani die de titelrol kan vertolken in beide talen. Hij wordt door de media gezien als de perfecte titelheld. Zijn tegenspeelster is de protagonist Elisabeth de Valois uit Frankrijk en werd vertolkt door de sopraan Sonya Yoncheva. Zij wordt in de pers omschreven als een zangeres die de tonale rijkdom mist, maar dat haar slanke gefocuste stem toch haar doel bereikt en dat dat past bij haar personage als koel en waardig, zelfs kil genoeg om de offers die ze heeft gebracht te doorstaan.
De krantenlezer wordt herinnerd aan het ‘broederschaps’ duet tussen Carlos en Rodrigues, de markies van Posa. Die laatste rol werd schitterend vertolkt door de voortreffelijke bariton Etienne Dupuis.
De mezzosopraan Jamie Barton acteert volgens de krant levendig als prinses Eboli. Haar onbeantwoorde liefde voor Carlos zet haar aan tot wraak. Jamie Barton zag ik zeer lang geleden als onbetwiste winnares van het wereldconcours in Cardiff. Ze had toen al een inderdaad een dijk van een stem.
Als onverzoenlijke grootinquisiteur heeft de bas John Relyea een steenachtige autoriteit met een groot volume. Hij was in deze voorstelling prominent aanwezig.
De enige zwakke schakel in deze voorstelling is de bas-bariton Eric Owens die de rol van koning Philips II voor zijn rekening nam. De algemene opinie was dat men zijn stem droog en kleurloos vond.
YouTube
Tot zover mijn droge opsomming van wat ik zo snel in twee kranten kon vinden.
Ik vermoed dat u op korte termijn de gehele uitvoering op YouTube kunt zien. Nu is dat m.i. nog niet mogelijk, maar door te kiezen voor bepaalde gedeelten uit deze opera op YouTube kunt u zich al een beperkte mening vormen waarvan ik nu weet, sinds ik op internet keek, dat het werk in deze uitvoering echt de moeite waard is.
Geef een reactie