Feeds:
Berichten
Reacties

Een dag of tien geleden nam ik een belangrijk besluit.

Ik besloot om mijn aanhoudende stroom van operaverslagen te beëindigen. Het kost me nu na dertien jaar te veel kruim. Fysieke ongemakken, mede veroorzaakt door het klimmen van de jaren, zijn daar medeoorzaak van. U kent dat wel: het aantal typ- en spelfouten neemt toe, het onthouden van namen doet een aanslag op de kracht van je geheugen en het bedienen van de computerprogramma’s gaat niet altijd even vlekkeloos.

In de loop van de tijd is volgens vriendelijke lezers de kwaliteit van de artikelen toegenomen maar ik wil niet dat de verslaggeving eindigt in een taal die men niet meer begrijpt.

Dikwijls is mij de vraag gesteld of of ik wist hoeveel lezers mijn berichten en recensies lazen. Ik moet hen het antwoord schuldig blijven. Ik weet het eenvoudig niet. Het kan me ook niet zoveel schelen. Uit de spaarzame reacties weet ik dat er wellicht meer waren dan ik veronderstelde maar de doelgroep bestond uit mezelf en een aantal mensen die ik op operabijeenkomsten spontaan tegen kwam.

U vraagt zich wellicht af waarom ik mezelf tot de doelgroep beschouwde. Wel nu, ik was en ben ervan overtuigd dat het schrijven van recensies leidt tot een intensievere beleving van de opera die je ziet en dat bovendien je analyserend vermogen toeneemt. De optelsom van deze argumenten verhoogt ook het genot dat je van je geliefde hobby ervaart. Het kostte veel tijd, soms veel moeite en extra inspanning om bij te houden wat er in de operawereld gebeurt en vooral verandert. Waar nodig hielp mijn geliefde echtgenote mij om mij op het rechte taalkundige spoor te houden waarvoor ik haar uiteraard meer dan zeer dankbaar ben. Ik besef dat het haar ook nogal wat tijd kostte.

Ik ga geen afscheid nemen van opera. Wellicht zal ik u zo nu en dan berichten van een op handen zijnde voorstelling, maar verslagen blijven uit.

Ik begin een ander project waarmee ik mijn nieuw verworven tijd nuttig zal invullen. De dag nadat ik besloot om een einde aan mijn weblogverslaggeving te maken, wachtte mij een enorme verrassing van mijn schoonzoon Bartho en mijn zoon Frank.

Beiden hadden al eens een aantal jaren geleden gezegd dat het hen een goed idee leek om alles wat ik op de weblog vastlegde ook af te laten drukken in boekvorm. Ik voelde daar toen weinig voor. Voor wie zou dat interessant zijn? Maar nu kan ik mijn lezers nauwelijks duidelijk maken hoe blij ik ben met het geschenk dat ik van hen kreeg. Drie dikke boeken met 333 door mij geschreven operaverhalen met daarbij passende foto’s, afgedrukt op prachtig papier en met een fraaie omslag. Ik ben hen er enorm dankbaar voor. Een mooier cadeau had ik niet kunnen krijgen.

Jongens heel hartelijk bedankt voor dit prachtige cadeau.

Peter

Op dinsdag 12 april 2022 presenteerde ik in het CC Jan van Besouw in Goirle de opera Andrea Lecouvreur van de Italiaanse componist Francesco Cilea (1866-1954). Het libretto is van Artur Colautti naar een toneelstuk van Eugen Scribe en Ernest Legouvé. Veel toeschouwers waren er niet. want Cilea is geen Verdi of Puccini. Geen kastrekker. Toch gingen de circa veertig mensen grotendeels tevreden naar huis. Wat was daarvan de reden?.

Allereerst de meeste operaliefhebbers vonden beelden van de 1e en 2e acte voor de pauze te rommelig. Op het libretto kreeg men aanvankelijk weinig of geen vat. Toch ontstond er een moment dat men merkte dat het werk uiteindelijk ging om de rivaliteit tussen twee actrices van de Comedie Francaise die beiden verliefd waren  Maurizio de graaf van Saksen. De strijd die in en op het podium van het theater begon tussen de twee verliefde dames Andrea Lecouvreur en de Prinses van Bouillon zette zich  ook buiten het theater voort en eindigde met de dood van Anna Lecouvreur. Zij ontving in een gesloten rood kistje een vergiftigd bosje viooltjes van haar rivaal ‘de prinses van Bouillon’. Het was notabene hetzelfde bosje violen dat Adriana voor de aanvang van een voorstelling had geschonken aan Maurizio die het op zijn beurt afstond aan de prinses als middel om haar te troosten wegens het verbreken van hun buitenechtelijke affaire. De prinses wilde precies weten wie haar rivale was maar wist dat pas na een onthulling tijdens een voordracht van Andrea uit een toneelstuk. De prinses van Bouillon voelde zich door die tekst persoonlijk beledigd en nam wraak door Andrea de vergiftigde bloemen te sturen met als

gevolg de dood van Andrea in het bijzijn van Maurizio en de regisseur van het theater die in een zeer aandoenlijke scene in het eerste bedrijf al liet blijken jaren verliefd te zijn op Andrea maar niet in staat was om haar dat kenbaar te maken.

Waarom was men toch enthousiast over de voorstelling behoudens de rommelige aanvangsscene? De solisten waren van topkwaliteit. Dat werd gewaardeerd.

Twee trekpleisters vooral waren de Duitse tenor Jonas Kaufmann en de Roemeense sopraan Angela Gheorghiu. Beiden zangers van wereldfaam die tijdens de hoogtepunten bewezen nog steeds in grote vorm zijn en tijdens deze voorstelling alle mogelijkheden benutten om de toeschouwers te laten merken dat Cilea niet echt onder doet voor sommige werken van Puccini en Verdi. Hun volume is groots maar wordt ook zeer fragiel gebruikt in tedere scenes. Voeg daarbij nog het optreden van mezzosopraan Olga Borodina als de Prinses van Bouillon en de bariton Allessandro Corbelli als de meer dan verdienstelijke regisseur Michonnet dan weet u dat de toejuichingen van het publiek op hun plaats waren.

De opera gaat ook over een barokopera al is dat aan de muziek nauwelijks te merken. Wellicht komt het tot uiting in de dialogen die snel worden gezongen. We hebben eigenlijk te maken met een veristisch werk. Dat wil zeggen een opera die de harde werkelijkheid niet schuwt. Er zijn volumineuze uitbarstingen die vooral aan Puccini en Mascagni doen denken. En dat is dus echt geen barokmuziek.

Opmerkelijk is dat de twee belangrijkste opera’s van Cilea in première gingen met Enrico Caruso in de hoofdrol. Dat waren L’Arlesianna en Cilea’s bekendste werk Adriana Lecouvreur. Adriana was een geweldige actrice en leefde van 1692 tot 1730.

Een vraagje: Zouden Caruso en Kaufmann twee opera-rivalen van elkaar geweest zijn als beiden in dezelfde periode hadden geleefd?

Wist u trouwens dat de rol van Adriana de lievelingsrol was van de Italiaanse zangeres Magda Olivero die tijdens de zangconcoursen in Den Bosch de lieveling van het publiek was?

Ik wens u prettige paasdagen.

Zondag 3 april 2022. Het is 10.30 uur. Ik haast mij naar de Pathébioscoop op de Heuvel in Tilburg. Ik verheug me op het zien van de opera Don Carlos. Ik heb het werk al dikwijls gezien: in operatheaters en, op dvd’s, met uitvoeringen opgenomen in de belangrijkste operatheater van deze aardkloot. Bovendien ben ik het bezit van enkele voorstellingen op cd. Ik kan me absoluut niet herinneren dat ik na een kijk en/of luistersessie spijt had van de tijd die ik er aan besteedde en die is in vergelijking met de meeste opera’s niet gering. Een ongecoupeerde voorstelling duurt al gauw ongeveer vier uur. Vraag me niet of ik alle versies die van het werk bestaan heb gezien. Ik heb me pas de laatste decennia enigszins verdiept in het bestaan van de verschillende versies en waarin ze van elkaar verschillen. Ik vermoed dat ik ze ook gezien heb. Maar wat me tot op de dag van vandaag is bijgebleven, is het onomstotelijke feit dat ik steeds na afloop concludeerde: wat heb ik weer genoten van deze uitvoering en wat hebben regisseurs, dirigenten en vooral de componist Verdi hun best gedaan door mij te ontroeren met dat prachtige werk. Het gevolg was eveneens dat mijn belangstelling werd getriggerd voor politieke, religieuze en patriottische denkbeelden die in een samenleving kunnen leiden tot rebellie en jarenlange onverdraagzaamheid van volkeren.

Franse versie

Elisabeth en Don Carlos

Positief gestemd ging ik die zondagmorgen naar de Pathébioscoop. Ik was er op voorbereid een Franse versie van het werk te zien.
Frans was de beoogde taal die Verdi voor ogen had. Tot mijn genoegen was daarbij de veelal achterwege gelaten Fontainebleau acte door de Metropolitan opera in New York, waarvan de streaming afkomstig was, in tact gelaten. Volgens mij terecht en onmisbaar om een  goed begrip te krijgen van het gehele werk.
Maar een teleurstelling kon ik nauwelijks onderdrukken toen mij opviel dat de technici de voorstelling niet op het juiste niveau hadden opgenomen of dat de afspeelapparatuur verkeerd was afgesteld. Tijdens de eerste pauze wees ik een medewerker op het door mij gesignaleerde probleem. Men zou het oplossen. Toen dat niet gebeurde in de volgende acte, besloot ik naar huis te gaan en op mijn geluidsinstallatie enkele fragmenten van deze voorstelling die al op internet stonden te beluisteren. Het verschil was enorm. In de bioscoop waren de vocalises van de zangers en het orkest niet duidelijk te horen. Dat wil zeggen er was geen intensiteit en het geluid van vocalisten en orkest achter in de zaal schoot te kort waarbij het ontbreken van duidelijke hoge tonen en accenten achterbleef bij de weergave van fragmenten die ik later op internet zou horen.
Om het een en ander goed te begrijpen moet u weten dat in de Tilburgse bioscoop niet de originele gestreamde versie van de Met ten gehore wordt gebracht maar een kopie. Waar iets mis is gegaan wordt nog bekeken.
Ik kan door de hiervoor vermelde problemen met een persoonlijke recensie nauwelijks iets voor u betekenen. Ik heb er enkele kranten in Amerika op nageslagen waarin de belangrijkste vermeldingen kort samengevat zijn:

De kranten

Men is verheugd dat de Met de Franse versie eindelijk ten gehore heeft gebracht. De opera begint met het verlangen naar het einde van de felle vijandelijkheden tussen twee buurlanden, waarbij hun burgers lijden  door de ontberingen die worden veroorzaakt door de waanideeën van een klein aantal leiders aan de top. Ongetwijfeld worden die beelden nu gecorreleerd aan de oorlog tussen Rusland en de Oekraïne.
Don Carlos in de Met is een nieuwe productie van MC Vicar. De opera heeft vijf bedrijven. Journalisten vragen zich af of er echt sprake is van een nieuwe productie. Door allerlei omstandigheden ontstonden er allerlei versies waaruit operagezelschappen vrijelijk elementen konden overnemen, zo merken ze op.
Tot nu toe was Don Carlo al 200 keer in de Met opgevoerd in de Italiaanse taal. Nu dan voor het eerst in de Franse Over  zoals men die in Parijs in 1867 opvoerde.

Don Carlos en Rodrigues

Over de cast van de opera was men zeer tevreden. De aandacht gaat in de pers vooral uit naar de tenor Matthew Polenzani die de titelrol kan vertolken in beide talen. Hij wordt door de media gezien als de perfecte titelheld. Zijn tegenspeelster is de protagonist Elisabeth de Valois uit Frankrijk en werd vertolkt door de sopraan Sonya Yoncheva. Zij wordt in de pers omschreven als een zangeres die de tonale rijkdom mist, maar dat haar slanke gefocuste stem toch haar doel bereikt en dat dat past bij haar personage als koel en waardig, zelfs kil genoeg om de offers die ze heeft gebracht te doorstaan.
De krantenlezer wordt herinnerd aan het ‘broederschaps’ duet tussen Carlos en Rodrigues, de markies van Posa. Die laatste rol werd schitterend vertolkt door de voortreffelijke bariton Etienne Dupuis.
De mezzosopraan Jamie Barton acteert volgens de krant levendig als prinses Eboli. Haar onbeantwoorde liefde voor Carlos zet haar aan tot wraak. Jamie Barton zag ik zeer lang geleden als onbetwiste winnares van het wereldconcours in Cardiff. Ze had toen al een inderdaad een dijk van een stem.
Als onverzoenlijke grootinquisiteur heeft de bas John Relyea een steenachtige autoriteit met een groot volume. Hij was in deze voorstelling prominent aanwezig.
De enige zwakke schakel in deze voorstelling is de bas-bariton Eric Owens die de rol van koning Philips II voor zijn rekening nam. De algemene opinie was dat men zijn stem droog en kleurloos vond.

YouTube

Tot zover mijn droge opsomming van wat ik zo snel in twee kranten kon vinden.
Ik vermoed dat u op korte termijn de gehele uitvoering op YouTube kunt zien. Nu is dat m.i. nog niet mogelijk, maar door te kiezen voor bepaalde gedeelten uit deze opera op YouTube kunt u zich al een beperkte mening vormen waarvan ik nu weet, sinds ik op internet keek, dat het werk in deze uitvoering echt de moeite waard is.

Angela Mead en Dmitri Hvorostovski

Verdi is geliefd in Cultureel Centrum Jan van Besouw in Goirle. Meer dan 50 toeschouwers gingen na het zien van een dvd opname uit 2012 van de Metropolitan Opera in New York tevreden naar huis. Slechts een enkeling vond dat het geluid wat te doordringend was maar kreeg daar later begrip voor na het zien van de beelden. De toeschouwers hadden te maken met drie macho mannen die allemaal verliefd waren op een aardige vrouw genaamd: Elvira. Die mannen maakten van hun volumineuze stemmen gebruik om dat elkaar en Elvira onder de neus te wrijven.

Ernani en Elvira in kasteel van de Silva

Rebellenleider
Om van wal te steken: Deze dame, een Amerikaanse, dramatische sopraan, bleek al snel uit het goede hout gesneden te zijn. Waren de eerste frasen wat onzeker, Angela Mead overtuigde de kijkers al snel met haar eerste grote aria ‘Ernani, Ernani involami.’ Duidelijk werd dat zij echt hield van de held Ernani vertolkt door de welluidende Italiaanse tenor Marcello Giordani. Hij was weliswaar rebellenleider van een groep bandieten en heette eigenlijk Don Juan van Aragon, maar juist hij was door toedoen van koning Don Carlo, vertolkt door de Russische bariton Dmitri Hvorostovski, zijn rijkdom en titels kwijt geraakt. Hij moest bovendien dulden dat Elvira gedwongen werd om te huwen met haar oom Don Ruy Gomez de Silva.
Ernani maakt daarom een plan om Elvira te ontvoeren en haar uit handen te houden van de Silva maar dat loopt al snel uit op blijvende vijandschap tussen beide mannen. Ook koning Don Carlo heeft een oogje op Elvira en wil haar meenemen naar zijn paleis. Hij biedt haar een vorstelijk leven aan, maar Elvira weigert zich met hem te verbinden. De opera volgt daarbij het toneelstuk Hernani geschreven door Victor Hugo. Verdi’s librettist Francesco Maria Piave baseerde daarop zijn libretto. Zo kwam dus Verdi’s vijfde opera tot stand. De première was in Venetie in 1844 in het Teatro La Fenice.

Opvallend is dat de laatste jaren meer aandacht dan voorheen uit gaat naar de opera’s die Verdi componeerde in de beginfase van zijn carrière waarin hij een 28-tal opera’s componeerde. Wellicht is de grote toegankelijkheid van deze werken van invloed. De aria’s, duetten en vooral de koren liggen goed in het gehoor. Moeilijk blijft de ingewikkeldheid van het libretto want alle mannen staan vijandig tegenover elkaar en ze hebben daarvoor verschillende motieven al is wel heel duidelijk dat één motief gemeenschappelijk is: allen begeren Elvira.

Uitblinker

De grote uitblinker van deze cast is de Italiaanse bas Ferrucio Furlanetto als Don Ruy Gomez de Silva. Prachtige zang en een overtuigende voordracht bestempelen hem als een groot artist. Hij is vanzelfsprekend woest op Ernani omdat de rebel zijn huwelijk met Elvira wil voorkomen. Een duel met zijn rivaal gaat niet door omdat Ernani het zwaard niet wil opnemen tegen de oudere De Silva. Maar de Silva vindt dat een van beiden moet sterven. Ernani tekent zijn doodvonnis door De Silva een hoorn te overhandigen die deze kan gebruiken om Ernani er aan te herinneren dat hij de Silva beloofde zichzelf om het leven te brengen als de Silva dit wenst. Dat gebeurt dan ook in de finale, juist tijdens hun huwelijksfeest, worden Elvira en Ernani geconfronteerd met hoorngeschal van de Silva. Ernani doodt zichzelf en Elvira volgt hem in de dood door zichzelf ook neer te steken.
Een dramatisch verhaal met opwindende muziek, stevige koren, een schitterend trio en een goed spelend orkest van de Met. Op de bok stond de gedreven Italiaanse dirigent Armaliato die natuurlijk ook weet dat het dirigeren van de orkestpartijen van de latere opera’s van Verdi een grotere uitdaging zijn dan die van Ernani.

Op zondag 6 februari 2022 toog ik, ondanks zeer slecht weer naar de Pathé bioscoop in Tilburg om de presentatie van de opera Rigoletto van Giuseppe Verdi (1813-1901) bij te wonen. Weer geen spijt van gehad!! De opera is bij mij zeer geliefd. In mijn pubertijd was ik al een liefhebber van dit heel populaire werk dat tot stand kwam in 1851. Het is een opera uit Verdi’s ‘midden periode’ te samen met La Traviata (1853) en Il Trovatore (1853). Opera’s die zo nu en dan nog herinneren aan een deel van de belcanto periode van Rossini, Bellini en Donizetti. Er wordt welluidend gezongen, de aria’s, waaronder ‘Questo o quella’ en ‘La donna è mobile’ zijn zeer populair. Ze worden door heel wat mannen ’s morgens onder de douche gezongen, de duetten, mits met intensiteit voorgedragen, zijn een streling voor het oor en ook de koren voornamelijk door de hovelingen van de hertog van Mantua ten gehore gebracht in zijn paleis zijn spannend en zeer toegankelijk. Geen wonder dat de zaal in Tilburg een stuk beter gevuld was dan tijdens de twee vorige voorstellingen. Verdi zorgt nu eenmaal voor klandizie.

ontvoering van Gilda door hovelingen

Nieuwe productie

De Met bracht een nieuwe productie van Rigoletto. Het is de eerste keer sinds 2013 dat een nieuwe uitvoering van deze opera in de Met wordt vertoond. De Las-Vegas set is nu vervangen door die van Barlett Sher die doet denken aan de jaren twintig van de Weimar republiek.

Die voorstelling mocht er zijn. Op een strak aangekleed podium met een draaibaar toneel konden de protagonisten, charmant gekleed door Catherine Zuber, zich uitleven met hun muzikale hoogstandjes. De cast zong onder leiding van maestro Daniele Rustioni op hoog niveau. Ook op de acteursprestaties heb ik niet veel aan te merken. Ik moet daarbij wel bekennen dat ik door bepaalde omstandigheden het laatste bedrijf niet gezien heb, maar als ik de New Yorkse kranten moet geloven was de slotscène spannend. Alles werd door de hartstochtelijke Maddelena, vertolkt door de mezzosopraan Vaduhi Abrahamyan, uit de kast gehaald om de Hertog van Mantua, voortreffelijk vertolkt door de Poolse tenor Piotr Beczala, te verleiden met het doel om haar broer, de beroepsmoordenaar Sparafucile de gelegenheid te bieden de hertog te vermoorden. Dat laatste ging dus zoals u weet niet door. Het werd een kat in de zak! Gilda was het dodelijk slachtoffer. De Italiaanse coloratuur sopraan Rosa Feola bracht een fantastische, warme Gilda op de planken en had al ver voor de slotscène veel applaus geoogst vanwege haar ontroerende aria ‘Cara nome’.

De cast
Wie waren de overige solisten? De rol van Rigoletto wordt gezongen door de uitstekende Amerikaanse bariton Quin Kelsey. Zijn rol spreekt mij het meeste aan. De man is zo dubbel. Enerzijds helpt hij de hertog van Mantua om de regels van ‘Me too’ permanent te overtreden door de hertog aan te moedigen tijdens een feest openlijk te flirten met de gravin Ceprano terwijl haar man er woedend bij staat. Vervolgens krijgt de hertog van Mantua een hoog oplopend conflict met de graaf Monterone  wiens dochter hij heeft onteerd. Monterone vraagt verantwoording van deze daad, maar wordt door Rigoletto bespot. Monterone voelt zich beledigd en vervloekt Rigoletto. Een vervloeking die Rigoletto tijdens de gehele opera blijft achtervolgen. Monterone wordt tenslotte naar de gevangenis gebracht. Pas in de derde acte zien we hem weer op het podium als hij naar de terechtstelling wordt gebracht. Monterone ziet het portret van de graaf van Mantua hangen en slingert hem nog een laatste vloek toe en zweert hem wraak te zullen nemen. Rigoletto verzekert hem dat hij al een wreker voor hem heeft. Die zal hij zelf zijn, want Rigoletto is op zijn beurt woedend op zijn baas, de hertog van Mantua, omdat die zijn dochter heeft verleid. Rigoletto blijkt dus twee rollen te vervullen. De eerste is als helper van de hertog om vrouwen te verleiden en zijn tweede rol als vader die zijn dochter Gilda wil beschermen tegen mannen die mogelijk een minnaar voor zijn dochter zouden kunnen zijn.

De scènes tijdens de conflicten met de graaf Ceprano en later Monterone zijn uiterst spannend en vragen het uiterste van de protagonisten. Daar komt nog bij dat zich dat voor een deel herhaalt wanneer Monterone op het podium verschijnt en Rigoletto zich uitroept tot wreker van zijn baas. Even daarvoor zagen we de ontmoeting van Gilda met haar vader in een ontroerend duet waarbij zij zich willen verzoenen. Gilda had tegen de wil van haar vader zich niet in acht genomen tegen mannelijke belangstelling. Tijdens en schitterend duet komen de warme gevoelens van vader en dochter tot uiting waarin de stemmen van de bariton stem en van de sopraan heerlijk samen smelten. Desondanks kan Rigoletto zijn wraakgevoelens niet opzij zetten met het gevolg dat de over hem uitgeroepen vervloeking in vervulling zal gaan ten koste van het leven van zijn dochter. Wat een muzikale hoogtepunten!  Drama en romantiek worden hier vermengd en doen een beroep op uw verbeeldingskracht.

Geen respect
Pjotr Beczala zet een hertog van Mantua neer die u niet gemakkelijk zult vergeten. Hij is een gepassioneerde verleider van vrouwelijk schoon, maar heeft ook niet zoveel respect voor het vrouwelijk geslacht getuige de tekst van zijn aria ‘La donna e mobile.’
De rol van huurmoordenaar Sparafucile wordt ingevuld door de charismatische Italiaan Andrea Mastroni. Een zanger die vastberaden optreedt en de legato lijnen in acht neemt.

ontmoeting Hertog van Mantua en Gilda

Tenslotte wordt een van de slachtoffers van de hertog de graaf Monterone vertolkt door Craig Coblough die zowel zijn kracht als kwetsbaarheid toont. De altrol van Maddelena neemt  Vaduhi Abrahamyan voor haar rekening. Opmerkelijk zijn haar krachtige lage tonen.

Danielle Rustoni opera dirigent van grote klasse
De grote kranten in New York hebben het over een geweldige cast en dat klopt ook, maar het is de in Milaan geboren, wereldwijd bekende operadirigent Danielle Rustioni die het uitstekende orkest naar een grote hoogte stuwt.
De muziek van Verdi is mede daardoor vanzelfsprekend de grote trekpleister. De opera Rigoletto kreeg de naam van de hoofdrolspeler. Er is nog een tijd gedacht om het werk de titel De vervloeking te geven. Dat zou zeker op zijn plaats zijn geweest!!

Samen kerstliedjes zingen

Vrijdag 7 januari 2022, midden in een lockdown vanwege de viruspandemie, was de opera Werther van de Franse componist Jules Massenet (1842-1912) de eerste opera die ik zag in dit nieuwe jaar. Een opera die wat mij betreft ook had kunnen heten ‘drama over een te lang onbeantwoorde liefde’. Daarmee geef ik meteen de kern van de opera aan. Die gaat over een wederzijdse liefde die slechts luttele minuten voor het levenseinde van Werther door beiden wordt bevestigd. Gevolg: langdurige eenzaamheid!

Werther is een opera die je niet onberoerd laat in een uitvoering als deze. De beelden van de  voorstelling vanuit Montepellier die u nog tot 24 juni 2022 kunt zien op Operavision.eu., toont een geschiedenis die zich vermoedelijk in het dagelijks leven herhaalt ook wanneer de dood niet een onmiddellijke bedreiging is.

Heftige emoties
Dat de emoties bij de toeschouwers hoog oplopen is goed te begrijpen. Ze namen de heftige emoties mee waarmee Jules Massenet en vooral ook de protagonisten Mario Chang en sopraan Marie-Nicole Lemieux hen opzadelden. Spijt dat ze erbij waren kan ik me niet voorstellen omdat de voorstelling van grote kwaliteit was. Er werd uitstekend gemusiceerd door het orkest van de Orchestre National Montepellier Occitani onder leiding van dirigent Jean Marie Zeitouni en er werd voorbeeldig gezongen en geacteerd door de prachtige cast. Vanwaar die treurnis die deze opera uitademt? In essentie gaat deze opera over eenzaamheid en het kijken in de menselijke ziel van iemand die lijdt aan een onbeantwoorde liefde. Kan het erger? Jules Massenet (1842-1912) las ruim 100 jaar na het verschijnen van het tweede werk van Johan Wolfgang Goethe (1749-1832) diens briefroman ‘ Die Leiden des jungen Werthers.’ Een boek dat in 1774 veel emoties teweeg bracht en zelfs leidde tot een hype aan suïcide van jonge mensen, die zich herkenden in de problematiek. Goethe heeft zelf het leed ervaren. Zijn liefde voor Charlotte Buff was kennelijk onvoldoende om die om te zetten in een vaste relatie. Toen bovendien nog een kennis van de dichter zelfmoord pleegde, bood de koppeling van deze twee feiten voldoende stof voor het trieste verhaal van Werther. Jules Massenet die maar liefst 27 opera’ s op zijn palmares heeft staan zoals  Manon, Le Cid, Thais en Cendrillon had met Werther bij de première  in het Hoftheater in Wenen in 1892 groot succes.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is image-2.jpeg
Werther sterft

Onmogelijke liefde
Massenet was een componist met groot gevoel voor theater, hij wist zijn personages buitengewoon goed te karakteriseren. Massenet slaagde erin om zeer elegante melodieën te combineren met sterke harmonische vondsten en daardoor grote emoties op te roepen. De rol van het orkest is zeer groot en doet vermoeden dat Massenet sterk is beïnvloed door Wagner en Tsjaikovski. Opvallend is de rol van de viool en de cello die sterk bijdragen aan de expressie van de tedere momenten in Werther. Dat deze lyrische  opera ook veel emotionele uitbarstingen kent wordt voornamelijk veroorzaakt door het onvermogen van het liefdespaar om hun gevoelens voor elkaar gestalte te geven in een vaste verhouding. De belofte die Charlotte aan haar moeder deed om na haar dood te trouwen met Albert staat een relatie met Werther in de weg. Wanneer na enkele maanden al blijkt dat het huwelijk tussen Charlotte en Albert mislukt en de gevoelens van Charlotte en vooral die van Werther voor elkaar toenemen, lijkt een rampzalige afloop onvermijdelijk. Charlotte geeft zo nu en dan wel een signaal af dat ze van Werther houdt maar ziet het als een zware zonde om haar belofte te verbreken en beheerst zich iedere keer op het moment dat ze zich in de armen van Werther wil werpen. Kennelijk had ze steeds voor ogen dat dergelijk normdoorbrekend gedrag door een getrouwde vrouw in de 18e eeuw tot maatschappelijke verstoting leidde. Pas als Werther zich dodelijk verwondt met een pistoolschot en Charlotte te laat komt om deze zelfmoord te verhinderen, geeft ze zich gewonnen en verklaart ze de stervende Werther zonder enig voorbehoud haar liefde.

Tenor Mario Chang

De cast
De tenor Mario Chang  uit Guatemala veroverde met zijn veelkleurige stem de harten van het publiek. Ongeëvenaard is zijn vermogen om volume en klankkleur van zijn stem aan te passen aan de  uiteenlopende emoties van het titelpersonage Werther. Zijn acteerprestatie sluit daar goed bij aan. De veelzijdige Canadese sopraan Marie-Nicole Lemieux ging mee in de emoties van Chang en deed nauwelijks onder voor haar tegenspeler. Toen zij na afloop het publiek dankte voor het applaus waren haar emoties nog duidelijk zichtbaar. Ze moet zich sterk hebben ingeleefd bij de vertolking van de gevoelens van Charlotte. De invulling  van de rol van de rationele Albert, de echtgenoot van Charlotte, was in handen van de uitstekende Franse bariton Jerome Boutillier. Albert is een totaal ander mens dan de overgevoelige natuurmens Werther. Er is wel een moment dat hij begrip toont voor de gevoelens die zijn rivaal heeft voor zijn wettige echtgenote, maar hij bevordert toch de dood van Werther door aan diens verzoek te voldoen en Werther zijn pistool ter beschikking te stellen door Charlotte de opdracht te geven het dodelijk wapen naar Werther brengen. Zijn blik is koud, hij lijkt uitsluitend rationeel te handelen.

Boutillier weet het karakter van Albert goed neer te zetten. Pauline Texier speelde sprankelend en met verve de rol van de levendige, optimistische Sophie, de wat jongere zus van Charlotte.  Zij ziet de neerslachtigheid van haar zus en probeert haar te troosten.

Albert ziet in Sophie, een zus van Charlotte, een mogelijke vrouw voor Werther waardoor de belangstelling  van deze man die zich niet kan neerleggen bij de normen van zijn tijd en niet bij machte is ze te veranderen, wordt afgeleid van zijn echtgenote. Albert meent ten onrechte dat de liefdesgevoelens voor een geliefde inwisselbaar zijn voor een ander personage. Hij ziet niet in dat de liefde van Werther voor Charlotte onvoorwaardelijk is en dat de afgewezen gevoelens leiden tot woede en razernij.

Dramatische finale
Tijdens de finale van de opera zien we Werther zwaar gewond liggen in de armen van Charlotte die, overmand door verdriet, haar gevoelens voor Werther uit en hem een liefdevolle kus geeft voor hij definitief zijn ogen sluit. Zijn zelfmedelijden toont hij door te filosoferen waar hij begraven wil worden, wanneer hem op het bestaande kerkhof een plaatsje bij twee linden door de christelijke kerk, omwille van zijn zelfdoding, wordt geweigerd. Hij rekent er op dat een vrouw zijn graf zal bezoeken en daar een traan zal laten. Dramatischer kan het niet.

Het verdienstelijk zingende kinderkoor liet bij het begin en in de finale van het werk een kerstliedje horen waarin het aanstaande kerstfeest werd aangekondigd.

Regisseur José Dario Innella zette een sobere huisvesting neer waarin belangrijke scenes zich afspeelden. Er waren grote witte muren in de vertrekken en een lange gang waarin enkele dramatische scènes zich ontwikkelden. Het was een goede keuze van de regisseur om alles te laten afspelen in een ruimte waarin de sfeer van dit drama echt tot haar recht kwam.

Op zondag 12 december 2021 zagen, tot mijn verrassing, ruim dertig operaliefhebbers in de Pathé bioscoop van Tilburg de gestreamde uitvoering van de opera Eurydice, die op 23 november 2021 in de Metropolitan Opera in New York in première ging.

Vader en dochter

 De abonnees van de Met en haar volgers op de bioscoopschermen zullen aardig verrast zijn geweest. Conventioneel, zoals de leiding van de Met bekend staat, beperkten de programmamakers het repertoire meestal tot de bekende grote theaterstukken van componisten uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Werd dit seizoen nog geopend met Moessorgsky’s Boris Godunov, de score naar enige moderniteit vond daarna zijn weg via een uitstekende ‘Fire shut up in My Bones’ van Blanchard.

Nu, een productie verder, stond zowaar de opera ‘Eurydice‘ van de pas 31- jarige componist Matthew Aucoin en librettist Sarah Ruhl op het programma. De opera is gebaseerd op Ruhs gelijknamige toneelstuk uit 2003 dat hij opdroeg aan zijn vader.

 Of alle bezoekers zich er van bewust waren dat ze een modern werk gingen zien, ben ik niet zo zeker. Zij die het werk van Christoph Willibald Gluck Orfeo en Euredyce kennen, ondervonden vanuit de optiek van het libretto toch wel enige steun bij de acceptatie van deze nieuwe door de regisseur Zimmerman geregisseerde opera.

Eurydice draait zich om.

De voorstelling was een succes. Na afloop stond het volledige orkest met de solisten op het podium om een groot applaus van de toeschouwers in ontvangst te nemen. Dirigent Nézet -Séguin had in het interview in de pauze al laten weten zeer enthousiast te zijn over de solisten en zijn orkest. Zijn bewondering ging vooral uit naar de sopraan Erin Morley die met haar veelkleurigheid en gevoel voor drama een bewonderingswaardige Eurydice op de planken zette. Eurydice ontdekt al in het eerste bedrijf, tijdens haar huwelijksreis, dat haar minnaar Orfeo (met een synchroon dubbelrol door een countertenor) meer liefde koestert voor zijn zang dan voor haar. De grote gevoelens voor haar ontbreken. Er is geen passie, geen grote aantrekkingskracht, geen liefdesavontuur. Orfeo houdt wel van Eurydice maar meer nog van muziek, vooral van zijn eigen zang. Hij heeft meer verbinding met zijn tweede gestalte dus eigenlijk met zichzelf als met een ander levend wezen, laat staan zijn vrouw!  Samenwonen met een acteur die zich alleen bezig houdt met muziek betekent voor haar dat hij nooit bij de les is. Ze hebben geen diep gevoel een eenheid te zijn. Zij houdt van lezen en niet zo van een leuk feest, hij wel en vooral van de muziek. Orfeo heeft de ambitie altijd mooier te zingen dan hij doet en vraagt zich voortdurend af of hij niet beter een andere aria kan zingen.

Vader en dochter
De opera krijgt vervolgens een andere wending. Daarin komt aan het licht dat Eurydice’s vader onmiskenbaar een grote aantrekkingskracht heeft op Eurydice.

Eurydice verlaat haar huwelijksfeest om water te drinken en komt dan Hades tegen, vertolkt de uitstekende tenor Barry Banks. Hades is de manager van de Onderwereld. Hij heeft gevoel voor humor en ziet er met zijn hoorntjes op zijn hoofd uit als een ware Mephistofeles. In zijn binnenzak heeft hij een brief die bestemd is voor Eurydice en die afkomstig is van haar vader die echt van haar houdt. Later blijkt dat vader en dochter een uitstekende verhouding met elkaar hebben. Hades wil de brief niet zo maar afgeven maar verleidt Eurydice om bij hem een feest te bezoeken, dat blijkt in het dodenrijk. Ze drinkt een drankje dat haar drogeert, ziet de doden dansen, doet zelf mee en heeft haar vaders brief weten te ontfutselen. Daarna ervaart Eurydice om half stervend te zijn of helemaal dood. Ze verstaat de taal waaraan ze gewend was niet meer. Ze is met een koffer de onderwereld binnen gekomen, wil met een trein reizen die er niet is, verlangt naar een hotelkamer die niet bestaat en leeft in een voor haar absurde wereld. De woorden uit de mensenwereld verliezen voor haar hun betekenis. Ze ontmoet haar overleden vader die haar wil helpen want hij is haar ‘boom’ die voor haar houvast zorgt en haar tenslotte aanmoedigt terug te keren naar de mensenwereld om Orfeo weer te ontmoeten. Ze wil ook naar hem terug. Daar is wel een pleidooi voor nodig bij Hades, die geen vijandelijk type is maar wel procedurele barrières opwerpt voor vertrekkende doden. Hades honoreert het verzoek tot vertrek uit het dodenrijk maar geeft Orfeo de opdracht zijn vrouw te begeleiden zonder onderweg naar haar om te kijken op straffe van onmiddellijke terugkeer van Eurydice naar de onderwereld. Voor Eurydices vader is haar vertrek pijnlijk.
De vertolking van de vaderrol door de warme bas Nathan Berg is volkomen op zijn plaats. Hij weet wat empathie is en wil ondanks het afscheid van zijn dochter begrip opbrengen voor de terugkeer van Eurydice naar Orfeo. Maar opnieuw slaat het noodlot toe!

Noodlot
Terwijl Orfeo en Eurydice op de terugweg zijn naar de mensenwereld roept Eurydice Orfeo  onverwachts bij zijn naam. Bliksemsnel draait hij zich om zich niet bewust wat hij zijn vrouw aandoet. Ze keert onmiddellijk terug naar de onderwereld, het rijk der doden. Ze zal de doden weer ontmoeten en de drie stenen wachters, die haar erop wijzen dat ze haar lot moet ondergaan en haar wereldse ideeënwereld van zich af moet laten glijden. Ze ziet bij haar terugkomst in de onderwereld haar vaders kleren liggen en constateert dat hij zich is gaan wassen in de wateren van Lethe, gesymboliseerd door een douche, die alle herinneringen en sensaties uitwist. Ook de nare herinnering dat zij hem voor de tweede keer verliet. Wie zich in die rivier dompelt ontkomt niet aan een definitieve plaats in het dodenrijk. Eurydice wil zich voorgoed met haar vader verbinden en gaat onder de douche naast haar al dode vader staan. Al haar aardse herinneringen lossen op als ze langzaam op de grond neer glijdt. Vader en dochter zijn verenigd in de dood.

Reflectie

Deze opera biedt de mogelijkheid tot reflectie over de dood. Wat is de dood? Welke betekenis heeft ze in onze samenleving? Is het voor de mens afgelopen na zijn hersendood? Of is de dood de overgang naar een andere bestaansdimensie? De opera roept de spanning op die deze vragen ook oproepen.
De muziek is spannend en past zich aan aan alle stemmingen die het libretto oproept. Wie goed luistert hoort Christoph Williabald Gluck maar ook Claudio Monteverdi en Philip Glass. Er is plaats voor tedere en treurige muziek. Je hoort ook de grillige dansmuziek op de bruiloft van het paar en barokke fanfares die de entree van Hades begroeten. Het orkest onder leiding van dirigent van Nézet-Séguin zag kans om tot het einde een boeiende sfeer te scheppen die het werk voor mij toch onvergetelijk maakt.

Zo begon de relatie. Orfeo en Eurydice trouwden

Mijn vriend Paul wees mij er op dat De Volkskrant een voorbeschouwing wijdde aan een heel bijzondere concertante uitvoering van de opera Das Rheingold van Richard Wagner (1813-1883). Een voorstelling uitgevoerd door Concerto Köln waarvoor een viertal jaar geleden het initiatief was genomen

Het plan was om vier opera’s van Der Ring des Nibelungen te gaan spelen zoals ze ook in 1876 tijdens de première in Bayreuth hebben geklonken. Dus met oude instrumenten zoals barokmusici dat ook heden ten dage doen bij werken van Händel, Vivaldi en andere oude meesters. Critici waren er natuurlijk wel. Men vroeg zich af hoe zou je de doorgaans brullende Wagnerorkesten, die de Wagnerzangers qua volume overtreffen, kunnen motiveren om de partituur te reduceren tot transparante muziek, waarbij alle details prima te horen zijn. Nou dat gebeurde tijdens het Zaterdagmatinee op 20 november jl. in het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam. Er ontstond  een totaal klankbeeld dat voor mij zijn weerga niet  kende. Opvallend was de milde kracht van de blazers in de kopersectie en het geluid van de strijkinstrumenten die waren voorzien van darmsnaren en waarbij vibrato beperkt werd toegepast waardoor het soms ijzerachtige geluid van moderne instrumenten achterwege bleef.

Orkestrale muziek
Dat schitterende geluid en de prachtige orkestrale muziek ervoer ik toen ik er achter kwam dat nog diezelfde middag dat Paul me belde de uitvoering integraal en live werd uitgezonden door de radio.  Ik heb meer dan twee en  een half uur genoten van het eerste werk van de Ring. Na afloop stelde ik vast dat ik voordien nog nooit zo’n schitterende uitvoering van Das Rheingold hoorde. De toelichting die dirigent Kent Negano na afloop gaf, tijdens een afgenomen interview, maakte me duidelijk wat voor voeten had in de aarde gaf om dit project te starten. Hij benadrukte dat de fantastische akoestiek van de grote zaal van het Concertgebouw bijdroeg tot het succes van de uitvoering.

We weten dat dirigent Hartmut Haenchen voordat hij ‘onze Ring ‘ in Amsterdam leidde uitgebreid onderzoek deed naar ongerechtigheden die in de loop van de tijd in de partituur waren geslopen. Ook aan deze voorstelling is in dat opzicht wetenschappelijk onderzoek voorafgegaan. Ook nu heeft men een laag vernis van de partituur geschraapt.

Zangtechniek
Voor wat betreft de zangtechniek en de articulatie moet dat problemen hebben opgeleverd, want de wijze waarop zangers in 1876 zongen is vanzelfsprekend niet veel bekend. Er konden in die tijd immers nog geen opnamen worden gemaakt. Omdat ik dit keer enorm gefocust was op de orkestratie heb ik vermoedelijk minder scherp opgelet of ik afwijkende zang hoorde van wat ik gewend was van andere Rheingold uitvoeringen. Wel viel me op dat Negano beschikte over een uitstekende cast. Zangers die zich nooit overschreeuwden. Misschien wel solisten die beter zongen dan in de tijd van de componist. Wagner liet nogal eens merken dat hij over de prestaties van de voorhanden zijnde zangers niet tevreden was. De cast van Negano was in prima vorm. Uitblinker vond ik de tenor Thomas Mohr die de rol van de listige Loge uitstekend vertolkte qua zang en acteren. Wotan in de persoon van bas-bariton Derek Welton was nagenoeg zijn evenknie. De sopraan Stefanie Iranyi was een felle Fricka die zich zorgen maakte over haar angstige zus Freia.

Toejuichingen
Na afloop was het applaus oorverdovend en langdurig. Men had genoten van een uitvoering zoals men die nog nooit had gehoord. Paul heb ik nog geprobeerd over te halen ook naar deze uitvoering te luisteren. Zijn voorkeur ging echter uit naar een boek dat zijn volle interesse had. Hij heeft nog een kans en dat geldt ook voor mijn lezers. U kunt deze voorstelling beluisteren op: nporadio4.nl

U krijgt er geen spijt van.

Peter Année

De meesten van de ruim zestig bezoekers waren enthousiast over wat ze op 16 november 2021 is het Cultureel Centrum Jan van Besouw hoorden en zagen.
Het betrof dit keer een opname van Verdi’s opera Attila. De voorstelling van zijn negende opera werd in 2016 opgenomen in Teatro Comunale di Bologna met in de hoofdrollen: Ildebrando D’Arcangelo (bas) in de titelrol, Ezio als Romeinse generaal, Odabella als de minnares van Foresto, Maria José Siri (sopraan), Foresto, leider van bewoners van Aquileia, Fabio Sartori (tenor). Koor en orkest stonden onder leiding van dirigent Michele Mariotti. De regie was van Daniele Abbado.

Bevrijdingsopera’s
Attila stamt uit de tijd dat Verdi (1813-1901) overbelast was door het omvangrijke werk aan zijn eerste tien opera’s. Verdi voelde zich een lange tijd niet fit. Bovendien had hij zijn vrouw en twee kinderen verloren en beperkte zijn werk zich voornamelijk tot bevrijdingsopera’s. Daarin kwamen dictators voor, rebellen en veel soldaten en officieren. De protagonisten die deze rollen vertolken zijn doorgaans zangers die stevig voor de dag kunnen komen. Ze beschikken over een groot volume, ze stellen zich krijgshaftig op en het lijkt wel of ze weinig empathie hebben voor hun medemensen. Attila, de koning van het nomadenvolk de Hunnen, is daar een voorbeeld van. Hij leidde zijn volk van 434 tot en met 453. Attila was door de vernietigende kracht van zijn leger een bedreiging vooral voor de in Italië wonende bevolking. Hij had veel vijanden. In deze opera moest hij het o.a. opnemen tegen generaal Ezio, de afgezant van de keizer van Rome, die in onmin leefde met zijn superieuren. Ezio stelde dan ook aan Atilla voor om de wereld als het ware te verdelen. Attila mocht de heerschappij krijgen over het universum op voorwaarde dat hij, Ezio, Italië in zijn macht zou krijgen. Attila ging niet op dit voorstel in waardoor de verhouding tussen deze twee krijgers gespannen bleef en zijn hoogtepunt vond in het plan van de burger Foresto uit Aquilino om samen tegen Attila niet alleen in het strijdperk te treden maar hem ook nog te vergiftigen. Dat laatste werd voorkomen door Odabella die Attila op de hoogte bracht van de geplande moordaanslag. Dat Attila in de finale van de opera toch het loodje legde was opnieuw toe te schijven aan Odabella, die Attila met het zwaard, waarmee haar vader ooit door Attila was doodgestoken, uit wraak daarvoor Attila het eeuwige leven in joeg.

Odabella fantastisch
De cast zag er goed uit. De muziek was de protagonisten op het lijf geschreven. Uitblinker was in mijn beleving de sopraan Maria José Siri. De Uruguayaanse sopraan werpt zich in de rol van Odabella, op als een verleidster en doder. Ze toont daarbij durf, vaardigheid en kracht en handhaaft een hoge vorm van expressie. Ze bereikt met groot gemak haar hoge tonen en beseft dat ze haar coloraturen en spectaculaire aria’s in dienst moet stellen van het drama. Ze houdt vol overtuiging van haar minnaar Foresto, vertolkt door de wat zwaarlijvige Fabio Sartori. De tenor heeft een mooie heldere stem. Zijn stembuigingen zijn een lust voor het oor. Iets meer oog voor het acteren zou niet verkeerd zijn. Zijn collega, de bas-bariton Ildebrando d’Arcangelo als Attila, profileert zich als een ongetemde bruut die niet aarzelt om Odabella tot vrouw te nemen zonder haar toestemming te vragen. Met gevangen genomen krijgers en burgers gaat hij niet zachtzinnig om. De bariton Simone Piazolla als Ezio tracht de evenknie te zijn van Attila. Dat lukt hem niet maar zijn zangprestatie is prima. Hij vervult tijdens zijn aria’s en duetten de rol die hem aantrekkelijk maakt voor de toeschouwers. Die van een militair die zich kennelijk ook met politiek bemoeit maar op dat laatste vlak niet succesvol is.

Koren
Een opera van Verdi wordt door veel mensen beoordeeld op grond van de kwaliteit en de veelheid koren. Daar heeft men in Attila niet over te klagen.

Iedere strijdbare figuur op het podium heeft zijn eigen aanhang. Soms zijn dat soldaten, dan weer brave en/of klagende burgers. De koren bewegen zich wat statisch over het podium maar de vele mannen en vrouwen zingen gedisciplineerd en enthousiast. Daarbij zorgde Verdi er voor dat er diverse koorpartituren in deze opera zijn opgenomen die wat luchtig zijn en voorzien van een dansritme waardoor de somberheid van het werk toch de lichte toets krijgt die het verdient.

Verdi at full throttle: an exhilarating Attila returns to La Fenice |  Bachtrack

De opera Attila werd evenals Nabucco door de toenmalige Patriottische Italianen ervaren als een strijdkreet die pleitte voor een Italiaanse eenwordingsbeweging. Daar droegen de koren in niet geringe mate aan bij.

Herinnering
Tientallen jaren geleden werd dit werk opgevoerd in de Schouwburg van Tilburg. Het koor bestond uit amateurs onder leiding van de bekende dirigent Jan Janssen. Ik herinner me nog goed hoe die uitvoering in de smaak viel. Enthousiasme en veel oefenen lagen aan de basis van het succes. Bij mij viel het werk zodanig in de smaak dat ik me na zoveel jaren verschillende delen uit het werk van Verdi kan herinneren.  Zelfs dat Peter van Hoesel uit Riel de rol van Attila bekwaam invulde!

Samengevat: Attila’s huidige uitvoering van de producent Daniele Abbado’s met de  gevreesde krijgerkoning Ildebrando d’Arcangelo en Marie José Siri als een formidabele Odabella, is de evenknie van de meest bekende uitvoering onder leiding van dirigent Mutti met Samuel Ramey als Attila in 1991 in de Scala van Milaan.

Zondagmorgen 31 oktober 2021. Ik vertrek om 10.30 uur naar de Pathé bioscoop in Tilburg. Om 11.00 begint de vanuit de Metropolitan Opera door gestreamde opera. Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen omdat ik enkele recensies las in de kranten van New York. De titel van het werk van een zekere Blanchard zegt me niets. U wel? ‘Fire Shut Up in My Bones’ heet de opera. Mijn operakennissen hebben er evenmin van gehoord. Voor hen een reden om thuis te blijven. Slechts tien mensen zijn naar de bioscoop gekomen. Ik schreef in de u toegestuurde voorbeschouwing dat de Amerikaanse kranten uitsluitend lovende kritieken schreven. Dat werd voor de zoveelste keer geen lokkertje om mensen over te halen naar Pathé te komen.

Verbazing
Omstreeks 14.00 uur constateer ook ik, en met mij enkele aanwezigen, dat we getuige zijn geweest van een formidabel werk waarvan de uitvoering zonder meer top was. Natuurlijk is het bijzonder dat een opera voor het eerst in het 138-jarig bestaan van de Met was gecomponeerd door een zwarte componist. Zijn naam: Terence Blanchard. Het perfecte, poëtische, en vooral aangrijpend libretto was afkomstig van de actrice, filmregisseuse, scenarioschrijfster Karin Kasi en gebaseerd op de autobiografie uit 2014 van Charles M. Blow.
De opera is een gelaagd psychologisch drama. Charles ervaringen tijdens zijn jeugdjaren worden weergeven vanuit een volwassen perspectief door een volwassen Charles. Maar ook door een heel jonge protagonist die vertolkt wat in de herinnering van de oudere Charles naar boven komt.           
De verkrachting van de 7-jarige Charles door zijn neef Chester die tot een trauma leidt speelt daarbij een centrale rol. Voor het zo ver was maakte de jongen nog meer schokkende dingen mee. Hij werd voortdurend gepest door leeftijdsgenoten, die hem beschouwden als een ‘watje’ en er hun eigen egoïstische leefregels op na hielden. Ze eisten van hem dat hij zou leven zoals zij ‘als een echte man’. Dat wil zeggen zijn eigen wil volgen en het ouderlijk gezag naast zich neer leggen. Met die levenshouding kon de jonge Charles niet instemmen. In zijn jonge jaren hunkerde Charles wanhopig naar meer genegenheid van zijn moeder Billie. Als  Charles opgroeit als puber is hij erg verward en dikwijls woedend. Hij wil er alles aan doen om het vertrouwen van zijn medemensen te krijgen en te worden geaccepteerd zoals hij is. Hij lijdt vooral door de gedachte dat hij wellicht zelf medeschuldig is aan de verkrachting door zijn neef. Hij heeft het gevoel in zonde te leven en bezoekt een predikant van de Baptistenkerk om in het bijzijn van gelovigen, door een onderdompeling, bevrijd te worden van zijn zonde. De gelovigen juichen na de doop alsof er een belangrijk doelpunt is gescoord in een voetbalwedstrijd. Het helpt hem niet. Hij zit met een trauma. Is dat zijn lot?

Op een zeker moment wordt Charles toegelaten tot Grambling State University. Daar ondergaat hij een aantal ontgroeningsrituelen waarbij hij wordt vernederd. De pijn die hij ervaart is voor hem niets nieuws. Hij ondergaat het stoïcijns maar kan zich nadien niet verbinden met zijn medestudenten.

Hoe gaat het met moeder Billie? Billie is een hartelijke vrouw met een hard leven die niet kon voldoen aan de wens van haar zoon om hem meer aandacht te schenken. Ze moest vijf kinderen opvoeden, dagelijks werken in een kippenfarm en leven met een man (Spinner) die haar steeds bedroog en misbruikte. Haar echtgenoot Spinner heeft zij na een confrontatie over diens gedrag bedreigd met een pistool en hem daarna het huis uit gegooid en met haar vijf kinderen een onderkomen gevonden bij oom Paul.

Liefdesroes
Charles ontmoet onverwachts in een nachtclub een jonge vrouw. Ze heet Greta. Het wonder geschiedt. Het klikt tussen die twee en ze raken in een liefdesroes. Eindelijk krijgt Charles kortstondig waar hij zo naar verlangde. De warmte van een vrouwenlijf en intimiteit. Toch weten beiden dat ze voor elkaar een geheim bewaren. De spanning loopt op. Charles vertelt dan over de verkrachting door zijn neef. Het is een trauma en een geheim. Greta, vertolkt door Angel Blue, openbaart dat zij van Charles houdt maar al koos voor een andere man en vindt dat ze die belofte moet houden. Ze gaan verdrietig uit elkaar. Charles voelt zich weer eenzaam. Eenzaamheid en Lotsbepaling (Destinity), in de voorstelling prachtig verpersoonlijkt door de stralende sopraan Angel Blue, slaan weer onbarmhartig toe. Wat nu? Hij belt naar zijn moeder die hem vertelt dat zijn neef Chester bij haar op bezoek is. Charles besluit om naar huis terug te keren en neemt een pistool mee. Zal hij wraak nemen? Zal hij de trekker overhalen? Lost een executie iets op voor Charles? Maar dan verschijnt de jongere versie van Charles die hem adviseert af te zien van wraak en een nieuw leven te beginnen. Zo geschiedde!!

De muziek
Muzikaal is de opera ook zeer geslaagd. De orkestratie onder leiding van dirigent Yannick Németh-Séguin klonk steeds aangenaam en dikwijls opwindend. De muziek bestond uit een mix van jazz, blues, gospel en klassieke muziek. Het zat harmonisch goed in elkaar met soms grillige ritmes en scherpe dissonanten. Ook de zang paste zich daar goed bij aan.

De cast
De zangerscast was uitstekend bezet. Ook de acteerprestaties waren uitmuntend. De personages kwamen zeer geloofwaardig over. De meest opvallende rollen waren die van Charles de volwassene, vertolkt door de bariton Will Liverman en Charles junior, vertolkt door de jonge Walter Russel, die over een zachtaardige jongens sopraan beschikte. Hij oogstte na afloop veel applaus begeleidt door een waterval van strooiglitter dat hem diep ontroerde. De rol van Chester werd op een uitdagende wijze gespeeld door Chris Kenney.
Een belangrijke rol was weggelegd voor de uitstekende sopraan Latonia Moore als Billie. Zij zong op ontroerende wijze haar moederrol en combineerde die met een sterke acteerprestatie. Voor de rol van de impopulaire echtgenoot Spinner, die het leven voor zijn vrouw Billie tot een hel maakte, tekende de tenor Chaunkey Parker.
Angel Blue zong maar liefst drie rollen. Zij belichaamde Eenzaamheid, Destinity en Gerta de onverwachte geliefde van Charles.

De choreografie was in handen van Camille A.Brown. De recensenten waren zeer tevreden over de balletten maar vooral ook de toeschouwers die soms zelfs uit hun stoelen sprongen.

Samenvatting
De opera is in New York met groot enthousiasme ontvangen. Een taboe werd doorbroken. Een pluim vooral voor Terence Blanchard, de eerste zwarte componist bij de Met. Na afloop waren de toejuichingen ovationeel en een kijkje achter het grote doek loog er niet om. De protagonisten vielen in elkaars armen. Zij wisten dat hun optreden succesvol was geweest en dat er wellicht juist daardoor meer plaats komt voor diversiteit in ‘s werelds grootste operahuis en dat er dan zonder minachting wordt gesproken over niet klassieke werken. Dat zou de grootste verdienste zijn van deze voorstelling.