Zondag 6 oktober. Het was een hele tijd geleden dat ik naar een opera van Verdi ging die ik nog nooit live had gehoord, namelijk Louise Miller (1849). Na het bijwonen van de Wagneracademie, nauwelijks één week geleden, was het een hele muzikale overgang. Hoewel Verdi toch een lievelingscomponist van me is viel dat aanvankelijk niet mee. Vermoedelijk lag dat aan de rommelig gespeelde ouverture door de Düsseldorfer Symphoniker onder leiding van dirigent Giordano Bellincampi maar vooral ook aan het eerste toneelbeeld dat me op dat moment totaal niet aansprak. Het ging om een witte kinderkamer met een bed waarin een verliefde jonge dame lag die nog zichtbaar fantaseerde over sprookjesachtige figuren uit haar jeugdjaren. Pas later begreep ik, dat die witte, onschuldig uitziende slaapkamer, waarvan de afmetingen tijdens de uitvoering steeds kleiner werden, symbool stond voor het tanende geluk van Luisa Miller.
Haast tegen zijn gewoonte in componeerde Verdi ditmaal geen opera met een politiek conflict of impliciet over zijn verborgen nationalistische gevoelens maar over het thema ‘de liefde’. Salvatore Cammarano schreef op verzoek van Verdi het libretto gebaseerd op het toneelstuk ‘Kabale und Liebe’van Friedrich Schiller.
De kern van deze liefdestragedie is de bemoeizucht van twee vaders met de liefdesbetrekkingen van de twee hoofdrolspelers Luisa Miller en Rodolfo, de zoon van graaf Walter. Zij houden van elkaar maar de vaders hebben problemen met de standsverschillen van de geliefden. Graaf Walter verzint een intrige waarin de rentmeester van de graaf, Wurm, een obscure rol vervult. Dat gaat dus meer dan twee uur lang niet goed. De verwikkelingen spelen zich af in die alsmaar kleiner wordende slaapkamer en in een groot mysterieus bos met indrukwekkende bomen van bovengemiddelde omvang. Daar acteerden de protagonisten naar hartelust maar mijns inziens op een wat oubollige manier. Het goed zingende koor was in een outfit gestoken die deed denken aan poppenkastfiguren. Zij verbeeldden de fantasieën van de jonge Luisa Miller. Gelukkig kreeg na enige tijd de muziek en de kwaliteit van de zangers me in de greep. Toen vader Miller in de persoon van de Rus Boris Statsenko zich liet horen was daar voor mij het eerste omslagpunt. Hij oogstte al snel applaus met zijn eerste aria. Zijn prachtige sterke bariton deed mijn hart wat sneller kloppen. Dat was wel nodig want tot de pauze kende ik ondanks de vocale prestaties van de zangers weinig ontroering. Het was moeilijk om je te verplaatsen in de personages waarmee de dichter Schiller destijds (1783) geen enkele moeite had. Het liefdespaar Luisa-Rodolfo, dat vanaf het eerste bedrijf al uit elkaar werd gedreven door de intriges van Wurm, vertolkt door de onhandig acterende bas Sami Luttinen, zong de sterren van de hemel. De rol van Rodolfo nam de Rus Andrej Dunaev voor zijn rekening. De prachtig zingende tenor ontving terecht een open doekje voor zijn schitterend gézongen aria ‘Quando le sere al placido’. Rodolfo is op dat moment buiten zichzelf van woede omdat hij een onder dwang geschreven brief van Luisa las en waaruit haar ontrouw zou blijken. De over de hele wereld zingende dramatisch coloratuur sopraan Olga Mykytenko uit de Oekraïne zorgde met Dunaev, vooral na de pauze, voor vocaal vuurwerk. Verdi’s muzikale en dramatische kracht werd hoorbaar in de toegankelijke en dramatische melodieën waarvoor je als operaliefhebber door de knieën gaat. Vergeten zijn de details waar je aanvankelijk moeite mee hebt. Aria’s en duetten waarin ook de andere protagonisten tot hun recht kwamen, wisselden elkaar af. Opvallend klein was het rolletje van Frederica voor de mezzo sopraan Susan Maclean. Zij was de door graaf Walter beoogde huwelijkspartner voor zijn zoon Rodolfo. Verdi had voor haar een rol een primadonna rol voor ogen. Het kwam er niet van omdat het juist in die tijd tegen de regels van de zangershiërarchie was om een bijrol zoveel gewicht te geven.
Luisa Miller is een werk uit 1849 en behoort nog tot de periode van de jonge Verdi. Deze nummeropera is duidelijk een overgangswerk naar zijn midden periode. Opvallend is de verwantschap met zijn latere opera’s zoals Rigoletto, La Traviata en Il Trovatore waarin de relatie ouder-kind eveneens problematisch is. De woorden dood en sterven zijn in het libretto van Luisa Miller dominant aanwezig. In iedere scène speelt de dood of het verlangen er naar. Dat in de opera in Düsseldorf de beide geliefden stierven door het drinken van een gifdrank was conform het libretto. Dat Wurm in leven bleef was voor de bezoekers een verrassing. Verdi bood veel vandaag. Samenvattend: de toeschouwers applaudisseerden terecht voor de zangers en het soms wat te krachtig spelende orkest maar vooral voor de muziek die Verdi ons nagelaten heeft.
Plaats een reactie