
Op dinsdag 12 april 2022 presenteerde ik in het CC Jan van Besouw in Goirle de opera Andrea Lecouvreur van de Italiaanse componist Francesco Cilea (1866-1954). Het libretto is van Artur Colautti naar een toneelstuk van Eugen Scribe en Ernest Legouvé. Veel toeschouwers waren er niet. want Cilea is geen Verdi of Puccini. Geen kastrekker. Toch gingen de circa veertig mensen grotendeels tevreden naar huis. Wat was daarvan de reden?.
Allereerst de meeste operaliefhebbers vonden beelden van de 1e en 2e acte voor de pauze te rommelig. Op het libretto kreeg men aanvankelijk weinig of geen vat. Toch ontstond er een moment dat men merkte dat het werk uiteindelijk ging om de rivaliteit tussen twee actrices van de Comedie Francaise die beiden verliefd waren Maurizio de graaf van Saksen. De strijd die in en op het podium van het theater begon tussen de twee verliefde dames Andrea Lecouvreur en de Prinses van Bouillon zette zich ook buiten het theater voort en eindigde met de dood van Anna Lecouvreur. Zij ontving in een gesloten rood kistje een vergiftigd bosje viooltjes van haar rivaal ‘de prinses van Bouillon’. Het was notabene hetzelfde bosje violen dat Adriana voor de aanvang van een voorstelling had geschonken aan Maurizio die het op zijn beurt afstond aan de prinses als middel om haar te troosten wegens het verbreken van hun buitenechtelijke affaire. De prinses wilde precies weten wie haar rivale was maar wist dat pas na een onthulling tijdens een voordracht van Andrea uit een toneelstuk. De prinses van Bouillon voelde zich door die tekst persoonlijk beledigd en nam wraak door Andrea de vergiftigde bloemen te sturen met als

gevolg de dood van Andrea in het bijzijn van Maurizio en de regisseur van het theater die in een zeer aandoenlijke scene in het eerste bedrijf al liet blijken jaren verliefd te zijn op Andrea maar niet in staat was om haar dat kenbaar te maken.
Waarom was men toch enthousiast over de voorstelling behoudens de rommelige aanvangsscene? De solisten waren van topkwaliteit. Dat werd gewaardeerd.
Twee trekpleisters vooral waren de Duitse tenor Jonas Kaufmann en de Roemeense sopraan Angela Gheorghiu. Beiden zangers van wereldfaam die tijdens de hoogtepunten bewezen nog steeds in grote vorm zijn en tijdens deze voorstelling alle mogelijkheden benutten om de toeschouwers te laten merken dat Cilea niet echt onder doet voor sommige werken van Puccini en Verdi. Hun volume is groots maar wordt ook zeer fragiel gebruikt in tedere scenes. Voeg daarbij nog het optreden van mezzosopraan Olga Borodina als de Prinses van Bouillon en de bariton Allessandro Corbelli als de meer dan verdienstelijke regisseur Michonnet dan weet u dat de toejuichingen van het publiek op hun plaats waren.
De opera gaat ook over een barokopera al is dat aan de muziek nauwelijks te merken. Wellicht komt het tot uiting in de dialogen die snel worden gezongen. We hebben eigenlijk te maken met een veristisch werk. Dat wil zeggen een opera die de harde werkelijkheid niet schuwt. Er zijn volumineuze uitbarstingen die vooral aan Puccini en Mascagni doen denken. En dat is dus echt geen barokmuziek.
Opmerkelijk is dat de twee belangrijkste opera’s van Cilea in première gingen met Enrico Caruso in de hoofdrol. Dat waren L’Arlesianna en Cilea’s bekendste werk Adriana Lecouvreur. Adriana was een geweldige actrice en leefde van 1692 tot 1730.
Een vraagje: Zouden Caruso en Kaufmann twee opera-rivalen van elkaar geweest zijn als beiden in dezelfde periode hadden geleefd?
Wist u trouwens dat de rol van Adriana de lievelingsrol was van de Italiaanse zangeres Magda Olivero die tijdens de zangconcoursen in Den Bosch de lieveling van het publiek was?
Ik wens u prettige paasdagen.
Geef een reactie